Woordenschatwijzer: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Woordenschatwijzer (groepen 3 t/m 8) Benodigdheden - Woordenschatwijzer ( uitbeelden, verboden woord, omschrijving, viervragenspel, tekenen, liplezen/neurien) - woord...')
 
 
Regel 1: Regel 1:
 
Woordenschatwijzer (groepen 3 t/m 8)
 
Woordenschatwijzer (groepen 3 t/m 8)
  
Benodigdheden
+
= Benodigdheden =
- Woordenschatwijzer ( uitbeelden, verboden woord, omschrijving, viervragenspel, tekenen, liplezen/neurien)
+
* Woordenschatwijzer (uitbeelden, verboden woord, omschrijving, viervragenspel, tekenen, liplezen/neurien)
- woorden zichtbaar in de klas, of in een woordenschatboekje
+
* Woorden zichtbaar in de klas, of in een woordenschatboekje
  
Voorwaarden
+
= Voorwaarden =
- De woorden op het bord moeten al zijn uitgelegd aan de leerlingen.
+
* De woorden op het bord moeten al zijn uitgelegd aan de leerlingen.
- De woorden zijn zichtbaar in de klas aanwezig
+
* De woorden zijn zichtbaar in de klas aanwezig
  
 +
= Uitleg spel =
 +
De leerkracht/leerling draait aan de woordenschatwijzer. De wijzer wijst één van de zes onderdelen aan. De leerlingen werken met hun schoudermaatje. Een leerling kiest een woord uit de woordenlijst. Het woord moet duidelijk worden gemaakt aan hun schoudermaatje op de manier die de woordenschatwijzer aanwijst.
  
Uitleg spel
+
= Uitleg opdrachten =
De leerkracht/leerling draait aan de woordenschatwijzer. De wijzer wijst één van de zes onderdelen aan. De leerlingen werken met hun schoudermaatje. Een leerling kiest een woord uit de woordenlijst. Het woord moet duidelijk worden gemaakt aan hun schoudermaatje op de manier die de woordenschatwijzer aanwijst.
+
* Uitbeelden: De leerlingen beelden het woord met hun lichaamstaal uit.
 +
* Verboden woord: De leerlingen vertellen over het woord. Ze mogen het woord zelf niet noemen en verwante woorden ook niet.
 +
* Omschrijving: De leerlingen geven een omschrijving van het woord.
 +
* Viervragenspel: Het schoudermaatje moet er in viervragen achter zien te komen welk woord de leerling in gedachten heeft.
 +
* Tekenen: De leerling tekent het woord voor het schoudermaatje. Deze probeert het woord te raden
 +
* Liplezen/neurien: De leerling mag zelf weten welke vorm hij kiest. Hij neuriet het woord of zegt het woord zonder geluid. Het schoudermaatje moet dan liplezen.
  
Uitleg opdrachten
+
= Varianten =
Uitbeelden
+
* Klassikaal
De leerlingen beelden het woord met hun lichaamstaal uit.
+
* Binnen/buiten kring
Verbodenwoord
+
* Tweepraat
De leerlingen vertellen over het woord. Ze mogen het woord zelf niet noemen en verwante woorden ook niet.
 
Omschrijving
 
De leerlingen geven een omschrijving van het woord.
 
Viervragenspel
 
Het schoudermaatje moet er in viervragen achter zien te komen welk woord de leerling in gedachten heeft.
 
Tekenen
 
De leerling tekent het woord voor het schoudermaatje. Deze probeert het woord te raden
 
Liplezen/neurien
 
De leerling mag zelf weten welke vorm hij kiest. Hij neuriet het woord of zegt het woord zonder geluid. Het schoudermaatje moet dan liplezen.
 
  
Varianten
+
[[Categorie: Consolideerspelletjes]]
- klassikaal
 
- binnen/buiten kring
 
- Tweepraat
 

Huidige versie van 22 nov 2011 om 21:00

Woordenschatwijzer (groepen 3 t/m 8)

Benodigdheden

  • Woordenschatwijzer (uitbeelden, verboden woord, omschrijving, viervragenspel, tekenen, liplezen/neurien)
  • Woorden zichtbaar in de klas, of in een woordenschatboekje

Voorwaarden

  • De woorden op het bord moeten al zijn uitgelegd aan de leerlingen.
  • De woorden zijn zichtbaar in de klas aanwezig

Uitleg spel

De leerkracht/leerling draait aan de woordenschatwijzer. De wijzer wijst één van de zes onderdelen aan. De leerlingen werken met hun schoudermaatje. Een leerling kiest een woord uit de woordenlijst. Het woord moet duidelijk worden gemaakt aan hun schoudermaatje op de manier die de woordenschatwijzer aanwijst.

Uitleg opdrachten

  • Uitbeelden: De leerlingen beelden het woord met hun lichaamstaal uit.
  • Verboden woord: De leerlingen vertellen over het woord. Ze mogen het woord zelf niet noemen en verwante woorden ook niet.
  • Omschrijving: De leerlingen geven een omschrijving van het woord.
  • Viervragenspel: Het schoudermaatje moet er in viervragen achter zien te komen welk woord de leerling in gedachten heeft.
  • Tekenen: De leerling tekent het woord voor het schoudermaatje. Deze probeert het woord te raden
  • Liplezen/neurien: De leerling mag zelf weten welke vorm hij kiest. Hij neuriet het woord of zegt het woord zonder geluid. Het schoudermaatje moet dan liplezen.

Varianten

  • Klassikaal
  • Binnen/buiten kring
  • Tweepraat