Portaal:Woordclusters: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken
(Clusters op papier voor aan de woordmuur)
Regel 15: Regel 15:
 
* Woordweb
 
* Woordweb
 
* Woordkast
 
* Woordkast
 +
 +
Wanneer u in de klas met Met woorden in de weer werkt, staan hieronder enkele woordclusters voor groep 3 die u kunt gebruiken. Wanneer u met Met woorden in de weer wilt gaan werken of meer wilt weten over deze aanpak, bezoek dan eens de site www.metwoordenindeweer.com
 +
 +
Woorclusters kunnen in de volgende vormen op de woordmuur verschijnen:
 +
 +
===Parachute===
 +
De parachute geeft een hiërarchische relatie weer. Bij een parachute kun je altijd zeggen ........ is .........
 +
 +
Voorbeeld: Het woord “het seizoen” hangt boven aan de parachute. Daaronder hangen de herfst, de winter, de lente en de zomer. Je kunt zeggen: herfst is een seizoen.
 +
 +
===De trap===
 +
Een trap laat een proces of ontwikkeling zien: groot, groter, grootst – moeder,
 +
oma, grootmoeder
 +
 +
===De kast===
 +
In een woordkast vind je tegenstellingen: nacht – dag, groot – klein
 +
 +
===De spin===
 +
Wanneer het cluster in geen van bovenstaande vormen te plaatsen is, komt het
 +
cluster in een spin terecht. Hierbij staat één woord centraal in het midden en de
 +
andere woorden hangen er omheen.
 +
 +
 +
 +
 +
  
 
[[Consolideerspelletjes]]
 
[[Consolideerspelletjes]]

Versie van 22 dec 2010 om 22:27


De woordclusters die je hier kan vinden worden op verschillende manieren aangeboden.
Je kan hierbij denken aan platte tekst, een afbeelding of een lesbeschrijving.

Je kan op verschillende manieren op zoek naar het juiste cluster

Clusters op papier voor aan de woordmuur

  • Woordparachute
  • Woordtrap
  • Woordweb
  • Woordkast

Wanneer u in de klas met Met woorden in de weer werkt, staan hieronder enkele woordclusters voor groep 3 die u kunt gebruiken. Wanneer u met Met woorden in de weer wilt gaan werken of meer wilt weten over deze aanpak, bezoek dan eens de site www.metwoordenindeweer.com

Woorclusters kunnen in de volgende vormen op de woordmuur verschijnen:

Parachute

De parachute geeft een hiërarchische relatie weer. Bij een parachute kun je altijd zeggen ........ is .........

Voorbeeld: Het woord “het seizoen” hangt boven aan de parachute. Daaronder hangen de herfst, de winter, de lente en de zomer. Je kunt zeggen: herfst is een seizoen.

De trap

Een trap laat een proces of ontwikkeling zien: groot, groter, grootst – moeder, oma, grootmoeder

De kast

In een woordkast vind je tegenstellingen: nacht – dag, groot – klein

De spin

Wanneer het cluster in geen van bovenstaande vormen te plaatsen is, komt het cluster in een spin terecht. Hierbij staat één woord centraal in het midden en de andere woorden hangen er omheen.




Consolideerspelletjes