Kerstboom

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken

Diversen

De kerstboom

De kerstboom








Diversen

De kerstboom

De kerstboom










Kerst

Kerstboom.jpg Kerstboom echt.jpg Kerstboom tekst.jpg Kerstboom versieren


  • Doelwoorden Semantiseren: de drie uitjes (betekenisaspecten en kenmerken)
  • Piek Uitleggen en uitbreiden: Als het bijna kerst is dan kopen mensen een kerstboom. Deze kerstboom gaan ze versieren met slingers en *kerstballen. Ze zetten er ook een piek op. Een piek zet je helemaal bovenop de kerstboom, in de top van de kerstboom. Een piek kan verschillende vormen hebben. Soms is een piek een ster, maar soms heeft een piek ook een andere vorm. Een piek kan ook aan de onderkant een soort bolletje zijn met bovenaan een punt.
  • Lichtjes Uitleggen en uitbreiden: Lichtjes is een ander woord voor lampjes. Als het bijna kerst is versieren mensen hun kerstboom. Dat doen ze met slingers, kerstballen, een piek en ook met lichtjes. De lichtjes in de kerstboom zitten met een draadje aan elkaar vast. En als je dan op een knopje drukt, dan gaan de lichtjes branden.
  • Branden Uitleggen en uitbreiden: Een lamp kan branden. Dat betekent dat de lamp aan is. Het wordt dan licht in de kamer. Een kaars kan ook branden. Dat betekent dat de kaars licht geeft. Lichtjes in de kerstboom kunnen ook branden, dat betekent dat de lichtjes aan zijn.
  • Versieren Uitleggen en uitbreiden: Versieren is een ander woord voor mooi maken. Als het feest is dan kan je de kamer versieren. Als je jarig bent versier je de kamer met slingers, ballonnen en vlaggetjes. En als het kerstmis is dan kan je een kerstboom kopen en deze versieren. *Een kerstboom maak je mooi met kerstballen, slingers, lichtjes en een piek. Je versiert de kerstboom.
  • Consolideeroefeningen (inoefenen van de nieuwe woorden):
  • Woordkaarten van cluster 4 laten ophangen aan de woordmuur: Wie kan de piek ophangen aan de woordmuur? Wie kan…
  • Woorden uit cluster 4 raden: Eén kind gaat de klas uit. De andere kinderen kiezen samen een woord. Het kind komt terug in de klas en mag vragen stellen. De andere kinderen geven antwoord met ja/nee. Kind mag het gekozen woord noemen of aanwijzen op de woordmuur.
  • Kimspel: Een woordkaart van cluster 1, 2, 3 of 4 weghalen van de woordmuur, kinderen moeten raden wat er ontbreekt. Ze mogen het woord ook omschrijven.
  • Woordweb Feest aanvullen bij cluster kerstmis: Waar denk je aan als je aan kerst denkt?