Gevoel: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 10: Regel 10:




*gevoelens
blij
fijn
gelukkig
graag, liever
, liefst
heerlijk
leuk
lief
mooi
prachtig
vr
olijk
bang
schrikken
eng
boos
ver
drietig
er
g (vervelend)
naar (vervelend)
vervelend
alleen
samen
gek
raar
gewoon
normaal
zuchten
huilen
traan
zakdoek
op schoot
tr
oosten
pech hebben
geluk hebben
omgaan met elkaar
hebben
geven
aan
voor
met
zonder
nemen
helpen
alsjeblieft / alstublieft
dank (je wel)
aan de hand
ruzie
klap
au
bijten
duwen
tr
ekken
vechten
knijpen
slaan
stompen
spugen
plagen
pesten
ophouden
zeg (tussenw
.)
stom (dom)
dom
stout
flauw
pestkop
pr
obleem oplossen
aankijken
goedmaken
ok (okee)
eerste
aan de beurt
om de beurt
om beurten
op je beurt wachten
voor je beurt praten
een voor een
ik
mij
mijn
jij / je
jou
je / jouw
hij / ie
hem
zijn (bez.vnw)
ze / zij
haar (pers. vnw)
haar (bez. vnw)
u
we / wij
ons
jullie
hen (pers. vnw)
hun
allebei
samen
gezellig
alleen
ongezellig
allemaal
alletwee
alledrie
erbij hor
en
eigen
elkaar
helpen
meegaan
meedoen
meehelpen
zelf
zich
van (bezit)
afpakken
terugbr
engen
teruggeven
ieder
ieder
een
iemand
vriend / vriendje
schat (lief iemand)
meisje
jongen
mevr
ouw
meneer
kennen
hor
en bij
houden van
lijken op
kietelen
kriebelen
grap
lachen
giechelen




Regel 22: Regel 168:
[[Categorie:AlleClusters]]
[[Categorie:AlleClusters]]
[[Categorie:ClGevoelens]]
[[Categorie:ClGevoelens]]
[[Categorie:ClMensen]]

[[Categorie:ClBak1thema]]

[[Categorie:ClBak]]














[[Categorie:ClGevoelens]]

Versie van 29 dec 2010 20:14



  • gevoelens

blij fijn gelukkig graag, liever , liefst heerlijk leuk lief mooi prachtig vr olijk bang schrikken eng boos ver drietig er g (vervelend) naar (vervelend) vervelend alleen samen gek raar gewoon normaal zuchten huilen traan zakdoek op schoot tr oosten pech hebben geluk hebben omgaan met elkaar hebben geven aan voor met zonder nemen helpen alsjeblieft / alstublieft dank (je wel) aan de hand ruzie klap au bijten duwen tr ekken vechten knijpen slaan stompen spugen plagen pesten ophouden zeg (tussenw .) stom (dom) dom stout flauw pestkop pr obleem oplossen aankijken goedmaken ok (okee) eerste aan de beurt om de beurt om beurten op je beurt wachten voor je beurt praten een voor een ik mij mijn jij / je jou je / jouw hij / ie hem zijn (bez.vnw) ze / zij haar (pers. vnw) haar (bez. vnw) u we / wij ons jullie hen (pers. vnw) hun allebei samen gezellig alleen ongezellig allemaal alletwee alledrie erbij hor en eigen elkaar helpen meegaan meedoen meehelpen zelf zich van (bezit) afpakken terugbr engen teruggeven ieder ieder een iemand vriend / vriendje schat (lief iemand) meisje jongen mevr ouw meneer kennen hor en bij houden van lijken op kietelen kriebelen grap lachen giechelen