WAK:Groep6: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken
Regel 264: Regel 264:
  
 
==Figuurlijk taalgebruik==
 
==Figuurlijk taalgebruik==
[[allemachtig]]
+
* [[allemachtig]]
[[beslist]] (zeker)
+
* [[beslist]] (zeker)
[[broodnodig]]
+
* [[broodnodig]]
[[kappen]] (stoppen)
+
* [[kappen]] (stoppen)
[[picobello]]
+
* [[picobello]]
[[verdorie]]
+
* [[verdorie]]
[[zonde]]
+
* [[zonde]]
[[achter de wolken schijnt de zon]]
+
* [[achter de wolken schijnt de zon]]
[[als de bliksem]]
+
* [[als de bliksem]]
[[als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel]]
+
* [[als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel]]
[[bedrukt gezicht]]
+
* [[bedrukt gezicht]]
[[bij je positieven komen]]
+
* [[bij je positieven komen]]
[[bij zijn positieven blijven]]
+
* [[bij zijn positieven blijven]]
[[buiten adem zijn]]
+
* [[buiten adem zijn]]
[[dat is dat]]
+
* [[dat is dat]]
[[dat is koffiedik kijken]]
+
* [[dat is koffiedik kijken]]
[[de aap komt uit de mouw]]
+
* [[de aap komt uit de mouw]]
[[de beerput]]
+
* [[de beerput]]
[[de draak met iemand steken]]
+
* [[de draak met iemand steken]]
[[de eerste de beste]]
+
* [[de eerste de beste]]
[[de gebeten hond zijn]]
+
* [[de gebeten hond zijn]]
[[de hoop hebben dat]]
+
* [[de hoop hebben dat]]
[[de kat uit de boom kijken]]
+
* [[de kat uit de boom kijken]]
[[de koe bij de horens vatten]]
+
* [[de koe bij de horens vatten]]
[[de koeienletter]]
+
* [[de koeienletter]]
[[de krokodillentranen]]
+
* [[de krokodillentranen]]
[[de maat is vol]]
+
* [[de maat is vol]]
[[de paarden achter de wagen spannen]]
+
* [[de paarden achter de wagen spannen]]
[[de roddelkous]]
+
* [[de roddelkous]]
[[de stand van zaken]]
+
* [[de stand van zaken]]
[[de stuipen op het lijf jagen]]
+
* [[de stuipen op het lijf jagen]]
[[dikke vrienden zijn]]
+
* [[dikke vrienden zijn]]
[[door de bomen het bos niet meer zien]]
+
* [[door de bomen het bos niet meer zien]]
[[een bestaan opbouwen]]
+
* [[een bestaan opbouwen]]
[[een boekenwurm]]
+
* [[een boekenwurm]]
[[een daverend succes]]
+
* [[een daverend succes]]
[[een feestje bouwen]]
+
* [[een feestje bouwen]]
[[een hazenslaapje]]
+
* [[een hazenslaapje]]
[[een hondenleven]]
+
* [[een hondenleven]]
[[een kippeneindje]]
+
* [[een kippeneindje]]
[[een koekje van eigen deeg]]
+
* [[een koekje van eigen deeg]]
[[een koud kunstje]]
+
* [[een koud kunstje]]
[[een liegbeest]]
+
* [[een liegbeest]]
[[een pak slaag krijgen]]
+
* [[een pak slaag krijgen]]
[[een rol spelen]]
+
* [[een rol spelen]]
[[er de pest in hebben]]
+
* [[er de pest in hebben]]
[[er geen gat meer in zien]]
+
* [[er geen gat meer in zien]]
[[er vandoor gaan]]
+
* [[er vandoor gaan]]
[[ergens een handje van hebben]]
+
* [[ergens een handje van hebben]]
[[ergens een punt achterzetten]]
+
* [[ergens een punt achterzetten]]
[[ergens in trappen]]
+
* [[ergens in trappen]]
[[geen kwaad kunnen]]
+
* [[geen kwaad kunnen]]
[[grote ogen opzetten]]
+
* [[grote ogen opzetten]]
[[hemel en aarde bewegen]]
+
* [[hemel en aarde bewegen]]
[[het apenpakje]]
+
* [[het apenpakje]]
[[het feestvarken]]
+
* [[het feestvarken]]
[[het hemd van het lijf vragen]]
+
* [[het hemd van het lijf vragen]]
[[het hondenweer]]
+
* [[het hondenweer]]
[[het kikkerbad]]
+
* [[het kikkerbad]]
[[het leeuwendeel]]
+
* [[het leeuwendeel]]
[[het rooien]]
+
* [[het rooien]]
[[hoe dan ook]]
+
* [[hoe dan ook]]
[[hoog tijd]]
+
* [[hoog tijd]]
[[iemand een loer draaien]]
+
* [[iemand een loer draaien]]
[[iemand een rad voor ogen draaien]]
+
* [[iemand een rad voor ogen draaien]]
[[iemand op de hielen zitten]]
+
* [[iemand op de hielen zitten]]
[[iets door een roze bril bekijken]]
+
* [[iets door een roze bril bekijken]]
[[iets uit zijn mouw schudden]]
+
* [[iets uit zijn mouw schudden]]
[[iets voor de boeg hebben]]
+
* [[iets voor de boeg hebben]]
[[in 's hemelsnaam]]
+
* [[in 's hemelsnaam]]
[[in de put zitten]]
+
* [[in de put zitten]]
[[in de weer zijn]]
+
* [[in de weer zijn]]
[[in de wolken zijn]]
+
* [[in de wolken zijn]]
[[in het duister tasten]]
+
* [[in het duister tasten]]
[[in het holst van de nacht]]
+
* [[in het holst van de nacht]]
[[in het middelpunt van de belangstelling staan]]
+
* [[in het middelpunt van de belangstelling staan]]
[[in weer en wind]]
+
* [[in weer en wind]]
[[je doel bereiken]]
+
* [[je doel bereiken]]
[[je hart verloren hebben]]
+
* [[je hart verloren hebben]]
[[je niet uit het veld laten slaan]]
+
* [[je niet uit het veld laten slaan]]
[[je uit de voeten maken]]
+
* [[je uit de voeten maken]]
[[lachen, gieren, brullen]]
+
* [[lachen, gieren, brullen]]
[[loop naar de maan]]
+
* [[loop naar de maan]]
[[met een hoed in de hand, kom je door het ganse land]]
+
* [[met een hoed in de hand, kom je door het ganse land]]
[[met gespitste oren luisteren]]
+
* [[met gespitste oren luisteren]]
[[met open mond staan kijken]]  
+
* [[met open mond staan kijken]]  
[[nu breekt mijn klomp]]
+
* [[nu breekt mijn klomp]]
[[oog in oog]]
+
* [[oog in oog]]
[[op de achtergrond]]
+
* [[op de achtergrond]]
[[op de hoogte zijn van iets]]
+
* [[op de hoogte zijn van iets]]
[[op de loer liggen]]
+
* [[op de loer liggen]]
[[op een gegeven moment]]
+
* [[op een gegeven moment]]
[[op het punt staan]]
+
* [[op het punt staan]]
[[op je neus kijken]]
+
* [[op je neus kijken]]
[[op komst zijn]]
+
* [[op komst zijn]]
[[op slag]]
+
* [[op slag]]
[[over de rooie gaan]]
+
* [[over de rooie gaan]]
[[over de vloer]]
+
* [[over de vloer]
[[smaken verschillen]]
+
* [[smaken verschillen]]
[[spaak lopen]]
+
* [[spaak lopen]]
[[tegen de haren instrijken]]
+
* [[tegen de haren instrijken]]
[[toe zijn aan]]
+
* [[toe zijn aan]]
[[tranen met tuiten huilen]]
+
* [[tranen met tuiten huilen]]
[[trappelen van ongeduld]]
+
* [[trappelen van ongeduld]]
[[uit alle macht]]
+
* [[uit alle macht]]
[[van de vloer kunnen eten]]
+
* [[van de vloer kunnen eten]]
[[van pas komen]]
+
* [[van pas komen]]
[[voor niets gaat de zon op]]
+
* [[voor niets gaat de zon op]]
[[voor wat hoort wat]]
+
* [[voor wat hoort wat]]
[[wat mij betreft]]
+
* [[wat mij betreft]]
[[water naar de zee dragen]]
+
* [[water naar de zee dragen]]
[[weer terecht zijn]]
+
* [[weer terecht zijn]]
[[zijn biezen pakken]]
+
* [[zijn biezen pakken]]
[[zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens]]
+
* [[zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens]]
[[zwart van de mensen zien]]
+
* [[zwart van de mensen zien]]
  
 
==Gedrag en gevoelens==
 
==Gedrag en gevoelens==

Versie van 29 jun 2012 om 22:19

Verzameling van de Wakwoorden op thema en groep. Terug naar portaal Vierwindstreken klik hier

Bestuur en gezag

Bewegen, sport en spel

Dieren

Eten en drinken

Familie en vrienden


Figuurlijk taalgebruik

Gedrag en gevoelens

de attentie (aandacht) de bewondering de brompot de dromer de dwaas de eigenschap de emotie de ergernis de gezichtsuitdrukking de karaktereigenschap de kwaadheid de kwajongen de leugenaar de lichaamstaal de liefhebber de ontspanning de opluchting de pottenkijker de schuld de slechte naam de spanning de spelbreker de stemming de tegenslag de tegenzin de troost de verkering de verlegenheid de verwachting de viespeuk de voorkeur de warmte de zeurpiet het doel (wat je wilt bereiken) het doorzettingsvermogen het innerlijk het leed het stopwoord het talent het treffen het verlangen aandikken - dikte aan - aangedikt aankunnen - kon aan - aangekund afleiden - leidde af - afgeleid (concentratie) afleren - leerde af - afgeleerd bedaren - bedaarde - bedaard bekendstaan als/om - stond bekend - bekendgestaan boeien - boeide - geboeid buitensluiten - sloot buiten - buitengesloten dagdromen - dagdroomde - gedagdroomd ergeren - ergerde - geërgerd gluren - gluurde - gegluurd huiveren - huiverde - gehuiverd indenken - dacht in - ingedacht interesseren - interesseerde- geïnteresseerd klaarspelen - speelde klaar - klaargespeeld liefkozen - liefkoosde - geliefkoosd lijden - leed - geleden (verdriet) mekkeren - mekkerde - gemekkerd (zeuren) menen - meende - gemeend (iets denken) mishandelen - mishandelde - mishandeld mokken - mokte - gemokt (boos) nakomen - kwam na - nagekomen ophoepelen - hoepelde op - opgehoepeld opkomen - kwam op - opgekomen (gedachte) overkomen - overkwam - overkomen (gebeuren) overwegen - overwoog - overwogen peinzen - peinsde - gepeinsd proesten - proestte -geproest (lachen) prutsen - prutste - geprutst rondhangen - hing rond - rondgehangen schokken - schokte - geschokt staren - staarde - gestaard steunen - steunde - gesteund (zuchten) uitkijken naar - keek uit - uitgekeken uitmaken - maakte uit - uitgemaakt (verkering) verbluffen - verblufte - verbluft verdringen - verdrong - verdrongen verwaarlozen - verwaarloosde - verwaarloosd verwonderen - verwonderde - verwonderd zich aanpassen - paste aan - aangepast zich beklagen - beklaagde - beklaagd zich gedragen - gedroeg - gedragen zich inhouden - hield in - ingehouden zich verbeelden - verbeeldde - verbeeld zwijgen - zweeg - gezwegen aandachtig agressief attent bazig bedeesd belangstellend beteuterd chagrijnig dromerig gejaagd geliefd gevoelig hoofdschuddend hulpvaardig ijverig kieskeurig maf nieuwsgierigheid onfatsoenlijk onverschillig overmoedig overtuigd pienter pinnig somber stug vastbesloten venijnig verbijsterd verheugd verontwaardigd verstrooid vijandig vurig wanhopig aandacht schenken aan ademloos toekijken belachelijk maken de aandacht trekken de aandacht vasthouden doen alsof een gebaar maken een gevoel overbrengen een kreet slaken een sterk verhaal een streek uithalen ergens iets van zeggen ergens mee zitten ergens over inzitten ergens van opkijken geen erg hebben in genieten van geprikkeld zijn goedgemutst zijn grof taalgebruik het ergste vrezen het hoogste woord voeren het uitschreeuwen het zat zijn iets afsluiten iets doorvertellen iets niet nemen iets niet pikken in paniek zijn in zijn schild voeren je druk maken liefhebber zijn van met opzet met zorg naar voren treden op de vuist gaan op het puntje van je stoel zitten op iemand zijn (verliefd) opgelucht zijn stoom afblazen trouw zijn vol zijn van zich iets kunnen voorstellen zich niet van de wijs laten brengen

Geld en winkelen

de afschrijving de betaling de bijschrijving de catalogus de contributie de financiën de invoering de juwelier de kluis de marktkoopman de overschrijving de portefeuille de roltrap de rommelmarkt de smokkelaar de uitkering de uitverkoop de veiling de verhoging de winkeldiefstal de winst de zakkenroller het antiek het lootje het product het statiegeld aanreiken - reikte aan - aangereikt aanschaffen - schafte aan - aangeschaft bedelen - bedelde - gebedeld bieden - bood - geboden inslaan - sloeg in - ingeslagen opheffen - hief op - opgeheven schenken - schonk - geschonken smokkelen - smokkelde - gesmokkeld tonen - toonde - getoond verspreiden - verspreidde - verspreid gierig vrijgevig de kost verdienen een nummertje trekken

Geloof

de Bijbel de bisschop de boeddhist de dienst * de duivel de geestelijke de godsdienst de hel de hemel de hindoe de imam de islam [[de kapel de kardinaal]] de kathedraal de Koran de minaret de monnik - non de moslim de pastoor de pelgrim de plechtigheid * de priester - priesteres de rabbijn / rabbi de ramadan de religie de synagoge de tempel het altaar het boeddhisme het christendom het gebed het hiernamaals het hindoeïsme het Jodendom het klooster het lot het offer het vasten offeren - offerde - geofferd vasten - vastte - gevast Allah Boeddha Christus islamitisch Jezus joods katholiek plechtig protestants

Informatie

de aanleiding de crisis de detective de enquête de gelegenheid - gelegenheden de inlichting de kans de kenner de kwestie de methode de oproep de opschudding de poging de praktijk de uitzondering de voorlichting de voorspelling de waarzegger de wijsheid het communicatiemiddel het feit het gevolg het resultaat het telefoonboek het toeval aanpassen - paste aan - aangepast aflezen - las af - afgelezen afzoeken - zocht af - afgezocht communiceren - communiceerde - gecommuniceerd doorvragen - vroeg door - doorgevraagd dreigen te - dreigde - gedreigd informeren - informeerde - geïnformeerd ondernemen - ondernam - ondernomen onderscheiden - onderscheidde - onderscheiden oppikken - pikte op - opgepikt oproepen - riep op - opgeroepen opvatten - vatte op - opgevat ordenen - ordende - geordend (op volgorde) verduidelijken - verduidelijkte - verduidelijkt vereenvoudigen - vereenvoudigde - vereenvoudigd vergelijken - vergeleek - vergeleken verhelderen - verhelderde - verhelderd voeren - voerde - gevoerd (leiden naar) voorspellen - voorspelde - voorspeld voortzetten - zette voort - voortgezet vormen - vormde - gevormd raadselachtig aan de hand zijn ergens op uitkomen erin opnemen gebruik maken van iets bijhouden iets opmaken uit inlichtingen verstrekken inlichtingen vragen .

Kunst

de beeldende kunst de beeldhouwer de collage de duisternis de gloed de inspiratie de lichtbron de muurschildering de pastelkleur de plakkaatverf de primaire kleuren de schijnwerper de schim de uitvoering de verbeelding de/het silhouet fel licht het bouwwerk het doek (schilder) het duister het gezichtsbedrog het jeugdtheater het kaarslicht het knipsel het monument het motief (patroon) het mozaïek het museumbezoek het palet het perspectief (diepte) het profiel het schijnsel het spiegelbeeld het stilleven het zijaanzicht zwak licht boetseren - boetseerde - geboetseerd dichten - dichtte - gedicht (poëzie) gloeien - gloeide - gegloeid inlijsten - lijstte in - ingelijst nabootsen - bootste na - nagebootst opfleuren - fleurde op - opgefleurd schijnen - scheen - geschenen spiegelen - spiegelde - gespiegeld spotten - spotte - gespot (zien) terugkaatsen - kaatste terug - teruggekaatst uitbeelden - beeldde uit - uitgebeeld verduisteren - verduisterde - verduisterd verfraaien - verfraaide - verfraaid verlichten - verlichtte - verlicht abstract artistiek egaal glans levensecht lichtgevend manshoog mat ovaal violet vlekkerig geen hand voor ogen zien met de hand

Lastige woorden

de nadruk blijken - bleek - gebleken dienen - diende - gediend (bedoeld zijn voor) afscheidelijk alsmaar amper bepaald bijbehorend blijkbaar buiten (zonder) echter eerder enigszins eveneens evengoed figuurlijk hoogst immers inmiddels integendeel kennelijk kortom letterlijk maximaal minimaal minstens nauwelijks ofwel onafscheidelijk quasi reeds tamelijk te tenminste uiteen vandaar verscheiden voornaam vrijwel willekeurig aan de hand van behoren tot de nadruk leggen op even ? als ? in het algemeen in tegenstelling tot in verband met liever gezegd maar liefst met behulp van middel om ten eerste ?, ten tweede ? ten einde lopen van voren af aan voor de rest zo nodig .

Lichaam en gezondheid

de aanleunwoning de acupunctuur de alcohol de amandel (keel) de apotheker de bal van je voet / hand de beenderen de beugel de bijsluiter de dikke darm de dunne darm de fysiotherapie de gedaante de gehandicapte de handicap de inrichting de koorts de kruk de leesbril de lichaamstemperatuur de mazelen de misvorming de mitella de moedervlek de mongool (Down-syndroom) de ontlasting de ontsteking de orthodontist de puist de romp de ruggengraat de schedel de schilfer de slokdarm de tissue de toiletspullen de urine de verhoging de vermoeidheid de vitaminepil de waterpokken de wervel de wimper de zwangerschap de/het figuur de/het tablet het bejaardenhuis het bekken het gekriebel het geneesmiddel het geraamte het hulpmiddel het recept het slijmvlies het spraakgebrek het verpleeghuis het vocht baden - baadde - gebaad brabbelen - brabbelde - gebrabbeld herstellen - herstelde - hersteld insmeren - smeerde in - ingesmeerd inspuiten - spoot in - ingespoten kwakkelen - kwakkelde - gekwakkeld lispelen - lispelde - gelispeld mankeren - mankeerde - gemankeerd mompelen - mompelde - gemompeld schokken - schokte - geschokte (beweging) slissen - sliste - geslist stotteren - stotterde - gestotterd uitglijden - gleed uit - uitgegleden verlammen - verlamde - verlamd verschonen - verschoonde - verschoond verteren - verteerde - verteerd verwonden - verwondde - verwond bezweet bloederig gehandicapt kwiek misvormd schraal zwanger een snotneus hebben in je neus pulken in zijn blote bast in zijn neus peuteren verlamd zijn zijn neus ophalen (verkoudheid)

Maken en materialen

de architect de beugel de bout de bouwmaterialen de bouwtechniek de bundel de fabrikant de gebruiksaanwijzing de gereedschapskist de grendel de ijzerdraad de industrie de kabel de klusjesman de leiding de ondergrond de opbouw de rolmaat de schakel de smid - smeden de stoommachine de storing het beton het cement het gebruik het industrieterrein het klusje het koper het marmer het model het naaigaren het nylon het vlak het werktuig het wrak aanbrengen - bracht aan - aangebracht aansluiten - sloot aan - aangesloten beplakken - beplakte - beplakt bevestigen - bevestigde - bevestigd frommelen - frommelde - gefrommeld instorten - stortte in - ingestort schaven - schaafde - geschaafd scheppen - schiep - geschapen (maken) slijpen - sleep - geslepen slopen - sloopte - gesloopt smeden - smeedde - gesmeed splitsen - splitste - gesplitst spreiden - spreidde - gespreid toevoegen - voegde toe - toegevoegd vermaken - vermaakte - vermaakt verschuiven - verschoof - verschoven bolvormig doormidden gaaf (intact) bekleed met bezaaid met strak spannen

Media

de actiefilm de animatiefilm de biografie de buis de documentaire de horror de jongensgroep - meidengroep de komedie de oplage de opname de rol (film) de sciencefiction de slagzin de tekenfilm de televisiegids de thriller het drama het genre het idool het stuk (artikel) het waargebeurde verhaal het witte doek het/de figuur het/de personage zappen - zapte - gezapt (tv-zenders) live bekend zijn de hoofdrol spelen een ster zijn

Meten en wegen

collectie de combinatie de massa - massa's de menigte de reeks de serie de stoet het dozijn het drietal het krat schatten - schatte - geschat enig (een paar) halfvol vol driekwart vol een stuk of in totaal

Milieu

de chemokar de gft-container de groene stroom de luchtvervuiling de rookwolk de rotzooi de spuitbus de steenkool de uitstoot de windmolen het chemisch afval het restafval het roet het uitlaatgas dumpen - dumpte - gedumpt filteren - filterde - gefilterd lozen - loosde - geloosd zuiveren - zuiverde - gezuiverd milieuschadelijk milieuvriendelijk afval scheiden de opwarming van de aarde

Muziek en geluid

de band de diskjockey (dj) de geluidshinder de grammofoonplaat de megafoon de melodie - melodieën de popgroep de popster de radiofrequentie de songtekst de stereotoren de toon de wijs (melodie) het radiostation het signaal afstemmen - stemde af - afgestemd (radio) echoën - echode - geëchood joelen - joelde - gejoeld neuriën - neuriede - geneuried opvangen - ving op - opgevangen (horen) begeleiden met muziek geluid uitstoten .

Natuur

de (bloem)bol * de bamboe de bloemen * de delfstof de druk * de duintop de evenaar de gewichtsloosheid * de graspol de groenten * de groententuin * de grondsoort de grondstof de hei de hoogteligging de humus de insecten * de kalk de kikkervisjes * de kleigrond * de knol * de kringloop de kruiden * de lancering * De Landbouw de loofboom de mineralen de naaldboom de planeten * de regen * de savanne de schimmel de steppe [de toendra]] de tropen de turf de verschuiving de vliegenzwam de wortelkluit de zaadjes * het duinlandschap het ei * het fruit * het groeiproces het helmgras het heuvellandschap het ISS * het mineraal het naaldwoud het nest * het rivierenlandschap het stiltegebied het suikerriet het veen het water * het zandlandschap het zeekleilandschap het zeelandschap het zonnenstelsel * het/de leem het/de teer bloeien - bloeide - gebloeid * ontkiemen - ontkiemde - ontkiemd * schimmelen - schimmelde - geschimmeld winnen - won - gewonnen (ontginnen) zaai - zaaide - gezaaid * zaaien - zaaide - gezaaid * bedreigde diersoort * bergachtig traceren *

Omgang

de bijnaam de discriminatie de kritiek de ontmoeting de relatie de roepnaam de scheldnaam de troetelnaam het akkoord het vooroordeel het voorstel aankondigen - kondigde aan - aangekondigd afkeuren - keurde af - afgekeurd bedriegen - bedroog - bedrogen behandelen - behandelde - behandeld (bespreken) bekvechten - bekvechtte - gebekvecht bijleggen - legde bij - bijgelegd bijvallen - viel bij - bijgevallen discrimineren - discrimineerde - gediscrimineerd foeteren - foeterde - gefoeterd geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld gunnen - gunde - gegund herdenken - herdacht - herdacht kwetsen - kwetste - gekwetst meeleven - leefde mee - meegeleefd ondersteunen - ondersteunde - ondersteund opmerken - merkte op - opgemerkt opvatten - vatte op - opgevat overlaten aan - liet over - overgelaten tutoyeren - tutoyeerde - getutoyeerd uitmaken - maakte uit - uitgemaakt (beslissen) uitvallen - viel uit - uitgevallen (boos) verbinden - verbond - verbonden (relatie) verdragen - verdroeg - verdragen verlossen - verloste - verlost verwijten - verweet - verweten verzoenen - verzoende - verzoend wenken - wenkte - gewenkt wijden aan - wijdde - gewijd wijsmaken - maakte wijs - wijsgemaakt zich richten op - richtte - gericht zich wenden tot - wendde - gewend asociaal * beleefd * bemoedigend gemeenschappelijk respectloos * respectvol * afscheid nemen bezwaar hebben tegen iemand / iets verwachten iemand doordringend aankijken iemand ergens van voorzien iemand gewend zijn iemand iets verzekeren

Reizen

de accommodatie de bestemming de dagtocht de excursie de helling de karavaan de piste de reisgids de rondleiding de ski - ski's de toer (de rondtocht) de tol de tolweg de trekpleister de VVV (Vereniging voor Vreemdelingenverkeer) de wandelkaart de wandeltocht de wintersport het hoogseizoen het reisboek het skigebied het toerisme het vakantieland bezichtigen - bezichtigde - bezichtigd overnachten - overnachtte - overnacht in trek zijn op kamp gaan

Richting

de achterzijde de bovenzijde de onderzijde de positie de voorzijde het noordelijk halfrond het uiteinde het zuidelijk halfrond leiden naar - leidde - geleid achterstevoren bereikbaar binnenstebuiten bovenuit daarginds dichtstbijzijnd ginds horizontaal lokaal (plaatselijk) nabij verticaal in zicht zijn op ooghoogte

School

de afkorting de bespreking de breedtegraad de breuk de centiliter de deciliter de diepte de encyclopedie de globe de graad de graad Celsius (ºC) de grafiek de grammatica de grootte de hectometer de index de informatiebron de inhoudsopgave de inleiding de instructie de kaft de kennis de kern de klemtoon de kolom de meerkeuzevraag de milliliter de noemer de oppervlakte de opsomming de overzichtskaart de paragraaf de persoonsvorm de presentatie de puntkomma de rij de slotzin de spreekwolk de tabel de tape de teller de ton de topografie de topografische kaart de uitspraak (intonatie) de vergelijking de verhouding (vb. 1:2) de vierkante meter de voltooide tijd de voordracht de woordbouw de woordkeuze de/het figuur het accent (klemtoon) het accentteken het begrip het bijwoord het diploma het formulier het gezegde het haakje (leesteken) het leenwoord het lesboek het lesrooster het middenstuk (verhaal) het onderschrift het oppervlak het opschrift het proefwerk het project het schema het schoolbord het schrijfgerei het spreekwoord het taalgebruik het trema het verslag het voegwoord het voltooid deelwoord het werkstuk bestuderen - bestudeerde - bestudeerd demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd kopiëren - kopieerde - gekopieerd omcirkelen - omcirkelde - omcirkeld omschrijven - omschreef - omschreven overnemen uit / van - nam over - overgenomen overtuigen - overtuigde - overtuigd

Tijd

de dageraad de tijdsduur het decennium - decennia het tijdsbestek het tijdstip aanbreken - brak aan - aangebroken pauzeren - pauzeerde - gepauzeerd verspringen - versprong - versprongen achteraf algauw eindelijk eindeloos naderhand tijdelijk de tijd doorbrengen de tijd dringt het aanbreken van de dag het is eeuwen geleden in de loop van in een mum van tijd in een oogwenk in een wip op den duur .

Uiterlijk

de bakkebaard de gelijkenis de kilt de mascara de mottenbal de omslagdoek de outfit de sik de voetzool het accessoire het collier het halssnoer het hoofddeksel het juweel het medaillon het montuur het uiterlijke kenmerk plooien - plooide - geplooid pronken - pronkte - gepronkt .

Uitvinden

de apparatuur de astrologie de avatar de boogschutter de cd-speler de chatroom de chemische stof de e-mail de elektronische snelweg de harde schijf de hardware de horoscoop de kreeft de laptop de leeuw de maagd de pauzetoets de planeet de power (stroom) de raket de ram de schorpioen de sms - het sms'je - sms'en de software de steenbok de ster de sterren * de stier de straling de trilling de tweeling de vissen de waterman de webcam de website de weegschaal de zoekmachine (internet) de/het display de/het weblog het computerspel het computervirus het experiment het forum het heelal het laboratorium - laboratoriums - laboratoria het level het melkwegstelsel het modem het netwerk het profiel het scherm (pc) het sterrenbeeld het wezen chatten - chatte - gechat e-mailen - e-mailde - e-gemaild flonkeren - flonkerde - geflonkerd (ster) fonkelen - fonkelde - gefonkeld (ster) gamen - gamede - gegamed internetten - internette - geïnternet lanceren - lanceerde - gelanceerd (raket) ontdekken - ontdekten - ontdekt * opnemen - nam op - opgenomen (telefoon) opslaan - sloeg op - opgeslagen (bewaren) overgaan in - ging over - overgegaan (veranderen) printen - printte - geprint programmeren - programmeerde - geprogrammeerd sms'en - sms'te - ge-sms't snuffelen - snuffelde - gesnuffeld surfen - surfte - gesurft testen- testte - getest twinkelen - twinkelde - getwinkeld (ster) draadloos interactief offline online stand-by virtueel .

Vermaak

de bezienswaardigheid - bezienswaardigheden de bezigheid - bezigheden de fanfare de fuif de gegadigde de gezelligheid de grabbelton de mascotte * de optocht de polonaise de receptie de recreatie de toegang de toegangsprijs de vrije tijd het aardigheidje het amusement het carnaval het evenement het festival het gezelschap (groep mensen) het jubileum - jubileums - jubilea het kostuum het optreden het schoolfeest het toegangsbewijs amuseren - amuseerde - geamuseerd applaudisseren - applaudisseerde - geapplaudisseerd chillen - childe - gechild stappen - stapte - gestapt (uitgaan) op visite gaan

Vervoer

de achterruit de achteruitkijkspiegel de antenne de benzinepomp de brandstoftank de bumper de claxon de dode hoek de garagehouder de ijzel de jachthaven de jeep de kruising de lak de luchtballon de motorkap de omleiding de ophaalbrug de raceauto de reparatie de rotonde de ruitenwisser de spits de splitsing de staart (vliegtuig) de straaljager de truck de verharde weg de verkeersregelaar de voorrang de voorrangsweg de voorruit de wasstraat de wegenkaart de wegwerkzaamheden de wegwijzer de zijspiegel het asfalt het dashboard het hekwerk het jacht het spatbord het ventiel het viaduct het woon-werkverkeer inhalen - haalde in - ingehaald onderuitgaan - ging onderuit - onderuitgegaan schakelen - schakelde - geschakeld (versnelling) slippen - slipte - geslipt versperren - versperde - versperd opengebroken afslaan van de motor de bocht afsnijden eerste klas reizen ergens tegen aan knallen tweede klas reizen

Wat vinden we ervan?

de gekkigheid de narigheid de zin (nut) het nut accepteren - accepteerde - geaccepteerd afhangen van - hing af - afgehangen beoordelen - beoordeelde - beoordeeld goedkeuren - keurde goed - goedgekeurd aardig (vb. aardig groot) absurd afwijkend algemeen angstaanjagend apart avontuurlijk beeldschoon beestachtig begrijpelijk behaaglijk bekend betekenisloos betrouwbaar debiel duister eentonig ernstig fatsoenlijk favoriet fraai gastvrij geheel (vb. geheel onjuist) geschikt gezet goedaardig gunstig hoopvol hopeloos hulpeloos ijzig (koud) intens kostelijk kunstig kwaadaardig loodzwaar modern nauwkeurig nogal noodzakelijk nuttig onduidelijk ongeschikt onsmakelijk ouderwets passend precies puur roekeloos romantisch rottig rumoerig schadelijk slijmerig sneu snoezig snugger sober speciaal spontaan sprekend statig taai terecht typisch uitgelaten uitvoerig verfrommeld vlot volkomen (vb. volkomen onjuist) werkelijk wonderlijk zinloos zuiver zwijgzaam iets terecht vinden van iets op de hoogte zijn

Water

de brandspuit de delta de deltawerkende oceaan de scheepswerf de sluis de stormvloedkering de vaste stof de vloeistof de waterkering de watersnoodramp de waterstand de winterdijk de zeearm de zomerdijk het aquaducthet deltaplan het kookpunt het oppervlaktewater binden - bond - gebonden (vloeistof) condenseren - condenseerde - gecondenseerd spetteren - spetterde - gespetterd stollen - stolde - gestold vastvriezen - vroor vast - vastgevroren vriezen - vroor - gevroren bakboord stuurboord

Werken en Beroepen

de beroepsgroep de collega - collega's de dagloner de dienst de functie de leiding de loondienst de onderneming de organisatie de specialiteit de stage de stagiaire de staking de stichting de vakbond de vergadering de voorzitter - voorzitster de vrijwilliger de werktijd het dagloon het specialisme het uurloon organiseren - organiseerde - georganiseerd ploeteren - ploeterde - geploeterd staken - staakte - gestaakt stichten - stichtte - gesticht voorzitten - zat voor - voorgezeten dienst hebben van aanpakken weten

Wonen

de achterkamer de adviseur - adviseuse de arbeiderswoning de armoede de binnenplaats de bliksemafleider de buitenwijk de divan de droger de elektrische lading de flatwijk de hoofdingang de hovenier de huisbaas de huisregels de huur de huurder de hypotheek de kamerplant de kandelaar de klapstoel de kunstbloem de makelaar de nieuwbouwwijk de nok de omheining de radiator de Randstad de schotelantenne de schuifwand de servicekosten de steeg de stofwolk de stroomstoring de taxatie de uitschuifladder de vrijstaande woning de wirwar de woningbouwcorporatie de zonwering de zuil (pilaar) het afdak het appartement het gif het huurhuis et koophuis het ongedierte het prikkeldraad het rijtjeshuis het tegelpad het terrein het voetstuk het woonerf het zonnescherm binnengaan - ging binnen - binnengegaan binnenlaten - liet binnen - binnengelaten binnenstappen - stapte binnen - binnengestapt binnentreden - trad binnen - binnengetreden dichtdoen - deed dicht - dichtgedaan huren - huurde - gehuurd ingaan - ging in - ingegaan inrichten - richtte in - ingericht intrekken - trok in - ingetrokken reinigen - reinigde - gereinigd toelaten - liet toe - toegelaten (binnenlaten) verpotten - verpotte - verpot overdekt twee onder één kap vrijstaand bij iemand inlopen onderdak hebben onderdak vinden zich ergens vestigen .