WAK:Groep8

Uit woorden.wiki.kennisnet.nl
Versie door Jolanda (overleg | bijdragen) op 27 jun 2012 om 20:29
Ga naar:navigatie, zoeken

Verzameling van de Wakwoorden op thema en groep. Terug naar portaal Vierwindstreken klik hier

Bestuur en gezag

Bewegen, sport en spel

Dieren

Eten en drinken


Familie en vrienden

Figuurlijk taalgebruik

Gedrag en gevoelens

Geld en winkelen


Geloof


Informatie


Lastige woorden


Lichaam en gezondheid

Maken en materialen

Media

Meten en wegen

Milieu

Muziek en geluid


Natuur

de aardmantel

de begroeiing de bestuiving

de eclips de fauna de flora

de halfwoestijn de hoofdsoort de ijskap

de mensheid

de poel (water) de trog

de verwoestijning de waterstroom de zandwoestijn het ecosysteem het oerwoud het slib het stekje

het vruchtbeginsel het waterpeil het zaadbeginsel bovengronds ondergronds veraf

Omgang

de aanmerking de aantrekkingskracht de bedenking de dankbetuiging de gesprekspartner de lotgenoot de na-aperij het compromis het meningsverschil aanbevelen - beval aan - aanbevolen aanmerken op - merkte aan - aangemerkt baseren op - baseerde - gebaseerd belemmeren - belemmerde - belemmerd beletten - belette - belet corresponderen met - correspondeerde - gecorrespondeerd doordringen - drong door - doorgedrongen instemmen met - stemde in - ingestemd introduceren - introduceerde - geïntroduceerd omgaan met - ging om - omgegaan onderhandelen - onderhandelde - onderhandeld ophitsen - hitste op - opgehitst opruien - ruide op - opgeruid overeenstemmen - stemde overeen - overeengestemd uitwisselen - wisselde uit - uitgewisseld vallen onder - viel - gevallen (horen bij) vergezellen - vergezelde - vergezeld vernederen - vernederde - vernederd verstaan onder - verstond - verstaan zich bekommeren over/om - bekommerde - bekommerd blijk geven van de strijd aangaan een afkeer van iemand hebben een argument aanvoeren geschikt achten voor gunstig stemmen iemand erbij betrekken iemand erkentelijk zijn iemand in staat stellen iemand op een dwaalspoor brengen iemand opbeuren iemand voordragen op onbegrip stuiten voor vol aanzien


School

de algemene ontwikkeling de anekdote de aula - aula's de benaming de bronvermelding de brugklas de conrector - conrectrix de correctie de deelvraag de definitie de havo de hoge school de hoger beroeps onderwijs (hbo) de interpunctie de intonatie de marker de mentor - mentrix de monoloog de natuurkunde de ordner de pupil (leerling) de rector - rectrix de redenering de rubriek de scheikunde de term de tweede taal de universiteit de vaardigheid de vreemde taal de wiskunde het atheneum het betoog het citaat het eindexamen het eufemisme het examen het gymnasium het kader het kernwoord het lyceum - lyceums - lycea het middelbaar beroeps onderwijs (mbo) het trefwoord het vak het vmbo het vwo het wetenschappelijk onderwijs afnemen - nam af - afgenomen (toets) articuleren - articuleerde - gearticuleerd beargumenteren - beargumenteerde - beargumenteerd begeleiden - begeleidde - begeleid brainstormen - brainstormde - gebrainstormd evalueren - evalueerde - geëvalueerd instrueren - instrueerde - geïnstrueerd interpreteren - interpreteerde - geïnterpreteerd zich inprenten - prentte in - ingeprent non-verbaal verbaal iets afronden (afmaken)


Tijd

de aanvang de continuïteit de dagindeling de dagplanning * de planning de realiteit het programma inlassen - laste in - ingelast plannen - plande - gepland aanstonds actueel anno bijtijds destijds geleidelijk jongstleden ogenblikkelijk onlangs prompt recent sporadisch tenauwernood toekomstig voorafgaand wijlen door het jaar heen een geruime tijd tot voor kort van oudsher


Uitvinden

de aardse planeet de analyse de astronoom de atmosfeer de automatisering de dampkring de expert de filosoof de hoogleraar de inslag de koers (richting) de komeet de kosmos de meteoor de meteoriet de omlooptijd de omwentelingstijd de ruimtesonde de sateliet de sterrenwacht de telescoop de theorie - theorieën de ufo de vallende ster de wetenschapper de zwaartekracht het hemellichaam het lichtjaar het planetarium - planetariums - planetaria het radarscherm het ruimtepak het ruimtestation het universum het zonnestelsel het zwarte gat landen - landde - geland zweven - zweefde - gezweefd automatisch elektronisch gewichtloos omhoog - omlaag theoretisch zwaar - licht de baan om de aarde de baan om de zon


Vervoer

de abri - abri's de accu - accu's

de coupé de dienstregeling de doorgang

de infrastructuur

de luchtdruk

de overslag (goederen)

de schokbestendigheid

de turbine de velg

de voortstuwing

het bezoekerscentrum het knooppunt het logboek het LPG (brandstof)

checken - checkte - gecheckt overhellen - helde over - overgeheld stranden - strandde - gestrand tanken - tankte - getankt zwenken - zwenkte - gezwenkt bestuurbaar supersonisch het luchtruim kiezen

Vroeger

de atoombom

de bommenwerper

de Dodenherdenking de Eerste Wereldoorlog de gaskamers

de heerser de hongersnood

de kaper de kaping

de schuilkelder

de vergelding

de wederopbouw

het bombardement

het kernwapen het luchtalarm het pakhuis

bombarderen - bombardeerde - gebombardeerd onderduiken - dook onder - ondergedoken verhongeren - verhongerde - verhongerd Bevrijdingsdag

Wat vinden we ervan?

de bedoening de sleur de verrijking een lachertje het contrast het totaalbeeld aannemelijk aansprekend aanzienlijk abnormaal afgeschreven afgezaagd amusant argwanend begaafd beknopt belabberd belangwekkend benard bijgelovig bizar bondig bot buitenissig complex concreet consequent creatief cruciaal cultureel curieus cynisch daverend degelijk discreet dringend droog (humor) effectief erbarmelijk exotisch expressief extreem fictief finaal formeel foutief gebruikelijk gecompliceerd geestig gematigd gemiddeld geniaal gevat gewild glansrijk glashelder globaal grandioos grenzeloos grillig hecht heftig heimelijk hilarisch honderduit immens imponerend informeel inheems innovatief inspirerend instabiel intact intensief inventief jammerlijk jeugdig kernachtig krakkemikkig krap kundig kunstmatig kwetsbaar langdradig levendig luchtig ludiek lukraak machteloos mega- menselijk middelmatig min (niet genoeg) miniem moeizaam mysterieus naïef netelig neutraal noemenswaardig nonchalant normaal onaangenaam ondoordringbaar ongekend ongeschonden ongunstig onheilspellend onontbeerlijk onontwikkeld onophoudelijk onoverzichtelijk onvermijdelijk onvoorzien onzinnig oppervlakkig optimaal penetrant persoonlijk populair primitief principieel realistisch relatief rijkelijk ruim saai * sceptisch scherpzinnig slaapverwekkend spectaculair speels sportief spraakmakend stabiel subtiel succesvol sullig summier surrealistisch tastbaar tegenstrijdig toepasselijk tragisch transparant triomfantelijk typerend uitermate uitzichtloos uitzonderlijk vanzelfsprekend verantwoord verantwoordelijk vermakelijk vermoeiend vernieuwend vindingrijk vloeiend vooruitstrevend weerzinwekkend welgemeend wezenloos wreed zoetsappig zorgwekkend als vanouds ertoe doen hard aankomen kort en bondig uit de tijd .

Wereldkwesties

de archipel de asielzoeker de basisbehoeften de beeldvorming de belegering de bevolkingsgroei de bevolkingsgroep de blokkade de bondgenoot de burgeroorlog de campagne de capitulatie de collecte de coup de derde wereld de ellende de executie de explosie de federatie de generatie de globalisering de heerschappij de hervorming de hindernis de hongerstaking de integratie de kindsoldaat de kloof de krottenwijk de landmijn de machthebber de mensenrechten de metropool de moedertaal de nederzetting de nomade de onafhankelijkheid de ontwikkelingshulp de patriot de persconferentie de propaganda de racist de radicalisering de razzia - razzia's de rivalen * de sabotage de schaarste de slavernij de sloppenwijk de standaardtaal de status de strijdkracht de veldtocht de verdwijning de victorie de vluchteling de vredesmissie de wereldleider het accent het bestaansminimum het bestand het bondgenootschap het buurland het communisme het conflict het derdewereldland het dialect het geschil het gevangenenkamp het kapitalisme het krot het obstakel het onderscheid het opvangcentrum het racisme het regiem het standpunt het vluchtelingenkamp het voortbestaan confronteren - confronteerde - geconfronteerd deserteren - deserteerde - gedeserteerd evacueren - evacueerde - geëvacueerd kidnappen - kidnapte - gekidnapt martelen - martelde - gemarteld ontvluchten - ontvluchtte - ontvlucht overheersen - overheerste - overheerst sneuvelen - sneuvelde - gesneuveld vallen - viel - gevallen (sneuvelen) werven - wierf - geworven zegevieren - zegevierde - gezegevierd gelijkwaardig kansarm medeverantwoordelijk ongedeerd straatarm tolerant aansprakelijk zijn iemands achtergrond overgeleverd zijn aan ten onder gaan verantwoordelijk voor .

Werken en Beroepen

de administratie de arbeidsovereenkomst de assistentie de beroepstak de bonus de bouwmeester de branche de carriëre de cliënt - cliënte de clientële de commandant de commissie de conferentie de fusie de handwerklieden de inspectie de instantie de leermeester de manager de opslag de overname de participatie de promotie de re-integratie de sector de sponsor de standplaats de taakverdeling de werkloosheid het ambacht het comité het concern het filiaal het instituut aangaan - ging aan - aangegaan (dienstverband) bemiddelen - bemiddelde - bemiddeld functioneren - functioneerde - gefunctioneerd fungeren - fungeerde - gefungeerd fuseren - fuseerde - gefuseerd meedraaien - draaide mee - meegedraaid ondernemen - ondernam - ondernomen sponsoren - sponsorde - gesponsord suggereren - suggereerde - gesuggereerd vertegenwoordigen - vertegenwoordigde - vertegenwoordigd zwoegen - zwoegde - gezwoegd flexibele werktijden full-time part time professioneel zakelijk bevoorrecht zijn carrière maken dienst doen als een onderscheid maken een suggestie doen in dienst zijn van onder leiding staan van


Wonen