Basiswoorden groep 1: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 19: Regel 19:
 
----
 
----
  
aaien
+
[[aaien]],
aan
+
[[aan]],
aan de beurt
+
[[aan de beurt]],
aan de hand
+
[[aan de hand]],
aandoen
+
[[aandoen]],
aankijken
+
[[aankijken]],
aankleden (zich)
+
[[aankleden (zich)]],
aankomen (aanraken)
+
[[aankomen (aanraken)]],
aantrekken
+
[[aantrekken]],
aanwijzen
+
[[aanwijzen]],
aap
+
[[aap]],
aardappel
+
[[aardappel]],
acht
+
[[acht]],
achter (na)
+
[[achter (na)]],
achteruit
+
[[achteruit]],
af (klaar)
+
[[af (klaar)]],
af (plaats)
+
[[af (plaats)]],
afgelopen
+
[[afgelopen]],
afmaken
+
[[afmaken]],
afspreken
+
[[afspreken]],
al
+
[[al]],
alle
+
[[alle]],
allebei
+
[[allebei]],
alleen
+
[[alleen]],
allemaal
+
[[allemaal]],
alles
+
[[alles]],
als (indien)
+
[[als (indien)]],
als (zoals)
+
[[als (zoals)]],
alsjeblieft / alstublieft
+
[[alsjeblieft / alstublieft]],
altijd
+
[[altijd]],
ander(e)
+
[[ander(e)]],
anders (verschillend)
+
[[anders (verschillend)]],
andersom
+
[[andersom]],
appel
+
[[appel]],
arm (lichaamsdeel)
+
[[arm (lichaamsdeel)]],
auto
+
[[auto]],
au
+
[[au]],
avond
+
[[avond]],
baard
+
[[baard]],
baby
+
[[baby]],
bad
+
[[bad]],
bak
+
[[bak]],
bal
+
[[bal]],
ballon
+
[[ballon]],
banaan
+
[[banaan]],
bang
+
[[bang]],
bank
+
[[bank]],
bed
+
[[bed]],
bedenken
+
[[bedenken]],
bedoelen
+
[[bedoelen]],
been (lichaamsdeel)
+
[[been (lichaamsdeel)]],
beer
+
[[beer]],
beest
+
[[beest]],
beetje
+
[[beetje]],
beginnen
+
[[beginnen]],
begrijpen
+
[[begrijpen]],
bek
+
[[bek]],
beker
+
[[beker]],
bel
+
[[bel]],
bellen (opbellen)
+
[[bellen (opbellen)]],
beneden
+
[[beneden]],
berg
+
[[berg]],
bewaren
+
[[bewaren]],
bewegen
+
[[bewegen]],
bezig
+
[[bezig]],
bij (voorz.)
+
[[bij (voorz.)]],
bijna
+
[[bijna]],
bijten
+
[[bijten]],
bijvoorbeeld
+
[[bijvoorbeeld]],
bil(len)
+
[[bil(len)]],
binnen
+
[[binnen]],
blad / blaadje (boom)
+
[[blad / blaadje (boom)]],
blad / blaadje (papier)
+
[[blad / blaadje (papier)]],
blaffen
+
[[blaffen]],
blauw
+
[[blauw]],
blazen
+
[[blazen]],
blij
+
[[blij]],
blijven
+
[[blijven]],
bloed
+
[[bloed]],
bloem
+
[[bloem]],
blok
+
[[blok]],
bloot
+
[[bloot]],
boek
+
[[boek]],
boef
+
[[boef]],
boer
+
[[boer]],
boerderij
+
[[boerderij]],
bol (rond)
+
[[bol (rond)]],
boodschappen
+
[[boodschappen]],
boom
+
[[boom]],
boos
+
[[boos]],
boot
+
[[boot]],
bord (eten) / bordje
+
[[bord (eten) / bordje]],
bord (school / keuze)
+
[[bord (school / keuze)]],
bos (bomen)
+
[[bos (bomen)]],
boter
+
[[boter]],
boterham
+
[[boterham]],
botsen
+
[[botsen]],
bouwen
+
[[bouwen]],
bouwhoek
+
[[bouwhoek]],
boven
+
[[boven]],
bovenop
+
[[bovenop]],
brand
+
[[brand]],
breken
+
[[breken]],
brengen
+
[[brengen]],
brief
+
[[brief]],
bril
+
[[bril]],
broek
+
[[broek]],
broer
+
[[broer]],
brood / broodje
+
[[brood / broodje]],
bruin
+
[[bruin]],
buik
+
[[buik]],
buikpijn
+
[[buikpijn]],
buiten
+
[[buiten]],
bus (vervoer)
+
[[bus (vervoer)]],
cadeau / cadeautje
+
[[cadeau / cadeautje]],
cent
+
[[cent]],
chips
+
[[chips]],
chocola(de)
+
[[chocola(de)]],
chocomel / chocomelk/ chocolademelk
+
[[chocomel / chocomelk/ chocolademelk]],
clown
+
[[clown]],
computer
+
[[computer]],
circus
+
[[circus]],
cirkel
+
[[cirkel]],
daar
+
[[daar]],
daarna
+
[[daarna]],
daarom
+
[[daarom]],
dadelijk
+
[[dadelijk]],
dag (etmaal)
+
[[dag (etmaal)]],
dag (groet)
+
[[dag (groet)]],
dak
+
[[dak]],
dan (tijd)
+
[[dan (tijd)]],
dan (daarna)
+
[[dan (daarna)]],
dan (vergelijking)
+
[[dan (vergelijking)]],
dank je (wel)
+
[[dank je (wel)]],
dansen
+
[[dansen]],
das (sjaal)
+
[[das (sjaal)]],
dat / dit
+
[[dat / dit]],
dat (voegwoord)
+
[[dat (voegwoord)]],
deken
+
[[deken]],
deksel
+
[[deksel]],
denken (aan)
+
[[denken (aan)]],
deur
+
[[deur]],
deze
+
[[deze]],
dezelfde
+
[[dezelfde]],
dicht
+
[[dicht]],
dichtbij
+
[[dichtbij]],
die
+
[[die]],
diep
+
[[diep]],
dier
+
[[dier]],
dierentuin
+
[[dierentuin]],
dik
+
[[dik]],
ding
+
[[ding]],
doei / doeg
+
[[doei / doeg]],
doek / doekje
+
[[doek / doekje]],
doen
+
[[doen]],
dokter
+
[[dokter]],
donker, donkerder, donkerst
+
[[donker - donkerder - donkerst]],  
dood
+
[[dood]],
door
+
[[door]],
door
+
[[door]],
gaan
+
[[gaan]],
doorheen
+
[[doorheen]],
doorspoelen
+
[[doorspoelen]],
doos
+
[[doos]],
dop
+
[[dop]],
dorst
+
[[dorst]],
douche
+
[[douche]],
draad / draadje
+
[[draad / draadje]],
draaien
+
[[draaien]],
dragen
+
[[dragen]],
drie
+
[[drie]],
driehoek
+
[[driehoek]],
drinken
+
[[drinken]],
drogen
+
[[drogen]],
dromen
+
[[dromen]],
droog
+
[[droog]],
drop / dropje
+
[[drop / dropje]],
druk (niet rustig)
+
[[druk (niet rustig)]],
drukken
+
[[drukken]],
duidelijk
+
[[duidelijk]],
duim
+
[[duim]],
dun
+
[[dun]],
duren
+
[[duren]],
durven
+
[[durven]],
dus
+
[[dus]],
duur
+
[[duur]],
duwen
+
[[duwen]],
echt (heus)
+
[[echt (heus)]],
één
+
[[één]],
eend
+
[[eend]],
eens
+
[[eens]],
eerste
+
[[eerste]],
eerst
+
[[eerst]],
ei
+
[[ei]],
eigen
+
[[eigen]],
eigenlijk
+
[[eigenlijk]],
eindelijk
+
[[eindelijk]],
elastiek
+
[[elastiek]],
elk
+
[[elk]],
elkaar
+
[[elkaar]],
emmer
+
[[emmer]],
en
+
[[en]],
eng
+
[[eng]],
er
+
[[er]],
eruitzien
+
[[eruitzien]],
eraan
+
[[eraan]],
erbij
+
[[erbij]],
erg (heel)
+
[[erg (heel)]],
erg (vervelend)
+
[[erg (vervelend)]],
ergens
+
[[ergens]],
erin
+
[[erin]],
erop
+
[[erop]],
eruit
+
[[eruit]],
ervan
+
[[ervan]],
eten
+
[[eten]],
even (tijd)
+
[[even (tijd)]],
even groot
+
[[even groot]],
even klein
+
[[even klein]],
even veel
+
[[even veel]],
feest
+
[[feest]],
fiets
+
[[fiets]],
fietsen
+
[[fietsen]],
fijn
+
[[fijn]],
film
+
[[film]],
fles
+
[[fles]],
fluisteren
+
[[fluisteren]],
fluit
+
[[fluit]],
fluiten
+
[[fluiten]],
foto
+
[[foto]],
fout
+
[[fout]],
friet / frietjes
+
[[friet / frietjes]],
gaan (naar)
+
[[gaan (naar)]],
gang
+
[[gang]],
garage
+
[[garage]],
gat
+
[[gat]],
gauw
+
[[gauw]],
gebeuren
+
[[gebeuren]],
gebruiken
+
[[gebruiken]],
geel
+
[[geel]],
geen
+
[[geen]],
geit
+
[[geit]],
gek
+
[[gek]],
geld
+
[[geld]],
geloven (aannemen)
+
[[geloven (aannemen)]],
geluid
+
[[geluid]],
gelukkig
+
[[gelukkig]],
(ge)makkelijk
+
[[(ge)makkelijk]],
genoeg
+
[[genoeg]],
gevaarlijk
+
[[gevaarlijk]],
geven
+
[[geven]],
gewoon
+
[[gewoon]],
gezellig
+
[[gezellig]],
gezicht (hoofd)
+
[[gezicht (hoofd)]],
gieter
+
[[gieter]],
giraf
+
[[giraf]],
gisteren
+
[[gisteren]],
glas (drinkglas)
+
[[glas (drinkglas)]],
glijbaan
+
[[glijbaan]],
glijden
+
[[glijden]],
goed, beter, best
+
[[goed - beter - best]],  
goedkoop
+
[[goedkoop]],
goed zo!
+
[[goed zo!]],
gooien
+
[[gooien]],
gordijn
+
[[gordijn]],
goud
+
[[goud]],
graag, liever, liefst
+
[[graag - liever - liefst]],  
grap
+
[[grap]],
gras
+
[[gras]],
grijs
+
[[grijs]],
groeien
+
[[groeien]],
groen
+
[[groen]],
groep
+
[[groep]],
grond (bodem)
+
[[grond (bodem)]],
groot
+
[[groot]],
haakje
+
[[haakje]],
haan
+
[[haan]],
haar (bez.vnw)
+
[[haar (bez.vnw)]],
haar (pers.vnw)
+
[[haar (pers.vnw)]],
haar / haren
+
[[haar / haren]],
hai / hoi
+
[[hai / hoi]],
halen
+
[[halen]],
half
+
[[half]],
hallo
+
[[hallo]],
hand
+
[[hand]],
handdoek
+
[[handdoek]],
hangen (ergens aan)
+
[[hangen (ergens aan)]],
hap / hapje
+
[[hap / hapje]],
happen
+
[[happen]],
hard (voelen)
+
[[hard (voelen)]],
hard (roepen, slaan)
+
[[hard (roepen - slaan)]],
hard (snel)
+
[[hard (snel)]],
hebben
+
[[hebben]],
helpen (bijstaan)
+
[[helpen (bijstaan)]],
heel (erg)
+
[[heel (erg)]],
heel (volledig)
+
[[heel (volledig)]],
heen
+
[[heen]],
heen en weer
+
[[heen en weer]],
heerlijk
+
[[heerlijk]],
heet
+
[[heet]],
hek
+
[[hek]],
heleboel
+
[[heleboel]],
helemaal
+
[[helemaal]],
helpen
+
[[helpen]],
hem
+
[[hem]],
hemd
+
[[hemd]],
hen (pers.vnw)
+
[[hen (pers.vnw)]],
herfst
+
[[herfst]],
hert
+
[[hert]],
het klopt
+
[[het klopt]],
het regent
+
[[het regent]],
het sneeuwt
+
[[het sneeuwt]],
het waait
+
[[het waait]],
heten
+
[[heten]],
hetzelfde
+
[[hetzelfde]],
hier
+
[[hier]],
hij / ie
+
[[hij / ie]],
hijskraan
+
[[hijskraan]],
hoe
+
[[hoe]],
hoed
+
[[hoed]],
hoek
+
[[hoek]],
hoera
+
[[hoera]],
hoesten
+
[[hoesten]],
hoeveel
+
[[hoeveel]],
hoeven
+
[[hoeven]],
hok
+
[[hok]],
hol (znw)
+
[[hol (znw)]],
hollen
+
[[hollen]],
ondhoofd
+
[[hond]],
hoog
+
[[hoofd]],
hoor (tussenwoord)
+
[[hoog]],
horen (luisteren)
+
[[hoor (tussenwoord)]],
horen bij
+
[[horen (luisteren)]],
houden (hebben)
+
[[horen bij]],
houden van
+
[[houden (hebben)]],
hout
+
[[houden van]],
huilen
+
[[hout]],
huis
+
[[huilen]],
hun
+
[[huis]],
hut
+
[[hun]],
idee
+
[[hut]],
ieder
+
[[idee]],
iedereen
+
[[ieder]],
iemand
+
[[iedereen]],
iets (ding)
+
[[iemand]],
iets (een beetje)
+
[[iets (ding)]],
ijs (winter)
+
[[iets (een beetje)]],
ijsje
+
[[ijs (winter)]],
ik
+
[[ijsje]],
in (plaats)
+
[[ik]],
in (tijd)
+
[[in (plaats)]],
is
+
[[in (tijd)]],
ja
+
[[is]],
jaar
+
[[ja]],
jammer
+
[[jaar]],
jarig
+
[[jammer]],
jas
+
[[jarig]],
jawel
+
[[jas]],
jij / je
+
[[jawel]],
je / jouw
+
[[jij / je]],
jong
+
[[je / jouw]],
jongen
+
[[jong]],
jou
+
[[jongen]],
juf(frouw)
+
[[jou]],
jullie
+
[[juf(frouw)]],
jurk
+
[[jullie]],
kaars / kaarsje
+
[[jurk]],
kaart / kaartje
+
[[kaars / kaarsje]],
kaas
+
[[kaart / kaartje]],
kabouter
+
[[kaas]],
kachel
+
[[kabouter]],
kam
+
[[kachel]],
kamer
+
[[kam]],
kammen
+
[[kamer]],
kant (rand)
+
[[kammen]],
kant (richting)
+
[[kant (rand)]],
kapot
+
[[kant (richting)]],
kapotmaken
+
[[kapot]],
kapper
+
[[kapotmaken]],
kapstok
+
[[kapper]],
kar
+
[[kapstok]],
kast
+
[[kar]],
kat
+
[[kast]],
kauwgom
+
[[kat]],
keel
+
[[kauwgom]],
keer
+
[[keel]],
kennen
+
[[keer]],
ketting
+
[[kennen]],
keuken
+
[[ketting]],
keurig
+
[[keuken]],
kiepen
+
[[keurig]],
kietelen
+
[[kiepen]],
kiezen
+
[[kietelen]],
kijken
+
[[kiezen]],
kikker
+
[[kijken]],
kind
+
[[kikker]],
kip
+
[[kind]],
kist
+
[[kip]],
klaar
+
[[kist]],
klap
+
[[klaar]],
klappen
+
[[klap]],
klas
+
[[klappen]],
kleed
+
[[klas]],
klei
+
[[kleed]],
kleien
+
[[klei]],
klein
+
[[kleien]],
kleren
+
[[klein]],
kleur
+
[[kleren]],
kleuren (ww)
+
[[kleur]],
klimmen
+
[[kleuren (ww)]],
klinken
+
[[klimmen]],
klok
+
[[klinken]],
kloppen (aankloppen)
+
[[klok]],
knap
+
[[kloppen (aankloppen)]],
knie
+
[[knap]],
knijpen
+
[[knie]],
knikken
+
[[knijpen]],
knikker
+
[[knikken]],
knippen
+
[[knikker]],
knoeien
+
[[knippen]],
knoop (jas)
+
[[knoeien]],
knoop (veter)
+
[[knoop (jas)]],
knop / knopje
+
[[knoop (veter)]],
koe
+
[[knop / knopje]],
koek / koekje
+
[[koe]],
koelkast
+
[[koek / koekje]],
koffie
+
[[koelkast]],
koken
+
[[koffie]],
komen
+
[[koken]],
konijn
+
[[komen]],
koning
+
[[konijn]],
koningin
+
[[koning]],
kop (van dier)
+
[[koningin]],
kop / kopje
+
[[kop (van dier)]],
kopen
+
[[kop / kopje]],
kort
+
[[kopen]],
koud
+
[[kort]],
kraal
+
[[koud]],
kraan
+
[[kraal]],
krant
+
[[kraan]],
krassen
+
[[krant]],
kriebelen
+
[[krassen]],
krijgen
+
[[kriebelen]],
krijtje
+
[[krijgen]],
kring
+
[[krijtje]],
krokodil
+
[[kring]],
kruipen
+
[[krokodil]],
kuiken
+
[[kruipen]],
kunnen
+
[[kuiken]],
kus / kusje
+
[[kunnen]],
kussen (znw)
+
[[kus / kusje]],
kwast
+
[[kussen (znw)]],
kwijt
+
[[kwast]],
laars / laarzen
+
[[kwijt]],
laat
+
[[laars / laarzen]],
laatst
+
[[laat]],
lachen
+
[[laatst]],
lam / lammetje
+
[[lachen]],
lamp / lampje
+
[[lam / lammetje]],
land
+
[[lamp / lampje]],
lang
+
[[land]],
langs
+
[[lang]],
langzaam
+
[[langs]],
laten
+
[[langzaam]],
later
+
[[laten]],
lawaai
+
[[later]],
leeg
+
[[lawaai]],
leeuw
+
[[leeg]],
leggen (neerleggen)
+
[[leeuw]],
lego
+
[[leggen (neerleggen)]],
lekker
+
[[lego]],
lekkers
+
[[lekker]],
lepel
+
[[lekkers]],
letter
+
[[lepel]],
lente
+
[[letter]],
leren (iets)
+
[[lente]],
leuk
+
[[leren (iets)]],
lezen
+
[[leuk]],
licht / lichtje
+
[[lezen]],
liedje
+
[[licht / lichtje]],
lief
+
[[liedje]],
liggen (horizontaal)
+
[[lief]],
liggen (bevinden)
+
[[liggen (horizontaal)]],
lijken op
+
[[liggen (bevinden)]],
lijm
+
[[lijken op]],
lijn
+
[[lijm]],
likken
+
[[lijn]],
limonade
+
[[likken]],
lip
+
[[limonade]],
lolly
+
[[lip]],
lopen
+
[[lolly]],
los
+
[[lopen]],
loslaten
+
[[los]],
lucht
+
[[loslaten]],
luier
+
[[lucht]],
luisteren
+
[[luier]],
lukken / het lukt
+
[[luisteren]],
lusten
+
[[lukken / het lukt]],
maan
+
[[lusten]],
maar (doch)
+
[[maan]],
maken (vervaardigen)
+
[[maar (doch)]],
mama / ma / mam
+
[[maken (vervaardigen)]],
man
+
[[mama / ma / mam]],
mand
+
[[man]],
meedoen
+
[[mand]],
meegaan
+
[[meedoen]],
meisje
+
[[meegaan]],
melk
+
[[meisje]],
meneer
+
[[melk]],
mens
+
[[meneer]],
merken
+
[[mens]],
mes
+
[[merken]],
met
+
[[mes]],
meteen
+
[[met]],
mevrouw
+
[[meteen]],
middag
+
[[mevrouw]],
mij
+
[[middag]],
mijn
+
[[mij]],
mis
+
[[mijn]],
misschien
+
[[mis]],
moe
+
[[misschien]],
moeder
+
[[moe]],
moeilijk
+
[[moeder]],
moeten
+
[[moeilijk]],
mogen
+
[[moeten]],
mol
+
[[mogen]],
mond
+
[[mol]],
monster
+
[[mond]],
mooi
+
[[monster]],
morgen (ochtend)
+
[[mooi]],
morgen
+
[[morgen (ochtend)]],
motor
+
[[morgen]],
muis
+
[[motor]],
muts
+
[[muis]],
muur
+
[[muts]],
muziek
+
[[muur]],
na (tijd)
+
[[muziek]],
naam
+
[[na (tijd)]],
naar (richting)
+
[[naam]],
naartoe
+
[[naar (richting)]],
naast
+
[[naartoe]],
nacht
+
[[naast]],
nadenken
+
[[nacht]],
nagel
+
[[nadenken]],
nat
+
[[nagel]],
natuurlijk
+
[[nat]],
nee
+
[[natuurlijk]],
neerleggen
+
[[nee]],
neerzetten
+
[[neerleggen]],
nek
+
[[neerzetten]],
nemen
+
[[nek]],
nest
+
[[nemen]],
netjes
+
[[nest]],
neus
+
[[netjes]],
niemand
+
[[neus]],
niet
+
[[niemand]],
niets / niks
+
[[niet]],
nieuw
+
[[niets / niks]],
nodig hebben / zijn
+
[[nieuw]],
noemen
+
[[nodig hebben / zijn]],
nog (steeds)
+
[[noemen]],
nooit
+
[[nog (steeds)]],
noot / nootje
+
[[nooit]],
nou / nu
+
[[noot / nootje]],
nummer
+
[[nou / nu]],
of
+
[[nummer]],
ok (okee)
+
[[of]],
olifant
+
[[ok (okee)]],
om te
+
[[olifant]],
om de beurt
+
[[om te]],
oma
+
[[om de beurt]],
omdat
+
[[oma]],
omdraaien
+
[[omdat]],
omgooien
+
[[omdraaien]],
omhoog
+
[[omgooien]],
omvallen
+
[[omhoog]],
onder (beneden)
+
[[omvallen]],
onderbroek
+
[[onder (beneden)]],
onderin
+
[[onderbroek]],
ons
+
[[onderin]],
oog
+
[[ons]],
ook
+
[[oog]],
oom
+
[[ook]],
oor
+
[[oom]],
op (het is op)
+
[[oor]],
op (voorz. plaats)
+
[[op (het is op)]],
op en neer
+
[[op (voorz. plaats)]],
opa
+
[[op en neer]],
opbellen
+
[[opa]],
opdrinken
+
[[opbellen]],
opeens
+
[[opdrinken]],
open
+
[[opeens]],
openmaken
+
[[open]],
opeten
+
[[openmaken]],
ophangen
+
[[opeten]],
ophouden
+
[[ophangen]],
opletten
+
[[ophouden]],
opruimen
+
[[opletten]],
opsteken
+
[[opruimen]],
opzetten (van muts)
+
[[opsteken]],
opzij
+
[[opzetten (van muts)]],
op z’n kop
+
[[opzij]],
oud (jong)
+
[[op z’n kop]],
over
+
[[oud (jong)]],
overal
+
[[over]],
over
+
[[overal]],
geven (spugen)
+
[[over]],
overheen
+
[[geven (spugen)]],
paar (enige)
+
[[overheen]],
paard
+
[[paar (enige)]],
paars
+
[[paard]],
paddestoel
+
[[paars]],
pakje / pak (doos,
+
[[paddestoel]],
pakket)
+
[[pakje / pak (doos -]],  
pakken (nemen)
+
[[pakket)]],
pan
+
[[pakken (nemen)]],
pang
+
[[pan]],
pannenkoek
+
[[pang]],
pap
+
[[pannenkoek]],
papa / pa / pap
+
[[pap]],
papier
+
[[papa / pa / pap]],
pas (kort geleden)
+
[[papier]],
passen (maat)
+
[[pas (kort geleden)]],
patat
+
[[passen (maat)]],
peer
+
[[patat]],
pen
+
[[peer]],
pet
+
[[pen]],
piepen
+
[[pet]],
pijn
+
[[piepen]],
pijp (buis)
+
[[pijn]],
pil
+
[[pijp (buis)]],
pinda
+
[[pil]],
pindakaas
+
[[pinda]],
plaat / plaatje
+
[[pindakaas]],
plaats (plek)
+
[[plaat / plaatje]],
plagen
+
[[plaats (plek)]],
plakken
+
[[plagen]],
plant
+
[[plakken]],
plas (urine)
+
[[plant]],
plassen
+
[[plas (urine)]],
plat
+
[[plassen]],
pleister
+
[[plat]],
plek
+
[[pleister]],
plons
+
[[plek]],
plotseling
+
[[plons]],
poep
+
[[plotseling]],
poepen
+
[[poep]],
poes
+
[[poepen]],
poetsen
+
[[poes]],
politie
+
[[poetsen]],
poort
+
[[politie]],
poot (dier)
+
[[poort]],
pop
+
[[poot (dier)]],
poppenhoek (huishoek)
+
[[pop]],
poppenkast
+
[[poppenhoek (huishoek)]],
portemonnee
+
[[poppenkast]],
pot / potje (plassen)
+
[[portemonnee]],
potlood
+
[[pot / potje (plassen)]],
prachtig
+
[[potlood]],
praten
+
[[prachtig]],
precies (exact)
+
[[praten]],
prik
+
[[precies (exact)]],
prikken
+
[[prik]],
prima
+
[[prikken]],
proberen
+
[[prima]],
prullenbak
+
[[proberen]],
punt (potlood)
+
[[prullenbak]],
puzzel
+
[[punt (potlood)]],
puzzelen
+
[[puzzel]],
pyjama
+
[[puzzelen]],
raam
+
[[pyjama]],
raar
+
[[raam]],
radio
+
[[raar]],
rand
+
[[radio]],
regen
+
[[rand]],
rennen
+
[[regen]],
reus
+
[[rennen]],
riem
+
[[reus]],
rietje
+
[[riem]],
rij
+
[[rietje]],
rijden
+
[[rij]],
rijst
+
[[rijden]],
ring
+
[[rijst]],
rits
+
[[ring]],
roepen (geluid)
+
[[rits]],
roeren
+
[[roepen (geluid)]],
rok
+
[[roeren]],
rollen
+
[[rok]],
rommel
+
[[rollen]],
rond (vorm)
+
[[rommel]],
ronddraaien
+
[[rond (vorm)]],
rood
+
[[ronddraaien]],
roze
+
[[rood]],
rug
+
[[roze]],
ruiken
+
[[rug]],
rustig
+
[[ruiken]],
ruzie
+
[[rustig]],
samen
+
[[ruzie]],
sap
+
[[samen]],
schaap
+
[[sap]],
schaar
+
[[schaap]],
schelp
+
[[schaar]],
schep
+
[[schelp]],
scheppen
+
[[schep]],
scherp
+
[[scheppen]],
scheuren
+
[[scherp]],
schieten (met iets)
+
[[scheuren]],
schijnen / de zon
+
[[schieten (met iets)]],
schijnt
+
[[schijnen / de zon]],
schoen
+
[[schijnt]],
schommel
+
[[schoen]],
school
+
[[schommel]],
schoon
+
[[school]],
schoonmaken
+
[[schoon]],
schoot
+
[[schoonmaken]],
schoppen
+
[[schoot]],
schotel / schoteltje
+
[[schoppen]],
schreeuwen
+
[[schotel / schoteltje]],
schrijven
+
[[schreeuwen]],
schrikken
+
[[schrijven]],
schudden
+
[[schrikken]],
sinaasappel
+
[[schudden]],
sla
+
[[sinaasappel]],
slaan
+
[[sla]],
slap
+
[[slaan]],
slak
+
[[slap]],
slang (dier)
+
[[slak]],
slapen
+
[[slang (dier)]],
slecht
+
[[slapen]],
slee
+
[[slecht]],
sleutel
+
[[slee]],
slim
+
[[sleutel]],
slinger
+
[[slim]],
slok / slokje
+
[[slinger]],
snappen
+
[[slok / slokje]],
sneeuw
+
[[snappen]],
snel
+
[[sneeuw]],
snijden
+
[[snel]],
snoep / snoepje
+
[[snijden]],
snor
+
[[snoep / snoepje]],
soep
+
[[snor]],
sok
+
[[soep]],
soms
+
[[sok]],
soort
+
[[soms]],
speelgoed
+
[[soort]],
speen
+
[[speelgoed]],
spel (spelen)
+
[[speen]],
spelen
+
[[spel (spelen)]],
spiegel
+
[[spelen]],
spin
+
[[spiegel]],
springen
+
[[spin]],
spugen
+
[[springen]],
spullen
+
[[spugen]],
staan (bevinden)
+
[[spullen]],
staan (overeind)
+
[[staan (bevinden)]],
start
+
[[staan (overeind)]],
stap
+
[[start]],
stappen
+
[[stap]],
steeds
+
[[stappen]],
steen
+
[[steeds]],
steken (plaatsen in)
+
[[steen]],
stekker
+
[[steken (plaatsen in)]],
stempelen
+
[[stekker]],
step
+
[[stempelen]],
ster
+
[[step]],
sterk
+
[[ster]],
sticker
+
[[sterk]],
stift
+
[[sticker]],
stil (geluid)
+
[[stift]],
stoel
+
[[stil (geluid)]],
stoep
+
[[stoel]],
stok
+
[[stoep]],
stom (dom)
+
[[stok]],
stop
+
[[stom (dom)]],
stoppen (stilstaan)
+
[[stop]],
stoten
+
[[stoppen (stilstaan)]],
stout
+
[[stoten]],
straat
+
[[stout]],
strak
+
[[straat]],
straks
+
[[strak]],
streep
+
[[straks]],
strik
+
[[streep]],
stuk (kapot)
+
[[strik]],
stuk / stukje
+
[[stuk (kapot)]],
stuur
+
[[stuk / stukje]],
suiker
+
[[stuur]],
T-shirt
+
[[suiker]],
taart
+
[[T-shirt]],
tafel
+
[[taart]],
tak
+
[[tafel]],
tand
+
[[tak]],
tandenborstel
+
[[tand]],
tandpasta
+
[[tandenborstel]],
tante
+
[[tandpasta]],
tas
+
[[tante]],
te groot
+
[[tas]],
te klein
+
[[te groot]],
te hoog
+
[[te klein]],
teen
+
[[te hoog]],
tegelijk
+
[[teen]],
tegen (plaats)
+
[[tegelijk]],
tekenen
+
[[tegen (plaats)]],
tekening
+
[[tekenen]],
telefoon
+
[[tekening]],
televisie / tv
+
[[telefoon]],
tellen
+
[[televisie / tv]],
tent
+
[[tellen]],
terug
+
[[tent]],
terugbrengen
+
[[terug]],
teruggeven
+
[[terugbrengen]],
terwijl
+
[[teruggeven]],
thee
+
[[terwijl]],
thuis
+
[[thee]],
tien
+
[[thuis]],
tijd
+
[[tien]],
tijger
+
[[tijd]],
tik (klap)
+
[[tijger]],
toch
+
[[tik (klap)]],
toen
+
[[toch]],
toeter
+
[[toen]],
tomaat
+
[[toeter]],
tong
+
[[tomaat]],
toren
+
[[tong]],
tot
+
[[toren]],
touw / touwtje
+
[[tot]],
traan
+
[[touw / touwtje]],
tram
+
[[traan]],
trap (ladder)
+
[[tram]],
trein
+
[[trap (ladder)]],
trekken
+
[[trein]],
trommel (muziek)
+
[[trekken]],
trui
+
[[trommel (muziek)]],
tuin
+
[[trui]],
tussen
+
[[tuin]],
twee
+
[[tussen]],
u
+
[[twee]],
uil
+
[[u]],
uit (afkomstig)
+
[[uil]],
uitdoen (kleren)
+
[[uit (afkomstig)]],
uittrekken (kleren)
+
[[uitdoen (kleren)]],
uur
+
[[uittrekken (kleren)]],
vaak
+
[[uur]],
vaas
+
[[vaak]],
vader
+
[[vaas]],
vakantie
+
[[vader]],
vallen
+
[[vakantie]],
van (bezit)
+
[[vallen]],
vandaag
+
[[van (bezit)]],
vangen
+
[[vandaag]],
varen
+
[[vangen]],
varken
+
[[varen]],
vast (zeker)
+
[[varken]],
vast(houden)
+
[[vast (zeker)]],
vechten
+
[[vast(houden)]],
veel, meer, meest
+
[[vechten]],
vegen
+
[[veel - meer - meest]],  
ver, verder, verst
+
[[vegen]],
ver weg
+
[[ver - verder - verst]],  
verder (voorts)
+
[[ver weg]],
verdrietig
+
[[verder (voorts)]],
verdwijnen
+
[[verdrietig]],
verf
+
[[verdwijnen]],
vergeten
+
[[verf]],
verhaal
+
[[vergeten]],
verjaardag
+
[[verhaal]],
verkeerd
+
[[verjaardag]],
verkouden
+
[[verkeerd]],
verstaan
+
[[verkouden]],
verstoppen
+
[[verstaan]],
vertellen
+
[[verstoppen]],
verven
+
[[vertellen]],
veter
+
[[verven]],
vier
+
[[veter]],
vieren
+
[[vier]],
vies (vuil)
+
[[vieren]],
vijf
+
[[vies (vuil)]],
vinden (mening)
+
[[vijf]],
vinden (terug)
+
[[vinden (mening)]],
vinger
+
[[vinden (terug)]],
vis
+
[[vinger]],
vlag
+
[[vis]],
vlees
+
[[vlag]],
vlieg
+
[[vlees]],
vliegen
+
[[vlieg]],
vliegtuig
+
[[vliegen]],
vlinder
+
[[vliegtuig]],
vlug
+
[[vlinder]],
voelen
+
[[vlug]],
voet
+
[[voelen]],
voetbal
+
[[voet]],
voetballen
+
[[voetbal]],
vogel / vogeltje
+
[[voetballen]],
vol
+
[[vogel / vogeltje]],
volgend
+
[[vol]],
volgens
+
[[volgend]],
voor
+
[[volgens]],
voordat
+
[[voor]],
voorlezen
+
[[voordat]],
voorzichtig
+
[[voorlezen]],
vorig
+
[[voorzichtig]],
vork
+
[[vorig]],
vos
+
[[vork]],
vouwen
+
[[vos]],
vrachtauto
+
[[vouwen]],
vragen
+
[[vrachtauto]],
vriend / vriendje
+
[[vragen]],
vrouw
+
[[vriend / vriendje]],
vuur
+
[[vrouw]],
waar
+
[[vuur]],
waar (echt)
+
[[waar]],
waarheen / waarnaartoe
+
[[waar (echt)]],
waarom
+
[[waarheen / waarnaartoe]],
wachten
+
[[waarom]],
wagen / wagentje
+
[[wachten]],
wakker
+
[[wagen / wagentje]],
wang
+
[[wakker]],
wanneer
+
[[wang]],
want (voegwoord)
+
[[wanneer]],
want (handschoen)
+
[[want (voegwoord)]],
warm
+
[[want (handschoen)]],
wassen
+
[[warm]],
wat
+
[[wassen]],
water
+
[[wat]],
wc
+
[[water]],
wc-papier
+
[[wc]],
we / wij
+
[[wc-papier]],
week
+
[[we / wij]],
weer (nog eens)
+
[[week]],
weer (znw)
+
[[weer (nog eens)]],
weg (znw)
+
[[weer (znw)]],
weg (bijw.)
+
[[weg (znw)]],
wegleggen
+
[[weg (bijw.)]],
wei
+
[[wegleggen]],
weinig, minder, minst
+
[[wei]],
wel
+
[[weinig - minder - minst]],  
welk
+
[[wel]],
welterusten
+
[[welk]],
wereld
+
[[welterusten]],
werk / werkje
+
[[wereld]],
werken
+
[[werk / werkje]],
weten
+
[[werken]],
wie
+
[[weten]],
wieg
+
[[wie]],
wiel
+
[[wieg]],
wijzen
+
[[wiel]],
willen
+
[[wijzen]],
wind
+
[[willen]],
winkel
+
[[wind]],
winter
+
[[winkel]],
wip
+
[[winter]],
wit
+
[[wip]],
wolf
+
[[wit]],
wolk
+
[[wolf]],
wonen
+
[[wolk]],
woord
+
[[wonen]],
worden
+
[[woord]],
worst
+
[[worden]],
wortel
+
[[worst]],
yoghurt
+
[[wortel]],
zacht (geluid)
+
[[yoghurt]],
zacht (voelen)
+
[[zacht (geluid)]],
zak
+
[[zacht (voelen)]],
zakdoek
+
[[zak]],
zand
+
[[zakdoek]],
zandbak
+
[[zand]],
ze / zij
+
[[zandbak]],
zebra
+
[[ze / zij]],
zee
+
[[zebra]],
zeep
+
[[zee]],
zeer (doet zeer)
+
[[zeep]],
zeg (tussenw.)
+
[[zeer (doet zeer)]],
zeggen
+
[[zeg (tussenw.)]],
zeker
+
[[zeggen]],
zelf
+
[[zeker]],
zes
+
[[zelf]],
zetten
+
[[zes]],
zeven
+
[[zetten]],
zich
+
[[zeven]],
ziek
+
[[zich]],
ziekenhuis
+
[[ziek]],
zien
+
[[ziekenhuis]],
zijn (ww)
+
[[zien]],
zijn (bez. vnw)
+
[[zijn (ww)]],
zingen
+
[[zijn (bez. vnw)]],
zitten
+
[[zingen]],
zo
+
[[zitten]],
zo (dadelijk)
+
[[zo]],
zoals
+
[[zo (dadelijk)]],
zoeken
+
[[zoals]],
zoet
+
[[zoeken]],
zomaar
+
[[zoet]],
zomer
+
[[zomaar]],
zon
+
[[zomer]],
zonder
+
[[zon]],
zorgen
+
[[zonder]],
zout
+
[[zorgen]],
zoveel
+
[[zout]],
zuchten
+
[[zoveel]],
zullen
+
[[zuchten]],
zus / zusje
+
[[zullen]],
zuur
+
[[zus / zusje]],
zwaaien
+
[[zuur]],
zwart
+
[[zwaaien]],
zwemmen
+
[[zwart]],
 +
[[zwemmen]]

Versie van 23 jan 2011 om 20:21


Deze woorden komen uit "De Basiswoordenlijst Amsterdamse Kleuters" afgekort BAK




Ze vormen het fundament voor de opbouw van de woordenschat. Het gaat hier om de meest frequente woorden, woorden die zeer vaak gebruikt worden in de kleutergroepen, door leerkrachten, in boekjes en door Nederlandstalige kleuters. Deze woorden zijn frequent en algemeen, ze hebben een brede spreiding, dat wil zeggen dat ze in veel verschillende contexten en situaties voorkomen.


Terug naar:


A - B - C - D - E - F - G - H - I - J - K - L - M - N - O - P - Q - R - S - T - U - V - W - X - Y - Z


aaien, aan, aan de beurt, aan de hand, aandoen, aankijken, aankleden (zich), aankomen (aanraken), aantrekken, aanwijzen, aap, aardappel, acht, achter (na), achteruit, af (klaar), af (plaats), afgelopen, afmaken, afspreken, al, alle, allebei, alleen, allemaal, alles, als (indien), als (zoals), alsjeblieft / alstublieft, altijd, ander(e), anders (verschillend), andersom, appel, arm (lichaamsdeel), auto, au, avond, baard, baby, bad, bak, bal, ballon, banaan, bang, bank, bed, bedenken, bedoelen, been (lichaamsdeel), beer, beest, beetje, beginnen, begrijpen, bek, beker, bel, bellen (opbellen), beneden, berg, bewaren, bewegen, bezig, bij (voorz.), bijna, bijten, bijvoorbeeld, bil(len), binnen, blad / blaadje (boom), blad / blaadje (papier), blaffen, blauw, blazen, blij, blijven, bloed, bloem, blok, bloot, boek, boef, boer, boerderij, bol (rond), boodschappen, boom, boos, boot, bord (eten) / bordje, bord (school / keuze), bos (bomen), boter, boterham, botsen, bouwen, bouwhoek, boven, bovenop, brand, breken, brengen, brief, bril, broek, broer, brood / broodje, bruin, buik, buikpijn, buiten, bus (vervoer), cadeau / cadeautje, cent, chips, chocola(de), chocomel / chocomelk/ chocolademelk, clown, computer, circus, cirkel, daar, daarna, daarom, dadelijk, dag (etmaal), dag (groet), dak, dan (tijd), dan (daarna), dan (vergelijking), dank je (wel), dansen, das (sjaal), dat / dit, dat (voegwoord), deken, deksel, denken (aan), deur, deze, dezelfde, dicht, dichtbij, die, diep, dier, dierentuin, dik, ding, doei / doeg, doek / doekje, doen, dokter, donker - donkerder - donkerst, dood, door, door, gaan, doorheen, doorspoelen, doos, dop, dorst, douche, draad / draadje, draaien, dragen, drie, driehoek, drinken, drogen, dromen, droog, drop / dropje, druk (niet rustig), drukken, duidelijk, duim, dun, duren, durven, dus, duur, duwen, echt (heus), één, eend, eens, eerste, eerst, ei, eigen, eigenlijk, eindelijk, elastiek, elk, elkaar, emmer, en, eng, er, eruitzien, eraan, erbij, erg (heel), erg (vervelend), ergens, erin, erop, eruit, ervan, eten, even (tijd), even groot, even klein, even veel, feest, fiets, fietsen, fijn, film, fles, fluisteren, fluit, fluiten, foto, fout, friet / frietjes, gaan (naar), gang, garage, gat, gauw, gebeuren, gebruiken, geel, geen, geit, gek, geld, geloven (aannemen), geluid, gelukkig, (ge)makkelijk, genoeg, gevaarlijk, geven, gewoon, gezellig, gezicht (hoofd), gieter, giraf, gisteren, glas (drinkglas), glijbaan, glijden, goed - beter - best, goedkoop, goed zo!, gooien, gordijn, goud, graag - liever - liefst, grap, gras, grijs, groeien, groen, groep, grond (bodem), groot, haakje, haan, haar (bez.vnw), haar (pers.vnw), haar / haren, hai / hoi, halen, half, hallo, hand, handdoek, hangen (ergens aan), hap / hapje, happen, hard (voelen), hard (roepen - slaan), hard (snel), hebben, helpen (bijstaan), heel (erg), heel (volledig), heen, heen en weer, heerlijk, heet, hek, heleboel, helemaal, helpen, hem, hemd, hen (pers.vnw), herfst, hert, het klopt, het regent, het sneeuwt, het waait, heten, hetzelfde, hier, hij / ie, hijskraan, hoe, hoed, hoek, hoera, hoesten, hoeveel, hoeven, hok, hol (znw), hollen, hond, hoofd, hoog, hoor (tussenwoord), horen (luisteren), horen bij, houden (hebben), houden van, hout, huilen, huis, hun, hut, idee, ieder, iedereen, iemand, iets (ding), iets (een beetje), ijs (winter), ijsje, ik, in (plaats), in (tijd), is, ja, jaar, jammer, jarig, jas, jawel, jij / je, je / jouw, jong, jongen, jou, juf(frouw), jullie, jurk, kaars / kaarsje, kaart / kaartje, kaas, kabouter, kachel, kam, kamer, kammen, kant (rand), kant (richting), kapot, kapotmaken, kapper, kapstok, kar, kast, kat, kauwgom, keel, keer, kennen, ketting, keuken, keurig, kiepen, kietelen, kiezen, kijken, kikker, kind, kip, kist, klaar, klap, klappen, klas, kleed, klei, kleien, klein, kleren, kleur, kleuren (ww), klimmen, klinken, klok, kloppen (aankloppen), knap, knie, knijpen, knikken, knikker, knippen, knoeien, knoop (jas), knoop (veter), knop / knopje, koe, koek / koekje, koelkast, koffie, koken, komen, konijn, koning, koningin, kop (van dier), kop / kopje, kopen, kort, koud, kraal, kraan, krant, krassen, kriebelen, krijgen, krijtje, kring, krokodil, kruipen, kuiken, kunnen, kus / kusje, kussen (znw), kwast, kwijt, laars / laarzen, laat, laatst, lachen, lam / lammetje, lamp / lampje, land, lang, langs, langzaam, laten, later, lawaai, leeg, leeuw, leggen (neerleggen), lego, lekker, lekkers, lepel, letter, lente, leren (iets), leuk, lezen, licht / lichtje, liedje, lief, liggen (horizontaal), liggen (bevinden), lijken op, lijm, lijn, likken, limonade, lip, lolly, lopen, los, loslaten, lucht, luier, luisteren, lukken / het lukt, lusten, maan, maar (doch), maken (vervaardigen), mama / ma / mam, man, mand, meedoen, meegaan, meisje, melk, meneer, mens, merken, mes, met, meteen, mevrouw, middag, mij, mijn, mis, misschien, moe, moeder, moeilijk, moeten, mogen, mol, mond, monster, mooi, morgen (ochtend), morgen, motor, muis, muts, muur, muziek, na (tijd), naam, naar (richting), naartoe, naast, nacht, nadenken, nagel, nat, natuurlijk, nee, neerleggen, neerzetten, nek, nemen, nest, netjes, neus, niemand, niet, niets / niks, nieuw, nodig hebben / zijn, noemen, nog (steeds), nooit, noot / nootje, nou / nu, nummer, of, ok (okee), olifant, om te, om de beurt, oma, omdat, omdraaien, omgooien, omhoog, omvallen, onder (beneden), onderbroek, onderin, ons, oog, ook, oom, oor, op (het is op), op (voorz. plaats), op en neer, opa, opbellen, opdrinken, opeens, open, openmaken, opeten, ophangen, ophouden, opletten, opruimen, opsteken, opzetten (van muts), opzij, op z’n kop, oud (jong), over, overal, over, geven (spugen), overheen, paar (enige), paard, paars, paddestoel, pakje / pak (doos -, pakket), pakken (nemen), pan, pang, pannenkoek, pap, papa / pa / pap, papier, pas (kort geleden), passen (maat), patat, peer, pen, pet, piepen, pijn, pijp (buis), pil, pinda, pindakaas, plaat / plaatje, plaats (plek), plagen, plakken, plant, plas (urine), plassen, plat, pleister, plek, plons, plotseling, poep, poepen, poes, poetsen, politie, poort, poot (dier), pop, poppenhoek (huishoek), poppenkast, portemonnee, pot / potje (plassen), potlood, prachtig, praten, precies (exact), prik, prikken, prima, proberen, prullenbak, punt (potlood), puzzel, puzzelen, pyjama, raam, raar, radio, rand, regen, rennen, reus, riem, rietje, rij, rijden, rijst, ring, rits, roepen (geluid), roeren, rok, rollen, rommel, rond (vorm), ronddraaien, rood, roze, rug, ruiken, rustig, ruzie, samen, sap, schaap, schaar, schelp, schep, scheppen, scherp, scheuren, schieten (met iets), schijnen / de zon, schijnt, schoen, schommel, school, schoon, schoonmaken, schoot, schoppen, schotel / schoteltje, schreeuwen, schrijven, schrikken, schudden, sinaasappel, sla, slaan, slap, slak, slang (dier), slapen, slecht, slee, sleutel, slim, slinger, slok / slokje, snappen, sneeuw, snel, snijden, snoep / snoepje, snor, soep, sok, soms, soort, speelgoed, speen, spel (spelen), spelen, spiegel, spin, springen, spugen, spullen, staan (bevinden), staan (overeind), start, stap, stappen, steeds, steen, steken (plaatsen in), stekker, stempelen, step, ster, sterk, sticker, stift, stil (geluid), stoel, stoep, stok, stom (dom), stop, stoppen (stilstaan), stoten, stout, straat, strak, straks, streep, strik, stuk (kapot), stuk / stukje, stuur, suiker, T-shirt, taart, tafel, tak, tand, tandenborstel, tandpasta, tante, tas, te groot, te klein, te hoog, teen, tegelijk, tegen (plaats), tekenen, tekening, telefoon, televisie / tv, tellen, tent, terug, terugbrengen, teruggeven, terwijl, thee, thuis, tien, tijd, tijger, tik (klap), toch, toen, toeter, tomaat, tong, toren, tot, touw / touwtje, traan, tram, trap (ladder), trein, trekken, trommel (muziek), trui, tuin, tussen, twee, u, uil, uit (afkomstig), uitdoen (kleren), uittrekken (kleren), uur, vaak, vaas, vader, vakantie, vallen, van (bezit), vandaag, vangen, varen, varken, vast (zeker), vast(houden), vechten, veel - meer - meest, vegen, ver - verder - verst, ver weg, verder (voorts), verdrietig, verdwijnen, verf, vergeten, verhaal, verjaardag, verkeerd, verkouden, verstaan, verstoppen, vertellen, verven, veter, vier, vieren, vies (vuil), vijf, vinden (mening), vinden (terug), vinger, vis, vlag, vlees, vlieg, vliegen, vliegtuig, vlinder, vlug, voelen, voet, voetbal, voetballen, vogel / vogeltje, vol, volgend, volgens, voor, voordat, voorlezen, voorzichtig, vorig, vork, vos, vouwen, vrachtauto, vragen, vriend / vriendje, vrouw, vuur, waar, waar (echt), waarheen / waarnaartoe, waarom, wachten, wagen / wagentje, wakker, wang, wanneer, want (voegwoord), want (handschoen), warm, wassen, wat, water, wc, wc-papier, we / wij, week, weer (nog eens), weer (znw), weg (znw), weg (bijw.), wegleggen, wei, weinig - minder - minst, wel, welk, welterusten, wereld, werk / werkje, werken, weten, wie, wieg, wiel, wijzen, willen, wind, winkel, winter, wip, wit, wolf, wolk, wonen, woord, worden, worst, wortel, yoghurt, zacht (geluid), zacht (voelen), zak, zakdoek, zand, zandbak, ze / zij, zebra, zee, zeep, zeer (doet zeer), zeg (tussenw.), zeggen, zeker, zelf, zes, zetten, zeven, zich, ziek, ziekenhuis, zien, zijn (ww), zijn (bez. vnw), zingen, zitten, zo, zo (dadelijk), zoals, zoeken, zoet, zomaar, zomer, zon, zonder, zorgen, zout, zoveel, zuchten, zullen, zus / zusje, zuur, zwaaien, zwart, zwemmen