Methode:Schatkist

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Versie door Admin (overleg | bijdragen) op 22 dec 2010 om 01:28 (Gemeenschappelijke woorden van de BAK en Schatkist)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Werken met Schatkist en de BAK

Zijn de BAK en Schatkist te combineren? Of moet nu de ‘schatkist’ dicht en ‘de bak’ open? Nee, dat is niet verstandig. Leerkrachten die werken met Schatkist behandelen al een groot deel van de woorden van de BAK. Ze kunnen met name woorden van de BAK kiezen uit de woordenlijstjes bij de activiteiten van Schatkist. Ook kunnen ze daar nog andere woorden van de BAK aan toevoegen die bij de activiteit passen. Voor de woorden die overblijven, zullen ze zelf een leeractiviteit moeten bedenken, als het tenminste voor hun leerlingen nodig is om alle woorden van de BAK expliciet te behandelen. Om in de sfeer van de placemats te blijven: leerkrachten die met Schatkist werken geven de kinderen al flinke woordenmaaltijden. Het zijn ook ‘warme’ maaltijden, want de materialen van Schatkist zijn rijk en aantrekkelijk. Toetjes en voorafjes zijn er ook bij. Maar als er kinderen zonder woordenontbijt op school komen, moet de leerkracht zelf nog wat woordenbroodjes ‘bakken’. Auteur: Carry van de Guchte


Gemeenschappelijke woorden van de BAK en Schatkist

  • BAK minimumlijst groep 1: 1000 woorden, waarvan 538 in Schatkist
  • BAK uitbreidingslijst groep 1: 500 woorden, waarvan 236 in Schatkist
  • BAK minimumlijst groep 2: 1000 woorden, waarvan 410 in Schatkist
  • BAK uitbreidingslijst groep 2: 500 woorden, waarvan 159 in Schatkist

Bron: [1]


Kent PomPom straks minder woorden dan de Amsterdamse kleuters?

Bron: [2] Moeten alle Nederlandse basisscholen aan de “BAK”? Pompom, het boegbeeld van Schatkist, speelt een belangrijke rol als vriendje van de kinderen Alle Amsterdamse kleuters leren sinds eind januari 2009 woorden die komen uit de BAK (= Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters). Ten minste… als het aan de gemeente Amsterdam ligt wel, want deze lijst is in haar opdracht ontwikkeld. De gemeente gunt alle Amsterdamse kleuters een goede basiswoordenschat. Dat is immers dé basis om goed te leren lezen straks in groep 3. Veel basisscholen in Nederland werken met de methode Schatkist voor kleuters, deze biedt ook aandacht aan woordenschatuitbreiding en woordenlijsten. Moeten de Nederlandse basisscholen nu de Schatkist overboord gooien en massaal aan ‘de BAK’? Of kunnen beide lijsten naast elkaar gebruikt worden?

Achterstand

Eerst wat meer informatie over T2-leerlingen 1 Deze kinderen starten hun schoolloopbaan vaak met een flinke achterstand in Nederlandse woordkennis. Daar waar hun Nederlandse leeftijdgenootjes de school binnenkomen met een woordenschat van zo’n 3000 woorden, kennen de T2-kinderen slechts 1000 woorden (tabel 3) en velen zelfs nog minder! Woorden zijn heel erg belangrijk, niet alleen bij taal, maar bij alle vakken. Kinderen die weinig woorden kennen, snappen de instructie niet, kunnen het verhaal dat de juf voorleest niet volgen of begrijpen een lees- of luistertekst maar half. Er

1 Tweede-taalleerder: anderstalige kind dat het Nederlands als nieuwe taal moeten leren. Nederlands is niet de moedertaal. kleeft nog een groot nadeel aan een kleine woordenschat: het leren van nieuwe woorden gaat veel minder snel. Dat heeft te maken met de manier waarop mensen nieuwe woorden in hun geheugen opslaan. De woorden die al bekend zijn, vormen samen, door onderlinge betekenisrelaties, een soort netwerk in het geheugen. Leert iemand een nieuw woord bij bijvoorbeeld ´schep´, dan wordt dat woord gekoppeld aan de woorden die al bekend zijn, bijvoorbeeld ´zand´, ´emmer´ ´spelen´. Kinderen die weinig woorden kennen, hebben minder aanknopingspunten, dus is het moeilijker om het woord te onthouden (ITTA, 2009).

T1- leerlingen

Pikken incidenteel 2 , zonder expliciete uitleg, veel woorden op, omdat ze meer aanknopingspunten hebben. Dit gaat niet op voor de T2-leerling. (Nulft & Verhallen, 2009). Zij moeten het hebben van intentioneel , systematisch woordenschatonderwijs én van hoge verwachtingen van de juf of meester. Heeft de leerkracht lage verwachtingen, dan gaat het kind lager presteren. Dit zogenaamde Pygmalion-effect geldt ook andersom: een leerling gaat beter presteren als de leerkracht in deze leerling gelooft (Vermeer, 2005). Weinig woorden kennen komt de ontwikkeling van T2-leerlingen beslist niet ten goede! Als deze kinderen geen intentioneel woordenschatonderwijs krijgen, kunnen zij de achterstand nooit meer inhalen. Integendeel, de achterstand zal gedurende de schooljaren alleen maar groter worden, dat is duidelijk te zien in de onderstaande tabel. Tabel 3 • Vergelijking van de (geschatte) receptieve woordenschat van Nederlandse en allochtone kinderen in het basisonderwijs (Vermeer, 2005) 4 jr 6 jr 8 jr 10 jr 12 jr Ned.s 3000 4500 6000 11.000 17.000 Turks/ Mar. 1000 2600 4200 6000 10.000 Bron: Met woorden in de weer, Nulft & Verhallen, 2009


2 Het kind leidt de woordbetekenis automatisch af uit de context. Dat kan alleen als het de context begrijpt. Veel T2-kinderen begrijpen de context niet genoeg, waardoor incidenteel woordleren voor hen niet geschikt is. Intentioneel onderwijs: vooraf, bewust gepland onderwijs (Verhallen & Verhallen, 2004) Hoeveel woorden? In de tabel is ook te zien dat een gemiddeld T1 4 - kind begin groep 3 meer dan 4000 woorden kent. Het zou ideaal zijn als de T2-leerling op die leeftijd ook zoveel woorden kent. We weten al dat een gemiddeld T2-kind begin groep 1 een woordenschat van 1000 woorden heeft. De T2-leerling zal in de twee kleuterjaren dus 3000 woorden moeten bijleren. Hoeveel woorden zijn dat per dag? Een rekensom geeft de volgende uitkomst: 3000 woorden / 2 leerjaren = 1500 woorden per jaar 1500 woorden / 40 lesweken ≈ 35 woorden per week

   35 woorden  /   5 dagen        =        7 woorden per dag

Om de T2-leerlingen op het gewenste niveau te krijgen, zal de leerkracht deze kinderen 7 woorden per dag moeten aanleren. In de handreiking voor de BAK (2009, blz. 12) en het boek Woorden leren, Woorden onderwijzen (1994, blz. 35) staat hetzelfde aantal genoemd. Dat is veel en vraagt om een systematische aanpak. Hoe zo’n aanpak eruit ziet behoort niet tot de strekking van dit onderzoek. Er bestaan goede boeken over dit onderwerp, zoals Met woorden in de weer, van D. van den Nulft & M. Verhallen (Coutinho, 2009) en Woord leren, woorden onderwijzen, van Verhallen & Verhallen (CPS, 1994)

Basiswoordenschat

Met bovengenoemde getallen in het hoofd zijn de auteurs van de BAK aan de slag gegaan in opdracht van de gemeente Amsterdam om een basiswoordenlijst samen te stellen. De lijst is specifiek bedoeld voor het kleuteronderwijs. De gemeente hoopt hiermee te bereiken dat straks alle Amsterdamse kleuters een basiswoordenschat bezitten, zodat deze kinderen met ongeveer dezelfde hoeveelheid woorden van start kunnen gaan in groep 3 met het leesonderwijs. Dat is geen overbodig streven! Een flinke woordenschat geeft veel voordeel bij het leren lezen. Kent het kind veel woorden, dan hoeft het geen energie te steken in het begrijpen van de leestekst. Bovendien vergroot een gedegen woordkennis de snelheid waarmee woordbeelden herkend worden, het kind ziet sneller welk woord er staat. Hoe anders gaat het bij een T2-leerling met een kleine woordenschat. Dit kind moet twee verschillende dingen tegelijk doen: onbekende woorden proberen te begrijpen en technisch leren lezen. Volgens de samenstellers van de BAK vergt dit veel van de leerling, “sommige T2-kinderen slagen daar dan ook niet echt in” (ITTA, 2009, blz. 6).

4 ==Eerste taalleerder.== Nederlands is de moedertaal. De BAK bestaat eigenlijk uit 2 lijsten: één voor groep 1 en één voor groep 2, elke lijst bevat 1500 woorden. Bij elkaar zijn dat dus 3000 woorden. De lijst voor groep 1 is grotendeels gebaseerd op de streeflijst Duizend-en-een-woorden van S. Bacchini e.a. (2004). Het uitgangspunt van de lijst voor groep 2 is de lijst van Piramide. Dit is een educatieve totaalmethode van Cito voor kinderen van 0 tot 7 jaar. Meer informatie over de inhoud van de BAK-lijsten staat in de ‘handreiking bij de BAK’, blz. 15-19. Van beide lijsten bestaan 2 versies: een alfabetische en een thematische. De BAK-woorden zijn door de auteurs gescreend op frequentie, spreiding en nut. Dit zijn de selectiecriteria om te bepalen of woorden geschikt zijn om aan te bieden (Nulft & Verhallen, 2009). Woorden zijn frequent als ze vaak voorkomen in de dagelijkse taal, in boeken of andere teksten. Woorden met een brede spreiding zijn woorden die voorkomen in verschillende contexten en situaties. Neem het woord ‘druppel’. Dit kan een druppel water zijn, een druppel bloed of oordruppels (medicijnen). Woorden zijn nuttig als kinderen ze nodig hebben om zich in schoolse situaties te kunnen redden. Hieruit kan de conclusie getrokken worden dat de BAK de leerkracht voldoende en geschikte woorden biedt om T2-kleuters aan te leren.

==Onderzoeksvraag; Mijn stagebegeleidster, tevens NT2-coördinator, vermoedt dat Schatkist te weinig woorden aanbiedt voor T2-kinderen.== Ze vraagt zich af of de BAK gebruikt moet worden. En hoe moet deze dan ingepast worden in de woordenlijsten van Schatkist? Dit vermoeden en deze vragen vormen het uitgangspunt van mijn onderzoek: Biedt Schatkist genoeg woorden aan voor de T2-leerling, zijn deze woorden geschikt en hoe kunnen de woordenlijsten van Schatkist en de BAK gecombineerd worden?

5

NT2 = Nederlands als tweede taal. Schatkist

6 Laten we eerst eens kijken naar de opbouw van Schatkist. Schatkist werkt met thema’s en ankers. Er zijn 4 thema´s: herfst, winter, lente en zomer. Elk thema is opgebouwd uit 4 ankers. Het uitgangspunt van een anker is het ankerverhaal. Rondom dit ankerverhaal biedt Schatkist verschillende activiteiten aan, waarin gewerkt wordt aan de diverse ontwikkelingsdoelen, waaronder woordenschatuitbreiding. Ieder anker heeft zijn eigen woordenlijst. In totaal zijn er dus 16 woordenlijsten. Schatkist raadt aan om per thema (= seizoen) 2 ankers te behandelen om alle tussendoelen voldoende aanbod te laten komen. Dat zijn 8 ankers per leerjaar. De leerkracht is vrij om te kiezen welke ankers. De andere 8 ankers worden behandeld in het volgende kleuterjaar. Dubbel Om de vraag ‘biedt Schatkist voldoende woorden aan?’ te kunnen beantwoorden, moest eerst het totaal aantal woorden bepaald worden dat Schatkist aanbiedt. Uitgangspunt voor de telling is één leerjaar, d.w.z. 8 woordenlijsten van willlekeurig gekozen ankers Eén ankerwoordenlijst bevat tussen de 150 en 200 woorden. Tijdens de telling bleken veel woorden meer dan één keer voor te komen. Sommige woorden stonden dubbel in de lijsten, andere woorden wel 4 keer en het woord “evenveel” zelfs 6 keer (zie fig. 1)!

6 Schatkist is een methode voor kleuters die taal, lezen, rekenen en sociaal-emotionele ontwikkeling combineert. Dit geeft een vertekend beeld bij het bepalen van het totaal aantal woorden van één leerjaar. Schatkist biedt 1575 per jaar, dit is inclusief dubbelen. Na het verwijderen van alle dubbelen blijkt het totaal aantal woorden te liggen op 1100 per jaar. (zie tabel 4). Dit aantal is niet genoeg om de achterstand van de T2-kleuters weg te werken. T2-kleuters zouden 1500 woorden per jaar moeten bijleren, zoals we onder het kopje ‘hoeveel woorden?’ hebben gezien. Maar er is nóg iets aan de hand: Schatkist maakt in de woordenlijsten onderscheid tussen 3 niveau´s: ster-, maan- en zonwoorden. De sterwoorden zijn de kernwoorden, nodig voor het begrijpen van de hoofdlijnen van het ankerverhaal. De maanwoorden vormen de basis voor een goede verwerking van het ankerverhaal. De zonwoorden zijn de moeilijkere, minder frequente woorden, bedoeld voor een optimaal begrip van het ankerverhaal. Fig. 2 advies Schakist Woordenschat

In elk anker staan circa 150 woorden centraal, die onderverdeeld zijn in drie categorieën: - sterwoorden, die u voornamelijk aanbiedt aan allochtone en taalzwakke leerlingen; - maanwoorden, die u aanbiedt aan kinderen met een basis- of gemiddeld niveau; - zonwoorden, voor de meer taalvaardige leerlingen. Bron: http://www.schatkist.nl/zwijsen/show/id=115676#anchor115666 Als de leerkracht zich aan het advies van Schatkist (zie fig. 2) houdt en de T2-kinderen alleen de sterwoorden aanleert, dan ligt het aantal woorden per jaar nog veel lager! Dat laat de volgende tabel zien: Tabel 4: onderzoek naar het aantal woorden Schatkist Aantal� woorden incl. dubbelen Aantal � woorden excl. dubbelen • sterwoorden 620 365 • maanwoorden 555 410 • zonwoorden 400 320 aanbod in 1 schooljaar 1575 1100 �aantallen zijn afgerond op vijf-/tientallen Dit is geen goede zaak: 365 woorden per jaar is echt véél te weinig! Mijn stagebegeleidster heeft dus gelijk. Het tekort bestaat uit zo’n 1100 woorden! (1500 woorden die T2-kleuters moeten bijleren minus de 365 van Schatkist). Oplossingen voor dit tekort worden verderop in dit artikel besproken, onder de alinea ‘werken met Schatkist én de BAK’. Fig. 1 detail uit de lijst om woorden te tellenGeschikte woorden? Schatkist biedt dus te weinig woorden aan, maar hoe zit het met de kwaliteit van de woorden? Zijn de woorden die Schatkist aanbiedt wel geschikt om T2-kinderen aan te leren? In de methodehandleiding is geen informatie te vinden over de herkomst van de woorden, dus is contact gezocht met Zwijsen, de uitgever van Schatkist. Een antwoord bleef uit. Ondanks herhaald vragen langs diverse communicatiewegen bleef Zwijsen zwijgen in alle talen. Om toch een soort kwaliteitsoordeel te kunnen vellen, heb ik steun gezocht bij de Streeflijst woordenschat voor zesjarigen van Schaerlaekens (1999). Dit is niet ‘zomaar’ een woordenlijst. Deze lijst bevat meer dan 6000 woorden waarvan leerkrachten uit basisonderwijs vinden dat ze door kinderen van een bepaalde leeftijd begrepen moeten worden. Een hoog percentage betekent dat het beoordelingsteam vindt dat het kind op die leeftijd dat woord moet kennen, omdat het woord vaak voorkomt in de dagelijkse taal, de schooltaal en in verschillende leersituaties (zie ook onder ‘de BAK’). Als steekproef heb ik de woorden uit de ankers ´zomer´ en ‘herfst’ gescreend met behulp van de kolom ‘woorden voor groep 2’. screening a.d.h.v. de streeflijst voor 6-jarigen 14% 4% 6% 76% niet in lijst < 50% 50 - 70% 70 - 100% Driekwart van de gescreende woorden scoren hoog, d.w.z. dat Schatkist veel woorden aanbiedt die kleuters moeten kennen in groep 2. Dit zijn de wat moeilijkere woorden, zoals herinneren, allerleukst, moment en stampvol. Deze woorden kunnen interessant zijn om T2- kinderen aan te bieden, met het oog op de zone van naaste ontwikkeling van Vygotsky 7 (Verhallen & Walst, 2007). Dit zijn de echte moeilijke woorden, zoals beleven, schateren, voorraad, die horen bij het zon-niveau en zijn dus geschikt voor de meer taalvaardige kinderen.

7

Vygotsky stelt dat de leerling leert in aansluiting op wat 

hij al weet, maar het moet wel nieuw of uitdagend zijn om echt van leren te kunnen spreken. De leerkracht ondersteunt de leerling om een hoger niveau te bereiken. Deze woorden staan niet in de ‘Streeflijst’, maar zijn wel geschikt om aan te bieden aan de ‘zon-kinderen’ en sommige zoals ‘slippers’ ook aan T2-kinderen. Op de woordenlijsten staan niet alleen inhoudswoorden 8 , zoals zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, maar ook functiewoorden 9 , zoals bijwoorden (genoeg, gelukkig), telwoorden en voorzetsels (Kienstra, 2003). We kunnen stellen dat Schatkist kwalitatief goede woordenlijsten biedt met een goede mix aan woorden, die geschikt zijn om kinderen van diverse taalniveau´s aan te leren. Conclusie: werken met Schatkist én de BAK We hebben nu voldoende gegevens om de vraag uit de inleiding van dit artikel te beantwoorden. De scholen moeten ‘de’ Schatkist zeker niet over boord gooien! Het woordenschataanbod is van goede kwaliteit. In het artikel Woorden leren met Schatkist en de BAK stelt de auteur Carry van den Guchte dan ook terecht vast dat het niet nodig is om alleen woorden uit de BAK te gebruiken. Doch er is één ‘maar’, waarover de auteur niet rept in het artikel: Schatkist biedt niet genoeg woorden aan voor T2-leerlingen. Zie tip 2 voor een oplossing voor dit tekort. Rest ons nog de vraag: hoe kunnen de twee lijsten gecombineerd worden? De onderstaande tips bieden concrete adviezen als antwoord op deze vraag. Ti iip 1:

Laat de moed niet zakken! 7 woorden per

dag ís veel, maar noodzakelijk. Bouw het aantal op in kleine stappen: begin bijvoorbeeld de eerste week met 2 woorden per dag, de week daarna met 3 woorden, enz. Het boek ‘Met woorden in der weer’ is een aanrader. Het is op de praktijk gericht en geeft veel steun om direct aan de slag te gaan met woordenschatdidactiek. Ti iip 2:

Biedt T2- en taalzwakke kinderen zowel de

ster- als de maanwoorden aan. Schrap daarvan de moeilijke woorden, zoals ‘garde’, ‘maatschep’ en ‘oehoe’, deze zijn niet nuttig. Vul het tekort aan met woorden uit de BAK-themalijsten. • Gaat het om kleuters die minder dan 1000 woorden kennen, gebruik dan de BAK-groep 1- lijst. Deze biedt de meest algemene en elementaire woorden die een kind nodig heeft om zich sociaal te kunnen redden. • Gaat het om kleuters die 1000 woorden of meer kennen, gebruik dan de BAK-groep 2-lijst met het oog op de zone van naaste ontwikkeling.

8

Inhoudswoorden zijn de betekenisdragers in de taal

9

Functiewoorden zorgen voor de verbinding van 

woorden tot een zin of een groter tekstdeel (alinea). Ti iip 3:

Gebruik de BAK om woordclusters te maken

(Nulft & Verhallen, 2009). Je leert daarmee geen losse eenheden aan, maar een logische combinatie van meerdere woorden. Stel de meester wil het woord ´bedroefd ´ uit het anker ‘lente´ aanleren. Hij kijkt op de BAK-themalijst onder het kopje ‘gevoelens´. Daarin staan de woorden ‘verdrietig´ en ´huilen´. Deze woorden staan in verband met elkaar en de meester gebruikt ze om ‘bedroefd’ aan te leren. Ti iip 4:

Cluster alleen op basis van al bekende

woorden, “biedt zeker niet teveel nieuwe woorden tegelijk aan”, raadt de handleiding bij de BAK (blz. 19) aan. Anders wordt het cluster in het geheugen opgeslagen als een vormeloze woordenbrij. Clusteren is een krachtig instrument dat het tempo van woordenschatuitbreiding flink kan versnellen, mits het weloverwogen gebeurt. Ti iip 5: Biedt de zelfstandige naamwoorden altijd aan samen mét het lidwoord. De handreiking bij de BAK waarschuwt: de lidwoorden zijn op de lijsten weggelaten om ruimte te besparen, maar vergeet niet dat de kinderen beide moeten leren! Ti iip 6:

Markeer ‘het’-woorden steeds met een rode

stip. Daardoor slijpt bij kinderen automatisch in welke woorden ‘de’ of ‘het’ als lidwoord hebben. Ti iip 7:

Koester hoge verwachtingen van de T2-

leerling. Immers, hoge verwachtingen creëren hoge prestaties (Pygmalion-effect). Tot besluit Als alle Schatkistgebruikers de adviezen en tips uit dit artikel ter harte nemen en daadwerkelijk toepassen in hun onderwijspraktijk, dan kent Pompom straks evenveel woorden als zijn Amsterdamse leeftijdsgenootjes. Auteur: Cynthia van Beek Bronvermelding Boeken • Nulft, Dirkje van den & Verhallen, Marianne (2009) Met woorden in de weer, Praktijkboek voor het basisonderwijs, Coutinho • Kienstra, Marijke (2003); Woordenschatontwikkeling; Werkwijzen voor groep 1-4 van de basisschool; Expertisecentrum Nederlands • Schaerlaekens, A., Kohnstamm, D., Lejaegere, M. (1999), Streeflijst woordenschat voor zesjarigen; derde herziene versie gebaseerd op nieuw onderzoek in Nederland en België; Swets & Zeitlinger • Verhallen, Marianne & Walst, Ruud (2007) Taalontwikkeling op school, Coutinho • Verhallen, Marianne & Simon (2004); Woorden leren, Woorden onderwijzen; ITTA, CPS • Vermeer A., e.a., (2005); Nederlands als tweede taal in het basisonderwijs, Thiememeulenhoff Artikelen • Guchte, Carry van den, 2009 ‘Woorden leren met Schatkist en de BAK’ Link:http://www.schatkist.nl/zwijsen/show/id=2 61339 • ITTA, 2009 ‘De handreikiing bij de Basiswoordenlijst Amsterdamse kleuters (BAK)’, F. Mulder, Y. Timman, S. Verhallen, Internetsite: www.dmo.amsterdam.nl Link:http://www.dmo.amsterdam.nl/onderwijs/ varia_onderwijs/basiswoordenlijst • Gebruikswijzer bij de methode Schatkist, 2008, Internetsite: www.schatkist.nl Link:http://www.schatkist.nl/zwijsen/show/id=1 15676#anchor115666