WAK:Groep6: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 1.198: Regel 1.198:
  
 
==Reizen==
 
==Reizen==
[[de accommodatie]]
+
* de [[accommodatie]]
de bestemming
+
* de [[bestemming]]
de dagtocht
+
* de [[dagtocht]]
[[de excursie]]
+
* de [[excursie]]
de helling
+
* de [[helling]]
de karavaan
+
* de [[karavaan]]
de piste
+
* de [[piste]]
de reisgids
+
* de [[reisgids]]
de rondleiding
+
* de [[rondleiding]]
de ski - ski's
+
* de [[ski]] - [[ski's]]
de toer (de rondtocht)
+
* de [[toer]] (de rondtocht)
de tol
+
* de [[tol]]
de tolweg
+
* de [[tolweg]]
de trekpleister
+
* de [[trekpleister]]
de VVV (Vereniging voor Vreemdelingenverkeer)
+
* de [[VVV]] (Vereniging voor Vreemdelingenverkeer)
de wandelkaart
+
* de [[wandelkaart]]
de wandeltocht
+
* de [[wandeltocht]]
de wintersport
+
* de [[wintersport]]
het hoogseizoen
+
* het [[hoogseizoen]]
het reisboek
+
* het [[reisboek]]
het skigebied
+
* het [[skigebied]]
het toerisme
+
* het [[toerisme]]
het vakantieland
+
* [[het vakantieland]]
bezichtigen - bezichtigde - bezichtigd
+
* [[bezichtigen]] - [[bezichtigde]] - [[bezichtigd]]
overnachten - overnachtte - overnacht
+
* [[overnachten]] - [[overnachtte]] - [[overnacht]]
in trek zijn
+
* [[in trek zijn]]
op kamp gaan
+
* [[op kamp gaan]]
  
 
==Richting==
 
==Richting==
de achterzijde
+
* de [[achterzijde]]
de bovenzijde
+
* de [[bovenzijde]]
de onderzijde
+
* de [[onderzijde]]
de positie
+
* de [[positie]]
de voorzijde
+
* de [[voorzijde]]
het noordelijk halfrond
+
* het [[noordelijk halfrond]]
het uiteinde
+
* het [[uiteinde]]
het zuidelijk halfrond
+
* het [[zuidelijk halfrond]]
leiden naar - leidde - geleid
+
* [[leiden naar]] - [[leidde]] - [[geleid]]
achterstevoren
+
* [[achterstevoren]]
bereikbaar
+
* [[bereikbaar]]
binnenstebuiten
+
* [[binnenstebuiten]]
bovenuit
+
* [[bovenuit]]
daarginds
+
* [[daarginds]]
dichtstbijzijnd
+
* [[dichtstbijzijnd]]
ginds
+
* [[ginds]]
horizontaal
+
* [[horizontaal]]
lokaal (plaatselijk)
+
* [[lokaal]] (plaatselijk)
nabij
+
* [[nabij]]
verticaal
+
* [[verticaal]]
in zicht zijn
+
* [[in zicht zijn]]
op ooghoogte
+
* [[op ooghoogte]]
  
 
==School==
 
==School==

Versie van 1 jul 2012 om 12:20

Verzameling van de Wakwoorden op thema en groep. Terug naar portaal Vierwindstreken klik hier

Bestuur en gezag

Bewegen, sport en spel

Dieren

Eten en drinken

Familie en vrienden


Figuurlijk taalgebruik

Gedrag en gevoelens

Geld en winkelen

Geloof

Informatie


Kunst

Lastige woorden


Lichaam en gezondheid

Maken en materialen

Media

Meten en wegen

Milieu

Muziek en geluid


Natuur

Omgang

Reizen

Richting

School

de afkorting de bespreking de breedtegraad de breuk de centiliter de deciliter de diepte de encyclopedie de globe de graad de graad Celsius (ºC) de grafiek de grammatica de grootte de hectometer de index de informatiebron de inhoudsopgave de inleiding de instructie de kaft de kennis de kern de klemtoon de kolom de meerkeuzevraag de milliliter de noemer de oppervlakte de opsomming de overzichtskaart de paragraaf de persoonsvorm de presentatie de puntkomma de rij de slotzin de spreekwolk de tabel de tape de teller de ton de topografie de topografische kaart de uitspraak (intonatie) de vergelijking de verhouding (vb. 1:2) de vierkante meter de voltooide tijd de voordracht de woordbouw de woordkeuze de/het figuur het accent (klemtoon) het accentteken het begrip het bijwoord het diploma het formulier het gezegde het haakje (leesteken) het leenwoord het lesboek het lesrooster het middenstuk (verhaal) het onderschrift het oppervlak het opschrift het proefwerk het project het schema het schoolbord het schrijfgerei het spreekwoord het taalgebruik het trema het verslag het voegwoord het voltooid deelwoord het werkstuk bestuderen - bestudeerde - bestudeerd demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd kopiëren - kopieerde - gekopieerd omcirkelen - omcirkelde - omcirkeld omschrijven - omschreef - omschreven overnemen uit / van - nam over - overgenomen overtuigen - overtuigde - overtuigd

Tijd

de dageraad de tijdsduur het decennium - decennia het tijdsbestek het tijdstip aanbreken - brak aan - aangebroken pauzeren - pauzeerde - gepauzeerd verspringen - versprong - versprongen achteraf algauw eindelijk eindeloos naderhand tijdelijk de tijd doorbrengen de tijd dringt het aanbreken van de dag het is eeuwen geleden in de loop van in een mum van tijd in een oogwenk in een wip op den duur .

Uiterlijk

de bakkebaard de gelijkenis de kilt de mascara de mottenbal de omslagdoek de outfit de sik de voetzool het accessoire het collier het halssnoer het hoofddeksel het juweel het medaillon het montuur het uiterlijke kenmerk plooien - plooide - geplooid pronken - pronkte - gepronkt .

Uitvinden

de apparatuur de astrologie de avatar de boogschutter de cd-speler de chatroom de chemische stof de e-mail de elektronische snelweg de harde schijf de hardware de horoscoop de kreeft de laptop de leeuw de maagd de pauzetoets de planeet de power (stroom) de raket de ram de schorpioen de sms - het sms'je - sms'en de software de steenbok de ster de sterren * de stier de straling de trilling de tweeling de vissen de waterman de webcam de website de weegschaal de zoekmachine (internet) de/het display de/het weblog het computerspel het computervirus het experiment het forum het heelal het laboratorium - laboratoriums - laboratoria het level het melkwegstelsel het modem het netwerk het profiel het scherm (pc) het sterrenbeeld het wezen chatten - chatte - gechat e-mailen - e-mailde - e-gemaild flonkeren - flonkerde - geflonkerd (ster) fonkelen - fonkelde - gefonkeld (ster) gamen - gamede - gegamed internetten - internette - geïnternet lanceren - lanceerde - gelanceerd (raket) ontdekken - ontdekten - ontdekt * opnemen - nam op - opgenomen (telefoon) opslaan - sloeg op - opgeslagen (bewaren) overgaan in - ging over - overgegaan (veranderen) printen - printte - geprint programmeren - programmeerde - geprogrammeerd sms'en - sms'te - ge-sms't snuffelen - snuffelde - gesnuffeld surfen - surfte - gesurft testen- testte - getest twinkelen - twinkelde - getwinkeld (ster) draadloos interactief offline online stand-by virtueel .

Vermaak

de bezienswaardigheid - bezienswaardigheden de bezigheid - bezigheden de fanfare de fuif de gegadigde de gezelligheid de grabbelton de mascotte * de optocht de polonaise de receptie de recreatie de toegang de toegangsprijs de vrije tijd het aardigheidje het amusement het carnaval het evenement het festival het gezelschap (groep mensen) het jubileum - jubileums - jubilea het kostuum het optreden het schoolfeest het toegangsbewijs amuseren - amuseerde - geamuseerd applaudisseren - applaudisseerde - geapplaudisseerd chillen - childe - gechild stappen - stapte - gestapt (uitgaan) op visite gaan

Vervoer

de achterruit de achteruitkijkspiegel de antenne de benzinepomp de brandstoftank de bumper de claxon de dode hoek de garagehouder de ijzel de jachthaven de jeep de kruising de lak de luchtballon de motorkap de omleiding de ophaalbrug de raceauto de reparatie de rotonde de ruitenwisser de spits de splitsing de staart (vliegtuig) de straaljager de truck de verharde weg de verkeersregelaar de voorrang de voorrangsweg de voorruit de wasstraat de wegenkaart de wegwerkzaamheden de wegwijzer de zijspiegel het asfalt het dashboard het hekwerk het jacht het spatbord het ventiel het viaduct het woon-werkverkeer inhalen - haalde in - ingehaald onderuitgaan - ging onderuit - onderuitgegaan schakelen - schakelde - geschakeld (versnelling) slippen - slipte - geslipt versperren - versperde - versperd opengebroken afslaan van de motor de bocht afsnijden eerste klas reizen ergens tegen aan knallen tweede klas reizen

Wat vinden we ervan?

de gekkigheid de narigheid de zin (nut) het nut accepteren - accepteerde - geaccepteerd afhangen van - hing af - afgehangen beoordelen - beoordeelde - beoordeeld goedkeuren - keurde goed - goedgekeurd aardig (vb. aardig groot) absurd afwijkend algemeen angstaanjagend apart avontuurlijk beeldschoon beestachtig begrijpelijk behaaglijk bekend betekenisloos betrouwbaar debiel duister eentonig ernstig fatsoenlijk favoriet fraai gastvrij geheel (vb. geheel onjuist) geschikt gezet goedaardig gunstig hoopvol hopeloos hulpeloos ijzig (koud) intens kostelijk kunstig kwaadaardig loodzwaar modern nauwkeurig nogal noodzakelijk nuttig onduidelijk ongeschikt onsmakelijk ouderwets passend precies puur roekeloos romantisch rottig rumoerig schadelijk slijmerig sneu snoezig snugger sober speciaal spontaan sprekend statig taai terecht typisch uitgelaten uitvoerig verfrommeld vlot volkomen (vb. volkomen onjuist) werkelijk wonderlijk zinloos zuiver zwijgzaam iets terecht vinden van iets op de hoogte zijn

Water

de brandspuit de delta de deltawerkende oceaan de scheepswerf de sluis de stormvloedkering de vaste stof de vloeistof de waterkering de watersnoodramp de waterstand de winterdijk de zeearm de zomerdijk het aquaducthet deltaplan het kookpunt het oppervlaktewater binden - bond - gebonden (vloeistof) condenseren - condenseerde - gecondenseerd spetteren - spetterde - gespetterd stollen - stolde - gestold vastvriezen - vroor vast - vastgevroren vriezen - vroor - gevroren bakboord stuurboord

Werken en Beroepen

de beroepsgroep de collega - collega's de dagloner de dienst de functie de leiding de loondienst de onderneming de organisatie de specialiteit de stage de stagiaire de staking de stichting de vakbond de vergadering de voorzitter - voorzitster de vrijwilliger de werktijd het dagloon het specialisme het uurloon organiseren - organiseerde - georganiseerd ploeteren - ploeterde - geploeterd staken - staakte - gestaakt stichten - stichtte - gesticht voorzitten - zat voor - voorgezeten dienst hebben van aanpakken weten

Wonen

de achterkamer de adviseur - adviseuse de arbeiderswoning de armoede de binnenplaats de bliksemafleider de buitenwijk de divan de droger de elektrische lading de flatwijk de hoofdingang de hovenier de huisbaas de huisregels de huur de huurder de hypotheek de kamerplant de kandelaar de klapstoel de kunstbloem de makelaar de nieuwbouwwijk de nok de omheining de radiator de Randstad de schotelantenne de schuifwand de servicekosten de steeg de stofwolk de stroomstoring de taxatie de uitschuifladder de vrijstaande woning de wirwar de woningbouwcorporatie de zonwering de zuil (pilaar) het afdak het appartement het gif het huurhuis et koophuis het ongedierte het prikkeldraad het rijtjeshuis het tegelpad het terrein het voetstuk het woonerf het zonnescherm binnengaan - ging binnen - binnengegaan binnenlaten - liet binnen - binnengelaten binnenstappen - stapte binnen - binnengestapt binnentreden - trad binnen - binnengetreden dichtdoen - deed dicht - dichtgedaan huren - huurde - gehuurd ingaan - ging in - ingegaan inrichten - richtte in - ingericht intrekken - trok in - ingetrokken reinigen - reinigde - gereinigd toelaten - liet toe - toegelaten (binnenlaten) verpotten - verpotte - verpot overdekt twee onder één kap vrijstaand bij iemand inlopen onderdak hebben onderdak vinden zich ergens vestigen .