Kern 10 VLL

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Ga naar:navigatie, zoeken

Stappenplan woordenschat

Thema: Veilig leren lezen kern 10 : Een broekzak vol schatten Dag 3 groep: 3

Geselecteerde woorden:

1. sparen 7. speciaal 2. ruilen 8. bewonderen 3. iets dubbel hebben 9. bijzonder 4. verzamelen 10. 5. de tentoonstelling 11. 6. het museum 12.

Voorbewerken: Hoe sluit ik aan bij de belevingswereld van de kinderen? Door het vertellen van het ankerverhaal aan de hand van de verhaalplaten. En laat de woorden die hierboven beschreven staan naar voren komen en leg ze eventueel uit.

Semantiseren: Hoe leg je het uit? Verzamelen: (uitbreidingswoorden: sparen, ruilen, iets dubbel hebben) Uitleggen: Mensen die veel van dezelfde spullen willen hebben. Bijvoorbeeld postzegels, voetbalplaatsjes. Dit noem je verzamelen. Uitbeelden Laat verschillende verzamelingen zien. In de hal de bekers, misschien hebben de kinderen zelf een verzameling bij zich (voetbalplaatjes).noem zo vaak mogelijk het woord verzamelen. Uitbreiden: Mensen die een verzameling hebben sparen verschillende dingen. Als de mensen in hun verzameling iets dubbel hebben, twee dezelfde, kunnen ze ruilen met mensen die dezelfde verzameling hebben. Je gaat pas ruilen als je iets dubbel hebt.

Museum: (uitbreidingswoorden: de tentoonstelling, bewonderen, bijzonder, speciaal) Uitleggen: een gebouw waar kunst en andere voorwerpen te zien zijn. Dit noemen ze een museum. Uitbeelden: je kan een plaatje laten zien van een museum, waarin de kunst duidelijk te zien is. Je kan met de kinderen een hoek maken, hier kunnen de kinderen tekeningen maken die en ophangen. Hang een bord op met het woord museum. Uitbreiden: vertel de kinderen iets over het museum. In een museum met schilderijen worden de schilderijen in een tentoonstelling getoond. Hier kunnen de mensen de schilderijen bewonderen (bekijken). Vaak zijn de voorwerpen die in een museum hangen erg bijzonder. Deze zijn dan gemaakt door kunstenaars. Speciale schilderijen worden in een museum beveiligd.

Wat voor verwerking maak je? x Woordweb (Schrijf 1 van de woorden in het midden en de kinderen benoemen woorden die er bij passen.) 0 Woordspin 0 Woordkast 0 Woordparachute 0 Woordtrap 0 Iets anders namelijk:_______________________________________________________________________________________________________________________________________________

Consolideren Hoe maak je de woorden zichtbaar in de klas? x Op een flap 0 Op het bord X Platen (bij gevoegd in de bijlage)


Welke activiteiten ga je deze week doen voor het herhalen van de woorden? X Woordenschatwijzer 0 Wie is de banaan X Hints 0 Doorfluisteren 0 Hetzelfde woord (synoniemen) 0 Raad het woord 0 Galgje 0 Woord zonder medeklinkers 0 Anders namelijk,__________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Hoe vaak in de week? Elke dag 5 minuten

Controleren Hoe ga je het controleren? Welke omschrijving geven de kinderen

Evaluatie: Wat liep goed? Wat minder? _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________


Wat zou ik volgende keer anders doen? _________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Welke woorden neem ik mee, naar het volgende thema, om weer consolideren?