Veilig Leren Lezen
Veilig Leren Lezen per kern.
het water, de sloot, de rivier, het kanaal (rivier komt voor in het verhaal van kern 1)
de sok, de kous, de kniekous, de panty (sok, kern 1)
de pen, de vulling, de inkt (pen, kern 1)
de pen, de vulpen, de balpen, de fijnschrijver (pen, kern 1)
het monster, de griezel, griezelig (verhaal kern 2)
het opbergmateriaal, de doos, de mand, de bak (doos, kern 3)
de zeep, het waspoeder, de shampoo, de vloeibare zeep (zeep, kern 3)
de boom, de twijg, de bast, de kruin, de wortels (bos en tak, kern 4)
de woning, de hut, de villa, de boerderij, het rijtjeshuis (hut, kern 4)
het gereedschap, de bijl, de beitel, de tang (bijl, kern 5)
het hout, de plank, de stok, de balk (hout, kern 5)
het hout, het metaal, het plastic (hout, kern 5)
de riem, de gesp, het leer (riem, kern 5)
de geit, de sik, de hoorn, het zoogdier (geit, kern 6)
de pauw, pronken, sierlijk (pauw, kern 6)
de uil, de braakbal, de prooi, de roofvogel (uil, kern 6)