WAK:Groep6: verschil tussen versies

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Naar navigatie springenNaar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 34: Regel 34:
de opstand
de opstand
de ramp
de ramp
de rechtbank
[[de rechtbank]]
de rechter
de rechter
de roversbende
de roversbende
Regel 41: Regel 41:
de vorst
de vorst
de wereldbevolking
de wereldbevolking
het bestuur
[[het bestuur]]
het fort
het fort
het identiteitsbewijs
het identiteitsbewijs
Regel 56: Regel 56:
bestrijden - bestreed - bestreden
bestrijden - bestreed - bestreden
bezetten - bezette - bezet
bezetten - bezette - bezet
demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd
[[demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd]]
doodschieten - schoot dood - doodgeschoten
doodschieten - schoot dood - doodgeschoten
doorzoeken - doorzocht - doorzocht
doorzoeken - doorzocht - doorzocht
exploderen - explodeerde - geëxplodeerd
exploderen - explodeerde - geëxplodeerd
leiden - leidde - geleid (besturen)
leiden - leidde - geleid (besturen)
ondertekenen - ondertekende - ondertekend
ondertekenen - ondertekende - ondertekend
oorlogvoeren - voerde oorlog - oorloggevoerd
oorlogvoeren - voerde oorlog - oorloggevoerd
opsporen - spoorde op - opgespoord
opsporen - spoorde op - opgespoord
protesteren - protesteerde - geprotesteerd
[[protesteren - protesteerde - geprotesteerd]]
tekenen - tekende - getekend (handtekening)
tekenen - tekende - getekend (handtekening)
verdrijven - verdreef - verdreven
verdrijven - verdreef - verdreven
Regel 74: Regel 74:
Europees
Europees
gevangen
gevangen
internationaal
[[internationaal]]
nationaal
[[nationaal]]
spoorloos
spoorloos
verplicht
verplicht
Regel 88: Regel 88:
op de vlucht slaan
op de vlucht slaan
verboden toegang
verboden toegang
.


==Bewegen, sport en spel==
==Bewegen, sport en spel==
Regel 144: Regel 143:
de score bijhouden
de score bijhouden
zich ergens voor opgeven
zich ergens voor opgeven
.


==Dieren==
==Dieren==
Regel 172: Regel 170:
de ooi
de ooi
de paling
de paling
de planteneter
[[de planteneter]]
de ram
de ram
de reiger
de reiger
Regel 184: Regel 182:
de specht
de specht
de teef (vrouwtje)
de teef (vrouwtje)
de vleeseter
[[de vleeseter]]
de voortplanting
de voortplanting
de welp (jong)
de welp (jong)
Regel 206: Regel 204:
voortplanten - plantte voort - voortgeplant
voortplanten - plantte voort - voortgeplant
bedreigd
bedreigd
.


==Eten en drinken==
==Eten en drinken==
Regel 385: Regel 382:
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
zwart van de mensen zien
zwart van de mensen zien
.


==Gedrag en gevoelens==
==Gedrag en gevoelens==
Regel 553: Regel 549:
zich iets kunnen voorstellen
zich iets kunnen voorstellen
zich niet van de wijs laten brengen
zich niet van de wijs laten brengen
.


==Geld en winkelen==
==Geld en winkelen==
Regel 563: Regel 558:
de financiën
de financiën
de invoering
de invoering
de juwelier
[[de juwelier]]
de kluis
de kluis
de marktkoopman
de marktkoopman
Regel 580: Regel 575:
het antiek
het antiek
het lootje
het lootje
het product
[[het product]]
het statiegeld
[[het statiegeld]]
aanreiken - reikte aan - aangereikt
aanreiken - reikte aan - aangereikt
aanschaffen - schafte aan - aangeschaft
aanschaffen - schafte aan - aangeschaft
Regel 596: Regel 591:
de kost verdienen
de kost verdienen
een nummertje trekken
een nummertje trekken
.


==Geloof==
==Geloof==
Regel 608: Regel 602:
de hel
de hel
de hemel
de hemel
de hindoe
[[de hindoe]]
de imam
de imam
de islam
[[de islam]]
de kapel
[[de kapel
de kardinaal
de kardinaal]]
de kathedraal
[[de kathedraal]]
de Koran
[[de Koran]]
de minaret
de minaret
de monnik - non
de monnik - non
de moslim
[[de moslim]]
de pastoor
de pastoor
de pelgrim
de pelgrim
Regel 624: Regel 618:
de rabbijn / rabbi
de rabbijn / rabbi
de ramadan
de ramadan
de religie
[[de religie]]
de synagoge
[[de synagoge]]
de tempel
[[de tempel]]
het altaar
het altaar
het boeddhisme
[[het boeddhisme]]
het christendom
[[het christendom]]
het gebed
het gebed
het hiernamaals
het hiernamaals
het hindoeïsme
het hindoeïsme
het Jodendom
[[het Jodendom]]
het klooster
[[het klooster]]
het lot
het lot
het offer
het offer
Regel 640: Regel 634:
offeren - offerde - geofferd
offeren - offerde - geofferd
vasten - vastte - gevast
vasten - vastte - gevast
Allah
[[Allah]]
Boeddha
[[Boeddha]]
Christus
[[Christus]]
islamitisch
islamitisch
Jezus
[[Jezus]]
joods
[[joods]]
katholiek
katholiek
plechtig
plechtig
protestants
protestants
.


==Informatie==
==Informatie==
Regel 711: Regel 704:
==Kunst==
==Kunst==
de beeldende kunst
de beeldende kunst
de beeldhouwer
[[de beeldhouwer]]
de collage
de collage
de duisternis
de duisternis
de gloed
de gloed
de inspiratie *
[[de inspiratie]]
de lichtbron
de lichtbron
de muurschildering
de muurschildering
Regel 738: Regel 731:
het mozaïek
het mozaïek
het museumbezoek
het museumbezoek
het palet
[[het palet]]
het perspectief (diepte)
het perspectief (diepte)
het profiel
het profiel
Regel 760: Regel 753:
verfraaien - verfraaide - verfraaid
verfraaien - verfraaide - verfraaid
verlichten - verlichtte - verlicht
verlichten - verlichtte - verlicht
abstract
[[abstract]]
artistiek
artistiek
egaal
egaal
Regel 773: Regel 766:
geen hand voor ogen zien
geen hand voor ogen zien
met de hand
met de hand
.


==Lastige woorden==
==Lastige woorden==
Regel 781: Regel 773:
afscheidelijk
afscheidelijk
alsmaar
alsmaar
amper
[[amper]]
bepaald
bepaald
bijbehorend
bijbehorend
Regel 791: Regel 783:
eveneens
eveneens
evengoed
evengoed
figuurlijk
[[figuurlijk]]
hoogst
hoogst
immers
immers
Regel 798: Regel 790:
kennelijk
kennelijk
kortom
kortom
letterlijk
[[letterlijk]]
maximaal
maximaal
minimaal
minimaal
Regel 848: Regel 840:
de fysiotherapie
de fysiotherapie
de gedaante
de gedaante
de gehandicapte
[[de gehandicapte]]
de handicap
[[de handicap]]
de inrichting
de inrichting
de koorts
de koorts
Regel 868: Regel 860:
de schedel
de schedel
de schilfer
de schilfer
de slokdarm
[[de slokdarm]]
de tissue
de tissue
de toiletspullen
de toiletspullen
Regel 878: Regel 870:
de wervel
de wervel
de wimper
de wimper
de zwangerschap
[[de zwangerschap]]
de/het figuur
de/het figuur
de/het tablet
de/het tablet
Regel 893: Regel 885:
het vocht
het vocht
baden - baadde - gebaad
baden - baadde - gebaad
brabbelen - brabbelde - gebrabbeld
[[brabbelen - brabbelde - gebrabbeld]]
herstellen - herstelde - hersteld
herstellen - herstelde - hersteld
insmeren - smeerde in - ingesmeerd
insmeren - smeerde in - ingesmeerd
Regel 903: Regel 895:
schokken - schokte - geschokte (beweging)
schokken - schokte - geschokte (beweging)
slissen - sliste - geslist
slissen - sliste - geslist
stotteren - stotterde - gestotterd
[[stotteren - stotterde - gestotterd]]
uitglijden - gleed uit - uitgegleden
uitglijden - gleed uit - uitgegleden
verlammen - verlamde - verlamd
verlammen - verlamde - verlamd
Regel 911: Regel 903:
bezweet
bezweet
bloederig
bloederig
gehandicapt
[[gehandicapt]]
kwiek
kwiek
misvormd
misvormd
schraal
schraal
zwanger
[[zwanger]]
een snotneus hebben
een snotneus hebben
in je neus pulken
in je neus pulken
Regel 922: Regel 914:
verlamd zijn
verlamd zijn
zijn neus ophalen (verkoudheid)
zijn neus ophalen (verkoudheid)
.


==Maken en materialen==
==Maken en materialen==
de architect
[[de architect]]
de beugel
de beugel
de bout
de bout
de bouwmaterialen
[[de bouwmaterialen]]
de bouwtechniek
de bouwtechniek
de bundel
de bundel
Regel 944: Regel 935:
de rolmaat
de rolmaat
de schakel
de schakel
de smid - smeden
[[de smid - smeden]]
de stoommachine
de stoommachine
de storing
de storing
Regel 953: Regel 944:
het klusje
het klusje
het koper
het koper
het marmer
[[het marmer]]
het model
het model
het naaigaren
het naaigaren
Regel 982: Regel 973:
bezaaid met
bezaaid met
strak spannen
strak spannen
.


==Media==
==Media==
Regel 1.014: Regel 1.004:
de hoofdrol spelen
de hoofdrol spelen
een ster zijn
een ster zijn
.


==Meten en wegen==
==Meten en wegen==
Regel 1.034: Regel 1.023:
een stuk of
een stuk of
in totaal
in totaal
.


==Milieu==
==Milieu==
de chemokar
de chemokar
de gft-container
de gft-container
de groene stroom
[[de groene stroom]]
de luchtvervuiling
[[de luchtvervuiling]]
de rookwolk
[[de rookwolk]]
de rotzooi
de rotzooi
de spuitbus
de spuitbus
de steenkool
[[de steenkool]]
de uitstoot
de uitstoot
de windmolen
[[de windmolen]]
het chemisch afval
het chemisch afval
het restafval
het restafval
Regel 1.059: Regel 1.047:
afval scheiden
afval scheiden
de opwarming van de aarde
de opwarming van de aarde
.


==Muziek en geluid==
==Muziek en geluid==
Regel 1.090: Regel 1.077:
de bamboe
de bamboe
de bloemen *
de bloemen *
de delfstof
[[de delfstof]]
de druk *
de druk *
de duintop
de duintop
de evenaar
[[de evenaar]]
de gewichtsloosheid *
de gewichtsloosheid *
de graspol
de graspol
Regel 1.100: Regel 1.087:
de grondsoort
de grondsoort
de grondstof
de grondstof
de hei
[[de hei]]
de hoogteligging
de hoogteligging
de humus
de humus
de insecten *
de insecten *
de kalk
[[de kalk]]
de kikkervisjes *
de kikkervisjes *
de kleigrond *
[[de kleigrond]] *
de knol *
de knol *
de kringloop
de kringloop
de kruiden *
de kruiden *
de lancering *
de lancering *
De Landbouw *
De Landbouw
de loofboom
de loofboom
de mineralen
[[de mineralen]]
de naaldboom
de naaldboom
de planeten *
de planeten *
de regen *
de regen *
de savanne
[[de savanne]]
de schimmel
de schimmel
de steppe
[[de steppe]]
de toendra
[de toendra]]
de tropen
[[de tropen]]
de turf
[[de turf]]
de verschuiving
[[de verschuiving]]
de vliegenzwam
de vliegenzwam
de wortelkluit
de wortelkluit
Regel 1.134: Regel 1.121:
het heuvellandschap
het heuvellandschap
het ISS *
het ISS *
het mineraal
[[het mineraal]]
het naaldwoud
het naaldwoud
het nest *
het nest *
Regel 1.140: Regel 1.127:
het stiltegebied
het stiltegebied
het suikerriet
het suikerriet
het veen
[[het veen]]
het water *
het water *
het zandlandschap
het zandlandschap
Regel 1.157: Regel 1.144:
bergachtig
bergachtig
traceren *
traceren *
.


==Omgang==
==Omgang==
Regel 1.178: Regel 1.164:
bijleggen - legde bij - bijgelegd
bijleggen - legde bij - bijgelegd
bijvallen - viel bij - bijgevallen
bijvallen - viel bij - bijgevallen
discrimineren - discrimineerde - gediscrimineerd
[[discrimineren - discrimineerde - gediscrimineerd]]
foeteren - foeterde - gefoeterd
foeteren - foeterde - gefoeterd
geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld
geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld
Regel 1.217: Regel 1.203:


==Reizen==
==Reizen==
de accommodatie
[[de accommodatie]]
de bestemming
de bestemming
de dagtocht
de dagtocht
de excursie
[[de excursie]]
de helling
de helling
de karavaan
de karavaan
Regel 1.244: Regel 1.230:
in trek zijn
in trek zijn
op kamp gaan
op kamp gaan
.


==Richting==
==Richting==
Regel 1.269: Regel 1.254:
in zicht zijn
in zicht zijn
op ooghoogte
op ooghoogte
.


==School==
==School==
Regel 1.275: Regel 1.259:
de bespreking
de bespreking
de breedtegraad
de breedtegraad
de breuk
[[de breuk]]
de centiliter
de centiliter
de deciliter
de deciliter
Regel 1.491: Regel 1.475:
de bezienswaardigheid - bezienswaardigheden
de bezienswaardigheid - bezienswaardigheden
de bezigheid - bezigheden
de bezigheid - bezigheden
de fanfare
[[de fanfare]]
de fuif
de fuif
de gegadigde
de gegadigde
Regel 1.497: Regel 1.481:
de grabbelton
de grabbelton
de mascotte *
de mascotte *
de optocht
[[de optocht]]
de polonaise
[[de polonaise]]
de receptie
de receptie
de recreatie
de recreatie
Regel 1.506: Regel 1.490:
het aardigheidje
het aardigheidje
het amusement
het amusement
het carnaval
[[het carnaval]]
het evenement
[[het evenement]]
het festival
het festival
het gezelschap (groep mensen)
het gezelschap (groep mensen)
het jubileum - jubileums - jubilea
het jubileum - jubileums - jubilea
het kostuum
[[het kostuum]]
het optreden
het optreden
het schoolfeest
het schoolfeest
Regel 1.520: Regel 1.504:
stappen - stapte - gestapt (uitgaan)
stappen - stapte - gestapt (uitgaan)
op visite gaan
op visite gaan
.


==Vervoer==
==Vervoer==
Regel 1.529: Regel 1.512:
de brandstoftank
de brandstoftank
de bumper
de bumper
de claxon
[[de claxon]]
de dode hoek
de dode hoek
de garagehouder
de garagehouder
de ijzel
[[de ijzel]]
de jachthaven
de jachthaven
de jeep
de jeep
Regel 1.579: Regel 1.562:
ergens tegen aan knallen
ergens tegen aan knallen
tweede klas reizen
tweede klas reizen
.


==Wat vinden we ervan?==
==Wat vinden we ervan?==
de gekkigheid

de narigheid

de zin (nut)
het nut
accepteren - accepteerde - geaccepteerd
afhangen van - hing af - afgehangen
beoordelen - beoordeelde - beoordeeld
goedkeuren - keurde goed - goedgekeurd
aardig (vb. aardig groot)
absurd
afwijkend
algemeen
angstaanjagend
apart
avontuurlijk
beeldschoon
beestachtig
begrijpelijk
behaaglijk
bekend
betekenisloos
betrouwbaar
debiel
duister
eentonig
ernstig
fatsoenlijk
favoriet
fraai
gastvrij
geheel (vb. geheel onjuist)
geschikt
gezet
goedaardig
gunstig
hoopvol
hopeloos
hulpeloos
ijzig (koud)
intens
kostelijk
kunstig
kwaadaardig
loodzwaar
modern
nauwkeurig
nogal
noodzakelijk
nuttig
onduidelijk
ongeschikt
onsmakelijk
ouderwets
passend
precies
puur
roekeloos
romantisch
rottig
rumoerig
schadelijk
slijmerig
sneu
snoezig
snugger
sober
speciaal
[[spontaan]]
sprekend
statig
taai
terecht
typisch
[[uitgelaten]]
uitvoerig
verfrommeld
vlot
volkomen (vb. volkomen onjuist)
werkelijk
wonderlijk
zinloos
zuiver
zwijgzaam
iets terecht vinden
van iets op de hoogte zijn


==Water==
==Water==
de brandspuit

de delta
de deltawerkende oceaan
de scheepswerf
de sluis
de stormvloedkering
de vaste stof
de vloeistof
de waterkering
de watersnoodramp
de waterstand
de winterdijk
de zeearm
de zomerdijk
het aquaducthet deltaplan
het kookpunt
het oppervlaktewater
binden - bond - gebonden (vloeistof)
[[condenseren - condenseerde - gecondenseerd]]
spetteren - spetterde - gespetterd
stollen - stolde - gestold
vastvriezen - vroor vast - vastgevroren
vriezen - vroor - gevroren
bakboord
stuurboord


==Werken en Beroepen==
==Werken en Beroepen==
de beroepsgroep

de collega - collega's
de dagloner
de dienst
de functie
de leiding
de loondienst
de onderneming
de organisatie
de specialiteit
de stage
de stagiaire
de staking
de stichting
de vakbond
de vergadering
de voorzitter - voorzitster
de vrijwilliger
de werktijd
het dagloon
het specialisme
het uurloon
organiseren - organiseerde - georganiseerd
ploeteren - ploeterde - geploeterd
staken - staakte - gestaakt
stichten - stichtte - gesticht
voorzitten - zat voor - voorgezeten
dienst hebben
van aanpakken weten


==Wonen==
==Wonen==
de achterkamer
de adviseur - adviseuse
de arbeiderswoning
de armoede
de binnenplaats
de bliksemafleider
de buitenwijk
de divan
de droger
de elektrische lading
de flatwijk
de hoofdingang
de hovenier
de huisbaas
de huisregels
de huur
de huurder
[[de hypotheek]]
de kamerplant
de kandelaar
de klapstoel
de kunstbloem
[[de makelaar]]
de nieuwbouwwijk
de nok
de omheining
de radiator
de Randstad
de schotelantenne
de schuifwand
de servicekosten
de steeg
de stofwolk
de stroomstoring
[[de taxatie]]
de uitschuifladder
[[de vrijstaande woning]]
de wirwar
de woningbouwcorporatie
de zonwering
de zuil (pilaar)
het afdak
[[het appartement]]
het gif
[[het huurhuis]]
[[et koophuis]]
het ongedierte
het prikkeldraad
[[het rijtjeshuis]]
het tegelpad
het terrein
het voetstuk
het woonerf
het zonnescherm
binnengaan - ging binnen - binnengegaan
binnenlaten - liet binnen - binnengelaten
binnenstappen - stapte binnen - binnengestapt
binnentreden - trad binnen - binnengetreden
dichtdoen - deed dicht - dichtgedaan
huren - huurde - gehuurd
ingaan - ging in - ingegaan
inrichten - richtte in - ingericht
intrekken - trok in - ingetrokken
reinigen - reinigde - gereinigd
toelaten - liet toe - toegelaten (binnenlaten)
verpotten - verpotte - verpot
overdekt
[[twee onder één kap]]
[[vrijstaand]]
bij iemand inlopen
onderdak hebben
onderdak vinden
zich ergens vestigen
.

Versie van 26 jun 2012 20:41

Verzameling van de Wakwoorden op thema en groep. Terug naar portaal Vierwindstreken klik hier

Bestuur en gezag

de bende de beschrijving de bevinding de boodschapper de brandstichting de controle de cultuur de defensie de demonstratie de Europese gemeenschap de gedragsregel de handtekening de identiteitskaart de kinderarbeid de kindertelefoon de kogelhuls de landmacht de leider de lijfstraf de luchtmacht de maatregel de marechaussee de marinier de militair de misdrijf de mishandeling de muiterij de nooduitgang de onderzeeër de onderzeeboot de opstand de ramp de rechtbank de rechter de roversbende de samenleving de spion de vorst de wereldbevolking het bestuur het fort het identiteitsbewijs het kenmerk het kenteken het mitrailleur het noodplan het paspoort het protest het rijbewijs aangeven - gaf aan - aangegeven (politie) afschaffen - schafte af - afgeschaft afvuren - vuurde af - afgevuurd bestrijden - bestreed - bestreden bezetten - bezette - bezet demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd doodschieten - schoot dood - doodgeschoten doorzoeken - doorzocht - doorzocht exploderen - explodeerde - geëxplodeerd leiden - leidde - geleid (besturen) ondertekenen - ondertekende - ondertekend oorlogvoeren - voerde oorlog - oorloggevoerd opsporen - spoorde op - opgespoord protesteren - protesteerde - geprotesteerd tekenen - tekende - getekend (handtekening) verdrijven - verdreef - verdreven verstoren - verstoorde - verstoord wegtrekken - trok weg - weggetrokken wegvluchten - vluchtte weg - weggevlucht zich verdedigen - verdedigde - verdedigd dodelijk Europees gevangen internationaal nationaal spoorloos verplicht vrijblijvend wereldwijd een handtekening zetten ergens tegen optreden iemand in zijn kraag grijpen iemand uitschakelen in actie komen in beslag nemen op de vlucht slaan verboden toegang

Bewegen, sport en spel

de aanraking de afleiding de arena - arena's de beker (prijs) de conditie de corner de crossfiets de deelname de finish de hoekschop de intekenlijst de kunstijsbaan de mountainbike de penalty de radslag de score de speurtocht de stick de supporter de thuiswedstrijd de triomf de turnclub de zet (duw) de zijlijn het clublid het racket drentelen - drentelde - gedrenteld finishen - finishte - gefinisht heffen - hief - geheven (optillen) hijsen - hees - gehesen (optillen) jongleren - jongleerde - gejongleerd loslaten - liet los - losgelaten masseren - masseerde - gemasseerd opstellen - stelde op - opgesteld (team) plaatsen - plaatste - geplaatst ravotten - ravotte - geravot scoren - scoorde - gescoord skaten - skatete - geskatet stoeien - stoeide - gestoeid surfen - surfte - gesurft tuimelen - tuimelde - getuimeld voorbijflitsen - flitste voorbij - voorbijgeflitst voorbijschieten - schoot voorbij - voorbijgeschoten waterskiën - waterskiede - gewaterskied werpen - wierp - geworpen zich aanmelden - meldde aan - aangemeld zich verroeren - verroerde - verroerd actief hands wijdbeens de armen uitslaan de score bijhouden zich ergens voor opgeven

Dieren

de aaseter de alleseter de baars de beer (mannetje) de bevruchting de bot (vis) de buidel (kangoeroe) de cocon de dierenbescherming de draagtijd de fokker de forel de haring de hen de hengst (mannetje) de kabeljauw de karper de keutel de kreeft de kudde de makreel de merrie (vrouwtje) de oester de ooi de paling de planteneter de ram de reiger de reu (mannetje) de roedel de sardine / sardien de schol de slagtand de snoek de snorhaar de specht de teef (vrouwtje) de vleeseter de voortplanting de welp (jong) de zalm de zeug (vrouwtje) het asiel het eitje het hoefdier het lastdier het rijdier het schelpdier het trekdier het veulen (jong) het weekdier fokken - fokte - gefokt houden - hield - gehouden inslapen - sliep in - ingeslapen krioelen - krioelde - gekrioeld kwetteren - kwetterde - gekwetterd (vogels) uitbreken - brak uit - uitgebroken voortplanten - plantte voort - voortgeplant bedreigd

Eten en drinken

de afhaalmaaltijd de azijn de cafetaria - cafetaria's de consumptie de couscous de cracker de dipsaus de friettent de frituurpan de gist de ijssalon de kaasschaaf de kant-en-klaarmaaltijd de knoflook de korst de lekkernij de mosterd de noedels de olijf de olijfolie de omelet de pizzeria - pizzeria's de pompoen de rauwkost de salade de snackbar de snijplank de traktatie de walm de witlof de zeef de zonnebloemolie het aluminiumfolie het bakblik het dieet het fastfood het frituurvet het gasfornuis het kokos het levensmiddel het maal (maaltijd) het pasteitje trakteren - trakteerde - getrakteerd biologisch op smaak brengen .

Familie en vrienden

de echtscheiding de geliefde de partner de pleegouder de pleegvader - de pleegmoeder de pleegzoon - pleegdochter de thuissituatie het gezinsleven het huishouden (gezin) het pleegkind - pleegkinderen .

Figuurlijk taalgebruik

allemachtig beslist (zeker) broodnodig kappen (stoppen) picobello verdorie zonde achter de wolken schijnt de zon als de bliksem als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel bedrukt gezicht * bij je positieven komen bij zijn positieven blijven buiten adem zijn dat is dat dat is koffiedik kijken de aap komt uit de mouw de beerput de draak met iemand steken de eerste de beste de gebeten hond zijn de hoop hebben dat de kat uit de boom kijken de koe bij de horens vatten de koeienletter de krokodillentranen de maat is vol de paarden achter de wagen spannen de roddelkous de stand van zaken de stuipen op het lijf jagen dikke vrienden zijn door de bomen het bos niet meer zien een bestaan opbouwen een boekenwurm een daverend succes een feestje bouwen een hazenslaapje een hondenleven een kippeneindje een koekje van eigen deeg een koud kunstje een liegbeest een pak slaag krijgen een rol spelen er de pest in hebben er geen gat meer in zien er vandoor gaan ergens een handje van hebben ergens een punt achterzetten * ergens in trappen geen kwaad kunnen grote ogen opzetten hemel en aarde bewegen het apenpakje het feestvarken het hemd van het lijf vragen het hondenweer het kikkerbad het leeuwendeel het rooien hoe dan ook hoog tijd iemand een loer draaien iemand een rad voor ogen draaien iemand op de hielen zitten iets door een roze bril bekijken iets uit zijn mouw schudden iets voor de boeg hebben in 's hemelsnaam in de put zitten in de weer zijn in de wolken zijn in het duister tasten in het holst van de nacht in het middelpunt van de belangstelling staan in weer en wind je doel bereiken je hart verloren hebben je niet uit het veld laten slaan je uit de voeten maken lachen, gieren, brullen loop naar de maan met een hoed in de hand, kom je door het ganse land met gespitste oren luisteren met open mond staan kijken * nu breekt mijn klomp oog in oog op de achtergrond op de hoogte zijn van iets op de loer liggen op een gegeven moment op het punt staan op je neus kijken op komst zijn op slag over de rooie gaan over de vloer smaken verschillen spaak lopen tegen de haren instrijken toe zijn aan tranen met tuiten huilen trappelen van ongeduld uit alle macht van de vloer kunnen eten van pas komen voor niets gaat de zon op voor wat hoort wat wat mij betreft water naar de zee dragen weer terecht zijn zijn biezen pakken zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens zwart van de mensen zien

Gedrag en gevoelens

de attentie (aandacht) de bewondering de brompot de dromer de dwaas de eigenschap de emotie de ergernis de gezichtsuitdrukking de karaktereigenschap de kwaadheid de kwajongen de leugenaar de lichaamstaal de liefhebber de ontspanning de opluchting de pottenkijker de schuld de slechte naam de spanning de spelbreker de stemming de tegenslag de tegenzin de troost de verkering de verlegenheid de verwachting de viespeuk de voorkeur de warmte de zeurpiet het doel (wat je wilt bereiken) het doorzettingsvermogen het innerlijk het leed het stopwoord het talent het treffen het verlangen aandikken - dikte aan - aangedikt aankunnen - kon aan - aangekund afleiden - leidde af - afgeleid (concentratie) afleren - leerde af - afgeleerd bedaren - bedaarde - bedaard bekendstaan als/om - stond bekend - bekendgestaan boeien - boeide - geboeid buitensluiten - sloot buiten - buitengesloten dagdromen - dagdroomde - gedagdroomd ergeren - ergerde - geërgerd gluren - gluurde - gegluurd huiveren - huiverde - gehuiverd indenken - dacht in - ingedacht interesseren - interesseerde- geïnteresseerd klaarspelen - speelde klaar - klaargespeeld liefkozen - liefkoosde - geliefkoosd lijden - leed - geleden (verdriet) mekkeren - mekkerde - gemekkerd (zeuren) menen - meende - gemeend (iets denken) mishandelen - mishandelde - mishandeld mokken - mokte - gemokt (boos) nakomen - kwam na - nagekomen ophoepelen - hoepelde op - opgehoepeld opkomen - kwam op - opgekomen (gedachte) overkomen - overkwam - overkomen (gebeuren) overwegen - overwoog - overwogen peinzen - peinsde - gepeinsd proesten - proestte -geproest (lachen) prutsen - prutste - geprutst rondhangen - hing rond - rondgehangen schokken - schokte - geschokt staren - staarde - gestaard steunen - steunde - gesteund (zuchten) uitkijken naar - keek uit - uitgekeken uitmaken - maakte uit - uitgemaakt (verkering) verbluffen - verblufte - verbluft verdringen - verdrong - verdrongen verwaarlozen - verwaarloosde - verwaarloosd verwonderen - verwonderde - verwonderd zich aanpassen - paste aan - aangepast zich beklagen - beklaagde - beklaagd zich gedragen - gedroeg - gedragen zich inhouden - hield in - ingehouden zich verbeelden - verbeeldde - verbeeld zwijgen - zweeg - gezwegen aandachtig agressief attent bazig bedeesd belangstellend beteuterd chagrijnig dromerig gejaagd geliefd gevoelig hoofdschuddend hulpvaardig ijverig kieskeurig maf nieuwsgierigheid onfatsoenlijk onverschillig overmoedig overtuigd pienter pinnig somber stug vastbesloten venijnig verbijsterd verheugd verontwaardigd verstrooid vijandig vurig wanhopig aandacht schenken aan ademloos toekijken belachelijk maken de aandacht trekken de aandacht vasthouden doen alsof een gebaar maken een gevoel overbrengen een kreet slaken een sterk verhaal een streek uithalen ergens iets van zeggen ergens mee zitten ergens over inzitten ergens van opkijken geen erg hebben in genieten van geprikkeld zijn goedgemutst zijn grof taalgebruik het ergste vrezen het hoogste woord voeren het uitschreeuwen het zat zijn iets afsluiten iets doorvertellen iets niet nemen iets niet pikken in paniek zijn in zijn schild voeren je druk maken liefhebber zijn van met opzet met zorg naar voren treden op de vuist gaan op het puntje van je stoel zitten op iemand zijn (verliefd) opgelucht zijn stoom afblazen trouw zijn vol zijn van zich iets kunnen voorstellen zich niet van de wijs laten brengen

Geld en winkelen

de afschrijving de betaling de bijschrijving de catalogus de contributie de financiën de invoering de juwelier de kluis de marktkoopman de overschrijving de portefeuille de roltrap de rommelmarkt de smokkelaar de uitkering de uitverkoop de veiling de verhoging de winkeldiefstal de winst de zakkenroller het antiek het lootje het product het statiegeld aanreiken - reikte aan - aangereikt aanschaffen - schafte aan - aangeschaft bedelen - bedelde - gebedeld bieden - bood - geboden inslaan - sloeg in - ingeslagen opheffen - hief op - opgeheven schenken - schonk - geschonken smokkelen - smokkelde - gesmokkeld tonen - toonde - getoond verspreiden - verspreidde - verspreid gierig vrijgevig de kost verdienen een nummertje trekken

Geloof

de Bijbel de bisschop de boeddhist de dienst * de duivel de geestelijke de godsdienst de hel de hemel de hindoe de imam de islam [[de kapel de kardinaal]] de kathedraal de Koran de minaret de monnik - non de moslim de pastoor de pelgrim de plechtigheid * de priester - priesteres de rabbijn / rabbi de ramadan de religie de synagoge de tempel het altaar het boeddhisme het christendom het gebed het hiernamaals het hindoeïsme het Jodendom het klooster het lot het offer het vasten offeren - offerde - geofferd vasten - vastte - gevast Allah Boeddha Christus islamitisch Jezus joods katholiek plechtig protestants

Informatie

de aanleiding de crisis de detective de enquête de gelegenheid - gelegenheden de inlichting de kans de kenner de kwestie de methode de oproep de opschudding de poging de praktijk de uitzondering de voorlichting de voorspelling de waarzegger de wijsheid het communicatiemiddel het feit het gevolg het resultaat het telefoonboek het toeval aanpassen - paste aan - aangepast aflezen - las af - afgelezen afzoeken - zocht af - afgezocht communiceren - communiceerde - gecommuniceerd doorvragen - vroeg door - doorgevraagd dreigen te - dreigde - gedreigd informeren - informeerde - geïnformeerd ondernemen - ondernam - ondernomen onderscheiden - onderscheidde - onderscheiden oppikken - pikte op - opgepikt oproepen - riep op - opgeroepen opvatten - vatte op - opgevat ordenen - ordende - geordend (op volgorde) verduidelijken - verduidelijkte - verduidelijkt vereenvoudigen - vereenvoudigde - vereenvoudigd vergelijken - vergeleek - vergeleken verhelderen - verhelderde - verhelderd voeren - voerde - gevoerd (leiden naar) voorspellen - voorspelde - voorspeld voortzetten - zette voort - voortgezet vormen - vormde - gevormd raadselachtig aan de hand zijn ergens op uitkomen erin opnemen gebruik maken van iets bijhouden iets opmaken uit inlichtingen verstrekken inlichtingen vragen .

Kunst

de beeldende kunst de beeldhouwer de collage de duisternis de gloed de inspiratie de lichtbron de muurschildering de pastelkleur de plakkaatverf de primaire kleuren de schijnwerper de schim de uitvoering de verbeelding de/het silhouet fel licht het bouwwerk het doek (schilder) het duister het gezichtsbedrog het jeugdtheater het kaarslicht het knipsel het monument het motief (patroon) het mozaïek het museumbezoek het palet het perspectief (diepte) het profiel het schijnsel het spiegelbeeld het stilleven het zijaanzicht zwak licht boetseren - boetseerde - geboetseerd dichten - dichtte - gedicht (poëzie) gloeien - gloeide - gegloeid inlijsten - lijstte in - ingelijst nabootsen - bootste na - nagebootst opfleuren - fleurde op - opgefleurd schijnen - scheen - geschenen spiegelen - spiegelde - gespiegeld spotten - spotte - gespot (zien) terugkaatsen - kaatste terug - teruggekaatst uitbeelden - beeldde uit - uitgebeeld verduisteren - verduisterde - verduisterd verfraaien - verfraaide - verfraaid verlichten - verlichtte - verlicht abstract artistiek egaal glans levensecht lichtgevend manshoog mat ovaal violet vlekkerig geen hand voor ogen zien met de hand

Lastige woorden

de nadruk blijken - bleek - gebleken dienen - diende - gediend (bedoeld zijn voor) afscheidelijk alsmaar amper bepaald bijbehorend blijkbaar buiten (zonder) echter eerder enigszins eveneens evengoed figuurlijk hoogst immers inmiddels integendeel kennelijk kortom letterlijk maximaal minimaal minstens nauwelijks ofwel onafscheidelijk quasi reeds tamelijk te tenminste uiteen vandaar verscheiden voornaam vrijwel willekeurig aan de hand van behoren tot de nadruk leggen op even ? als ? in het algemeen in tegenstelling tot in verband met liever gezegd maar liefst met behulp van middel om ten eerste ?, ten tweede ? ten einde lopen van voren af aan voor de rest zo nodig .

Lichaam en gezondheid

de aanleunwoning de acupunctuur de alcohol de amandel (keel) de apotheker de bal van je voet / hand de beenderen de beugel de bijsluiter de dikke darm de dunne darm de fysiotherapie de gedaante de gehandicapte de handicap de inrichting de koorts de kruk de leesbril de lichaamstemperatuur de mazelen de misvorming de mitella de moedervlek de mongool (Down-syndroom) de ontlasting de ontsteking de orthodontist de puist de romp de ruggengraat de schedel de schilfer de slokdarm de tissue de toiletspullen de urine de verhoging de vermoeidheid de vitaminepil de waterpokken de wervel de wimper de zwangerschap de/het figuur de/het tablet het bejaardenhuis het bekken het gekriebel het geneesmiddel het geraamte het hulpmiddel het recept het slijmvlies het spraakgebrek het verpleeghuis het vocht baden - baadde - gebaad brabbelen - brabbelde - gebrabbeld herstellen - herstelde - hersteld insmeren - smeerde in - ingesmeerd inspuiten - spoot in - ingespoten kwakkelen - kwakkelde - gekwakkeld lispelen - lispelde - gelispeld mankeren - mankeerde - gemankeerd mompelen - mompelde - gemompeld schokken - schokte - geschokte (beweging) slissen - sliste - geslist stotteren - stotterde - gestotterd uitglijden - gleed uit - uitgegleden verlammen - verlamde - verlamd verschonen - verschoonde - verschoond verteren - verteerde - verteerd verwonden - verwondde - verwond bezweet bloederig gehandicapt kwiek misvormd schraal zwanger een snotneus hebben in je neus pulken in zijn blote bast in zijn neus peuteren verlamd zijn zijn neus ophalen (verkoudheid)

Maken en materialen

de architect de beugel de bout de bouwmaterialen de bouwtechniek de bundel de fabrikant de gebruiksaanwijzing de gereedschapskist de grendel de ijzerdraad de industrie de kabel de klusjesman de leiding de ondergrond de opbouw de rolmaat de schakel de smid - smeden de stoommachine de storing het beton het cement het gebruik het industrieterrein het klusje het koper het marmer het model het naaigaren het nylon het vlak het werktuig het wrak aanbrengen - bracht aan - aangebracht aansluiten - sloot aan - aangesloten beplakken - beplakte - beplakt bevestigen - bevestigde - bevestigd frommelen - frommelde - gefrommeld instorten - stortte in - ingestort schaven - schaafde - geschaafd scheppen - schiep - geschapen (maken) slijpen - sleep - geslepen slopen - sloopte - gesloopt smeden - smeedde - gesmeed splitsen - splitste - gesplitst spreiden - spreidde - gespreid toevoegen - voegde toe - toegevoegd vermaken - vermaakte - vermaakt verschuiven - verschoof - verschoven bolvormig doormidden gaaf (intact) bekleed met bezaaid met strak spannen

Media

de actiefilm de animatiefilm de biografie de buis de documentaire de horror de jongensgroep - meidengroep de komedie de oplage de opname de rol (film) de sciencefiction de slagzin de tekenfilm de televisiegids de thriller het drama het genre het idool het stuk (artikel) het waargebeurde verhaal het witte doek het/de figuur het/de personage zappen - zapte - gezapt (tv-zenders) live bekend zijn de hoofdrol spelen een ster zijn

Meten en wegen

collectie de combinatie de massa - massa's de menigte de reeks de serie de stoet het dozijn het drietal het krat schatten - schatte - geschat enig (een paar) halfvol vol driekwart vol een stuk of in totaal

Milieu

de chemokar de gft-container de groene stroom de luchtvervuiling de rookwolk de rotzooi de spuitbus de steenkool de uitstoot de windmolen het chemisch afval het restafval het roet het uitlaatgas dumpen - dumpte - gedumpt filteren - filterde - gefilterd lozen - loosde - geloosd zuiveren - zuiverde - gezuiverd milieuschadelijk milieuvriendelijk afval scheiden de opwarming van de aarde

Muziek en geluid

de band de diskjockey (dj) de geluidshinder de grammofoonplaat de megafoon de melodie - melodieën de popgroep de popster de radiofrequentie de songtekst de stereotoren de toon de wijs (melodie) het radiostation het signaal afstemmen - stemde af - afgestemd (radio) echoën - echode - geëchood joelen - joelde - gejoeld neuriën - neuriede - geneuried opvangen - ving op - opgevangen (horen) begeleiden met muziek geluid uitstoten .

Natuur

de (bloem)bol * de bamboe de bloemen * de delfstof de druk * de duintop de evenaar de gewichtsloosheid * de graspol de groenten * de groententuin * de grondsoort de grondstof de hei de hoogteligging de humus de insecten * de kalk de kikkervisjes * de kleigrond * de knol * de kringloop de kruiden * de lancering * De Landbouw de loofboom de mineralen de naaldboom de planeten * de regen * de savanne de schimmel de steppe [de toendra]] de tropen de turf de verschuiving de vliegenzwam de wortelkluit de zaadjes * het duinlandschap het ei * het fruit * het groeiproces het helmgras het heuvellandschap het ISS * het mineraal het naaldwoud het nest * het rivierenlandschap het stiltegebied het suikerriet het veen het water * het zandlandschap het zeekleilandschap het zeelandschap het zonnenstelsel * het/de leem het/de teer bloeien - bloeide - gebloeid * ontkiemen - ontkiemde - ontkiemd * schimmelen - schimmelde - geschimmeld winnen - won - gewonnen (ontginnen) zaai - zaaide - gezaaid * zaaien - zaaide - gezaaid * bedreigde diersoort * bergachtig traceren *

Omgang

de bijnaam de discriminatie de kritiek de ontmoeting de relatie de roepnaam de scheldnaam de troetelnaam het akkoord het vooroordeel het voorstel aankondigen - kondigde aan - aangekondigd afkeuren - keurde af - afgekeurd bedriegen - bedroog - bedrogen behandelen - behandelde - behandeld (bespreken) bekvechten - bekvechtte - gebekvecht bijleggen - legde bij - bijgelegd bijvallen - viel bij - bijgevallen discrimineren - discrimineerde - gediscrimineerd foeteren - foeterde - gefoeterd geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld gunnen - gunde - gegund herdenken - herdacht - herdacht kwetsen - kwetste - gekwetst meeleven - leefde mee - meegeleefd ondersteunen - ondersteunde - ondersteund opmerken - merkte op - opgemerkt opvatten - vatte op - opgevat overlaten aan - liet over - overgelaten tutoyeren - tutoyeerde - getutoyeerd uitmaken - maakte uit - uitgemaakt (beslissen) uitvallen - viel uit - uitgevallen (boos) verbinden - verbond - verbonden (relatie) verdragen - verdroeg - verdragen verlossen - verloste - verlost verwijten - verweet - verweten verzoenen - verzoende - verzoend wenken - wenkte - gewenkt wijden aan - wijdde - gewijd wijsmaken - maakte wijs - wijsgemaakt zich richten op - richtte - gericht zich wenden tot - wendde - gewend asociaal * beleefd * bemoedigend gemeenschappelijk respectloos * respectvol * afscheid nemen bezwaar hebben tegen iemand / iets verwachten iemand doordringend aankijken iemand ergens van voorzien iemand gewend zijn iemand iets verzekeren

Reizen

de accommodatie de bestemming de dagtocht de excursie de helling de karavaan de piste de reisgids de rondleiding de ski - ski's de toer (de rondtocht) de tol de tolweg de trekpleister de VVV (Vereniging voor Vreemdelingenverkeer) de wandelkaart de wandeltocht de wintersport het hoogseizoen het reisboek het skigebied het toerisme het vakantieland bezichtigen - bezichtigde - bezichtigd overnachten - overnachtte - overnacht in trek zijn op kamp gaan

Richting

de achterzijde de bovenzijde de onderzijde de positie de voorzijde het noordelijk halfrond het uiteinde het zuidelijk halfrond leiden naar - leidde - geleid achterstevoren bereikbaar binnenstebuiten bovenuit daarginds dichtstbijzijnd ginds horizontaal lokaal (plaatselijk) nabij verticaal in zicht zijn op ooghoogte

School

de afkorting de bespreking de breedtegraad de breuk de centiliter de deciliter de diepte de encyclopedie de globe de graad de graad Celsius (ºC) de grafiek de grammatica de grootte de hectometer de index de informatiebron de inhoudsopgave de inleiding de instructie de kaft de kennis de kern de klemtoon de kolom de meerkeuzevraag de milliliter de noemer de oppervlakte de opsomming de overzichtskaart de paragraaf de persoonsvorm de presentatie de puntkomma de rij de slotzin de spreekwolk de tabel de tape de teller de ton de topografie de topografische kaart de uitspraak (intonatie) de vergelijking de verhouding (vb. 1:2) de vierkante meter de voltooide tijd de voordracht de woordbouw de woordkeuze de/het figuur het accent (klemtoon) het accentteken het begrip het bijwoord het diploma het formulier het gezegde het haakje (leesteken) het leenwoord het lesboek het lesrooster het middenstuk (verhaal) het onderschrift het oppervlak het opschrift het proefwerk het project het schema het schoolbord het schrijfgerei het spreekwoord het taalgebruik het trema het verslag het voegwoord het voltooid deelwoord het werkstuk bestuderen - bestudeerde - bestudeerd demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd kopiëren - kopieerde - gekopieerd omcirkelen - omcirkelde - omcirkeld omschrijven - omschreef - omschreven overnemen uit / van - nam over - overgenomen overtuigen - overtuigde - overtuigd

Tijd

de dageraad de tijdsduur het decennium - decennia het tijdsbestek het tijdstip aanbreken - brak aan - aangebroken pauzeren - pauzeerde - gepauzeerd verspringen - versprong - versprongen achteraf algauw eindelijk eindeloos naderhand tijdelijk de tijd doorbrengen de tijd dringt het aanbreken van de dag het is eeuwen geleden in de loop van in een mum van tijd in een oogwenk in een wip op den duur .

Uiterlijk

de bakkebaard de gelijkenis de kilt de mascara de mottenbal de omslagdoek de outfit de sik de voetzool het accessoire het collier het halssnoer het hoofddeksel het juweel het medaillon het montuur het uiterlijke kenmerk plooien - plooide - geplooid pronken - pronkte - gepronkt .

Uitvinden

de apparatuur de astrologie de avatar de boogschutter de cd-speler de chatroom de chemische stof de e-mail de elektronische snelweg de harde schijf de hardware de horoscoop de kreeft de laptop de leeuw de maagd de pauzetoets de planeet de power (stroom) de raket de ram de schorpioen de sms - het sms'je - sms'en de software de steenbok de ster de sterren * de stier de straling de trilling de tweeling de vissen de waterman de webcam de website de weegschaal de zoekmachine (internet) de/het display de/het weblog het computerspel het computervirus het experiment het forum het heelal het laboratorium - laboratoriums - laboratoria het level het melkwegstelsel het modem het netwerk het profiel het scherm (pc) het sterrenbeeld het wezen chatten - chatte - gechat e-mailen - e-mailde - e-gemaild flonkeren - flonkerde - geflonkerd (ster) fonkelen - fonkelde - gefonkeld (ster) gamen - gamede - gegamed internetten - internette - geïnternet lanceren - lanceerde - gelanceerd (raket) ontdekken - ontdekten - ontdekt * opnemen - nam op - opgenomen (telefoon) opslaan - sloeg op - opgeslagen (bewaren) overgaan in - ging over - overgegaan (veranderen) printen - printte - geprint programmeren - programmeerde - geprogrammeerd sms'en - sms'te - ge-sms't snuffelen - snuffelde - gesnuffeld surfen - surfte - gesurft testen- testte - getest twinkelen - twinkelde - getwinkeld (ster) draadloos interactief offline online stand-by virtueel .

Vermaak

de bezienswaardigheid - bezienswaardigheden de bezigheid - bezigheden de fanfare de fuif de gegadigde de gezelligheid de grabbelton de mascotte * de optocht de polonaise de receptie de recreatie de toegang de toegangsprijs de vrije tijd het aardigheidje het amusement het carnaval het evenement het festival het gezelschap (groep mensen) het jubileum - jubileums - jubilea het kostuum het optreden het schoolfeest het toegangsbewijs amuseren - amuseerde - geamuseerd applaudisseren - applaudisseerde - geapplaudisseerd chillen - childe - gechild stappen - stapte - gestapt (uitgaan) op visite gaan

Vervoer

de achterruit de achteruitkijkspiegel de antenne de benzinepomp de brandstoftank de bumper de claxon de dode hoek de garagehouder de ijzel de jachthaven de jeep de kruising de lak de luchtballon de motorkap de omleiding de ophaalbrug de raceauto de reparatie de rotonde de ruitenwisser de spits de splitsing de staart (vliegtuig) de straaljager de truck de verharde weg de verkeersregelaar de voorrang de voorrangsweg de voorruit de wasstraat de wegenkaart de wegwerkzaamheden de wegwijzer de zijspiegel het asfalt het dashboard het hekwerk het jacht het spatbord het ventiel het viaduct het woon-werkverkeer inhalen - haalde in - ingehaald onderuitgaan - ging onderuit - onderuitgegaan schakelen - schakelde - geschakeld (versnelling) slippen - slipte - geslipt versperren - versperde - versperd opengebroken afslaan van de motor de bocht afsnijden eerste klas reizen ergens tegen aan knallen tweede klas reizen

Wat vinden we ervan?

de gekkigheid de narigheid de zin (nut) het nut accepteren - accepteerde - geaccepteerd afhangen van - hing af - afgehangen beoordelen - beoordeelde - beoordeeld goedkeuren - keurde goed - goedgekeurd aardig (vb. aardig groot) absurd afwijkend algemeen angstaanjagend apart avontuurlijk beeldschoon beestachtig begrijpelijk behaaglijk bekend betekenisloos betrouwbaar debiel duister eentonig ernstig fatsoenlijk favoriet fraai gastvrij geheel (vb. geheel onjuist) geschikt gezet goedaardig gunstig hoopvol hopeloos hulpeloos ijzig (koud) intens kostelijk kunstig kwaadaardig loodzwaar modern nauwkeurig nogal noodzakelijk nuttig onduidelijk ongeschikt onsmakelijk ouderwets passend precies puur roekeloos romantisch rottig rumoerig schadelijk slijmerig sneu snoezig snugger sober speciaal spontaan sprekend statig taai terecht typisch uitgelaten uitvoerig verfrommeld vlot volkomen (vb. volkomen onjuist) werkelijk wonderlijk zinloos zuiver zwijgzaam iets terecht vinden van iets op de hoogte zijn

Water

de brandspuit de delta de deltawerkende oceaan de scheepswerf de sluis de stormvloedkering de vaste stof de vloeistof de waterkering de watersnoodramp de waterstand de winterdijk de zeearm de zomerdijk het aquaducthet deltaplan het kookpunt het oppervlaktewater binden - bond - gebonden (vloeistof) condenseren - condenseerde - gecondenseerd spetteren - spetterde - gespetterd stollen - stolde - gestold vastvriezen - vroor vast - vastgevroren vriezen - vroor - gevroren bakboord stuurboord

Werken en Beroepen

de beroepsgroep de collega - collega's de dagloner de dienst de functie de leiding de loondienst de onderneming de organisatie de specialiteit de stage de stagiaire de staking de stichting de vakbond de vergadering de voorzitter - voorzitster de vrijwilliger de werktijd het dagloon het specialisme het uurloon organiseren - organiseerde - georganiseerd ploeteren - ploeterde - geploeterd staken - staakte - gestaakt stichten - stichtte - gesticht voorzitten - zat voor - voorgezeten dienst hebben van aanpakken weten

Wonen

de achterkamer de adviseur - adviseuse de arbeiderswoning de armoede de binnenplaats de bliksemafleider de buitenwijk de divan de droger de elektrische lading de flatwijk de hoofdingang de hovenier de huisbaas de huisregels de huur de huurder de hypotheek de kamerplant de kandelaar de klapstoel de kunstbloem de makelaar de nieuwbouwwijk de nok de omheining de radiator de Randstad de schotelantenne de schuifwand de servicekosten de steeg de stofwolk de stroomstoring de taxatie de uitschuifladder de vrijstaande woning de wirwar de woningbouwcorporatie de zonwering de zuil (pilaar) het afdak het appartement het gif het huurhuis et koophuis het ongedierte het prikkeldraad het rijtjeshuis het tegelpad het terrein het voetstuk het woonerf het zonnescherm binnengaan - ging binnen - binnengegaan binnenlaten - liet binnen - binnengelaten binnenstappen - stapte binnen - binnengestapt binnentreden - trad binnen - binnengetreden dichtdoen - deed dicht - dichtgedaan huren - huurde - gehuurd ingaan - ging in - ingegaan inrichten - richtte in - ingericht intrekken - trok in - ingetrokken reinigen - reinigde - gereinigd toelaten - liet toe - toegelaten (binnenlaten) verpotten - verpotte - verpot overdekt twee onder één kap vrijstaand bij iemand inlopen onderdak hebben onderdak vinden zich ergens vestigen .