Sinterklaasfeest

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Versie door Jan (overleg | bijdragen) op 5 jan 2011 om 23:37 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Sinterklaasfeest *Doelwoorden Semantiseren: de drie uitjes (betekenisaspecten en kenmerken) *Strooien Uitleggen en uitbreiden: Strooien lijkt op zachtjes gooien. Als...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Sinterklaasfeest

  • Doelwoorden Semantiseren: de drie uitjes (betekenisaspecten en kenmerken)
  • Strooien Uitleggen en uitbreiden: Strooien lijkt op zachtjes gooien. Als je iets strooit dan gooi je het zachtjes in het rond om je heen. Zwarte Piet strooit altijd met snoepgoed. Hij strooit dan zachtjes allemaal snoep in het rond zodat ieder kind iets krijgt.
  • Uitbeelden: Strooien van snoepgoed uitbeelden
  • Pakje Uitleggen en uitbreiden: Een pakje is een cadeautje. Een pakje is altijd mooi ingepakt in cadeaupapier, soms zelfs met een strik erop. *Als je jarig bent of het is feest dan krijg je pakjes. Als Sinterklaas in Nederland is en je zet je schoen dan krijg je pakjes in je schoen.
  • Sinterklaasliedje Uitleggen en uitbreiden: Als Sinterklaas in Nederland is en je zet je schoen dan zing je ook vaak een Sinterklaasliedje.


Er zijn heel veel verschillende Sinterklaasliedjes. ‘Zie ginds komt de stoomboot’ is een Sinterklaasliedje, ‘Sinterklaas kapoentje’ is een Sinterklaasliedje en ‘Hoor de wind waait door de bomen’ is ook een Sinterklaasliedje. Uitbeelden: Zingen van de eerste regel van bovenstaande liedjes Zingen Uitleggen en uitbreiden: Zingen doe je met je stem, maar zingen is niet hetzelfde als praten. Zingen doe je vaak op muziek. Je kan verschillende liedjes zingen. Op een verjaardag kan je zingen. Dan zing je een verjaardagsliedje. ‘Lang zal ze leven’. Als Sinterklaas in Nederland is zing je Sinterklaasliedjes. ‘Zie ginds komt de stoomboot’. En als het Kerst is zing je Kerstliedjes. ‘Klink klokje klingelingeling’. Je kan ook zomaar zingen, als je vrolijk bent. Of je zingt mee met de radio of met een liedje van een cd. Uitbeelden: Zingen van eerste regel van bovenstaande liedjes.

  • Consolideeroefeningen (inoefenen van de nieuwe woorden):
  • Woordkaarten van cluster 3 laten ophangen aan de woordmuur: Wie kan het pakje ophangen aan de woordmuur? Wie kan…
  • Woorden uit cluster 3 tekenen: Kinderen raden zo snel mogelijk het getekende woord. Ze mogen het ook aanwijzen op de woordmuur als ze het weten.
  • Kimspel: Een woordkaart van cluster 1, 2 of 3 weghalen van de woordmuur, kinderen moeten raden wat er ontbreekt. Ze mogen het woord ook omschrijven.
  • Ik ga op reis en ik neem mee… Kinderen kiezen om de beurt een woord van de woordmuur en herhalen de voorgaande woorden. Bij een fout begint het opnieuw.