WAK:Groep6
Verzameling van de Wakwoorden op thema en groep. Terug naar portaal Vierwindstreken klik hier
Inhoud
- 1 Bestuur en gezag
- 2 Bewegen, sport en spel
- 3 Dieren
- 4 Eten en drinken
- 5 Familie en vrienden
- 6 Figuurlijk taalgebruik
- 7 Gedrag en gevoelens
- 8 Geld en winkelen
- 9 Geloof
- 10 Informatie
- 11 Kunst
- 12 Lastige woorden
- 13 Lichaam en gezondheid
- 14 Maken en materialen
- 15 Media
- 16 Meten en wegen
- 17 Milieu
- 18 Muziek en geluid
- 19 Natuur
- 20 Omgang
- 21 Reizen
- 22 Richting
- 23 School
- 24 Tijd
- 25 Uiterlijk
- 26 Uitvinden
- 27 Vermaak
- 28 Vervoer
- 29 Wat vinden we ervan?
- 30 Water
- 31 Werken en Beroepen
- 32 Wonen
Bestuur en gezag
- de bende
- de beschrijving
- de bevinding
- de boodschapper
- de brandstichting
- de controle
- de cultuur
- de demonstratie
- de Europese gemeenschap
- de gedragsregel
- de handtekening
- de identiteitskaart
- de kinderarbeid
- de kindertelefoon
- de kogelhuls
- de landmacht
- de leider
- de lijfstraf
- de luchtmacht
- de maatregel
- de marechaussee
- de marinier
- de militair
- de misdrijf
- de mishandeling
- de muiterij
- de nooduitgang
- de onderzeeër
- de onderzeeboot
- de opstand
- de ramp
- de rechtbank
- de rechter
- de roversbende
- de samenleving
- de spion
- de vorst
- de wereldbevolking
- het bestuur
- het fort
- het kenmerk
- het kenteken
- het mitrailleur
- het noodplan
- het paspoort
- het protest
- het rijbewijs
- aangeven - gaf aan - aangegeven (politie)
- afschaffen - schafte af - afgeschaft
- afvuren - vuurde af - afgevuurd
- bestrijden - bestreed - bestreden
- bezetten - bezette - bezet
- demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd
- doodschieten - schoot dood - doodgeschoten
- doorzoeken - doorzocht - doorzocht
- exploderen - explodeerde - geëxplodeerd
- leiden - leidde - geleid (besturen)
- ondertekenen - ondertekende - ondertekend
- oorlogvoeren - voerde oorlog - oorloggevoerd
- opsporen - spoorde op - opgespoord
- protesteren - protesteerde - geprotesteerd
- tekenen - tekende - getekend (handtekening)
- verdrijven - verdreef - verdreven
- verstoren - verstoorde - verstoord
- wegtrekken - trok weg - weggetrokken
- wegvluchten - vluchtte weg - weggevlucht
- zich verdedigen - verdedigde - verdedigd
- dodelijk
- Europees
- gevangen
- internationaal
- nationaal
- spoorloos
- verplicht
- vrijblijvend
- wereldwijd
- een handtekening zetten
- ergens tegen optreden
- iemand in zijn kraag grijpen
- iemand uitschakelen
- in actie komen
- in beslag nemen
- op de vlucht slaan
- verboden toegang
Bewegen, sport en spel
- de aanraking
- de afleiding
- de arena - arena's
- de beker (prijs)
- de conditie
- de corner
- de crossfiets
- de deelname
- de finish
- de hoekschop
- de intekenlijst
- de kunstijsbaan
- de mountainbike
- de penalty
- de radslag
- de score
- de speurtocht
- de stick
- de supporter
- de thuiswedstrijd
- de triomf
- de turnclub
- de zet (duw)
- de zijlijn
- het clublid
- het racket
- drentelen - drentelde - gedrenteld
- finishen - finishte - gefinisht
- heffen - hief - geheven (optillen)
- hijsen - hees - gehesen (optillen)
- jongleren - jongleerde - gejongleerd
- loslaten - liet los - losgelaten
- masseren - masseerde - gemasseerd
- opstellen - stelde op - opgesteld (team)
- plaatsen - plaatste - geplaatst
- ravotten - ravotte - geravot
- scoren - scoorde - gescoord
- skaten - skatete - geskatet
- stoeien - stoeide - gestoeid
- surfen - urfte - gesurft
- tuimelen - tuimelde - getuimeld
- voorbijflitsen - flitste voorbij - voorbijgeflitst
- voorbijschieten - schoot voorbij - voorbijgeschoten
- waterskiën - waterskiede - gewaterskied
- werpen - wierp - geworpen
- zich aanmelden - meldde aan - aangemeld
- zich verroeren - verroerde - verroerd
- actief
- hands
- wijdbeens
- de armen uitslaan
- de score bijhouden
- zich ergens voor opgeven
Dieren
- de aaseter
- de alleseter
- de baars
- de beer (mannetje)
- de bevruchting
- de bot (vis)
- de buidel (kangoeroe)
- de cocon
- de dierenbescherming
- de draagtijd
- de fokker
- de forel
- de haring
- de hen
- de hengst (mannetje)
- de kabeljauw
- de karper
- de keutel
- de kreeft
- de kudde
- de makreel
- de merrie (vrouwtje)
- de oester
- de ooi
- de paling
- de planteneter
- de ram
- de reiger
- de reu (mannetje)
- de roedel
- de sardine / sardien
- de schol
- de slagtand
- de snoek
- de snorhaar
- de specht
- de teef (vrouwtje)
- de vleeseter
- de voortplanting
- de welp (jong)
- de zalm
- de zeug (vrouwtje)
- het asiel
- het eitje
- het hoefdier
- het lastdier
- het rijdier
- het schelpdier
- het trekdier
- het veulen (jong)
- het weekdier
- fokken - fokte - gefokt
- houden - hield - gehouden
- inslapen - sliep in - ingeslapen
- krioelen - krioelde - gekrioeld
- kwetteren - kwetterde - gekwetterd (vogels)
- uitbreken - brak uit - uitgebroken
- voortplanten - plantte voort - voortgeplant
- bedreigd
Eten en drinken
- de afhaalmaaltijd
- de azijn
- de cafetaria - cafetaria's
- de consumptie
- de couscous
- de cracker
- de dipsaus
- de friettent
- de frituurpan
- de gist
- de ijssalon
- de kaasschaaf
- de kant-en-klaarmaaltijd
- de knoflook
- de korst
- de lekkernij
- de mosterd
- de noedels
- de olijf
- de olijfolie
- de omelet
- de pizzeria - pizzeria's
- de pompoen
- de rauwkost
- de salade
- de snackbar
- de snijplank
- de traktatie
- de walm
- de witlof
- de zeef
- de zonnebloemolie
- het aluminiumfolie
- het bakblik
- het dieet
- het fastfood
- het frituurvet
- het gasfornuis
- het kokos
- het levensmiddel
- het maal (maaltijd)
- het pasteitje
- trakteren - trakteerde - getrakteerd
- biologisch
- op smaak brengen
Familie en vrienden
- de echtscheiding
- de geliefde
- de partner
- de pleegouder
- de pleegvader - de pleegmoeder
- de pleegzoon - pleegdochter
- de thuissituatie
- het gezinsleven
- het huishouden (gezin)
- het pleegkind - pleegkinderen
Figuurlijk taalgebruik
- allemachtig
- beslist (zeker)
- broodnodig
- kappen (stoppen)
- picobello
- verdorie
- zonde
- achter de wolken schijnt de zon
- als de bliksem
- als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
- bedrukt gezicht
- bij je positieven komen
- bij zijn positieven blijven
- buiten adem zijn
- dat is dat
- dat is koffiedik kijken
- de aap komt uit de mouw
- de beerput
- de draak met iemand steken
- de eerste de beste
- de gebeten hond zijn
- de hoop hebben dat
- de kat uit de boom kijken
- de koe bij de horens vatten
- de koeienletter
- de krokodillentranen
- de maat is vol
- de paarden achter de wagen spannen
- de roddelkous
- de stand van zaken
- de stuipen op het lijf jagen
- dikke vrienden zijn
- door de bomen het bos niet meer zien
- een bestaan opbouwen
- een boekenwurm
- een daverend succes
- een feestje bouwen
- een hazenslaapje
- een hondenleven
- een kippeneindje
- een koekje van eigen deeg
- een koud kunstje
- een liegbeest
- een pak slaag krijgen
- een rol spelen
- er de pest in hebben
- er geen gat meer in zien
- er vandoor gaan
- ergens een handje van hebben
- ergens een punt achterzetten
- ergens in trappen
- geen kwaad kunnen
- grote ogen opzetten
- hemel en aarde bewegen
- het apenpakje
- het feestvarken
- het hemd van het lijf vragen
- het hondenweer
- het kikkerbad
- het leeuwendeel
- het rooien
- hoe dan ook
- hoog tijd
- iemand een loer draaien
- iemand een rad voor ogen draaien
- iemand op de hielen zitten
- iets door een roze bril bekijken
- iets uit zijn mouw schudden
- iets voor de boeg hebben
- in 's hemelsnaam
- in de put zitten
- in de weer zijn
- in de wolken zijn
- in het duister tasten
- in het holst van de nacht
- in het middelpunt van de belangstelling staan
- in weer en wind
- je doel bereiken
- je hart verloren hebben
- je niet uit het veld laten slaan
- je uit de voeten maken
- lachen, gieren, brullen
- loop naar de maan
- met een hoed in de hand, kom je door het ganse land
- met gespitste oren luisteren
- met open mond staan kijken
- nu breekt mijn klomp
- oog in oog
- op de achtergrond
- op de hoogte zijn van iets
- op de loer liggen
- op een gegeven moment
- op het punt staan
- op je neus kijken
- op komst zijn
- op slag
- over de rooie gaan
- over de vloer
- smaken verschillen
- spaak lopen
- tegen de haren instrijken
- toe zijn aan
- tranen met tuiten huilen
- trappelen van ongeduld
- uit alle macht
- van de vloer kunnen eten
- van pas komen
- voor niets gaat de zon op
- voor wat hoort wat
- wat mij betreft
- water naar de zee dragen
- weer terecht zijn
- zijn biezen pakken
- zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
- zwart van de mensen zien
Gedrag en gevoelens
- de attentie (aandacht)
- de bewondering
- de brompot
- de dromer
- de dwaas
- de eigenschap
- de emotie
- de ergernis
- de gezichtsuitdrukking
- de karaktereigenschap
- de kwaadheid
- de kwajongen
- de leugenaar
- de lichaamstaal
- de liefhebber
- de ontspanning
- de opluchting
- de pottenkijker
- de schuld
- de slechte naam
- de spanning
- de spelbreker
- de stemming
- de tegenslag
- de tegenzin
- de troost
- de verkering
- de verlegenheid
- de verwachting
- de viespeuk
- de voorkeur
- de warmte
- de zeurpiet
- het doel (wat je wilt bereiken)
- het doorzettingsvermogen
- het innerlijk
- het leed
- het stopwoord
- het talent
- het treffen
- het verlangen
- aandikken - dikte aan - aangedikt
- aankunnen - kon aan - aangekund
- afleiden - leidde af - afgeleid (concentratie)
- afleren - leerde af - afgeleerd
- bedaren - bedaarde - bedaard
- bekendstaan als/om - stond bekend - bekendgestaan
- boeien - boeide - geboeid
- buitensluiten - sloot buiten - buitengesloten
- dagdromen - dagdroomde - gedagdroomd
- ergeren - ergerde - geërgerd
- gluren - gluurde - gegluurd
- huiveren - huiverde - gehuiverd
- indenken - dacht in - ingedacht
- interesseren - interesseerde - geïnteresseerd
- klaarspelen - speelde klaar - klaargespeeld
- liefkozen - liefkoosde - geliefkoosd
- lijden - leed - geleden (verdriet)
- mekkeren - mekkerde - gemekkerd (zeuren)
- menen - meende - gemeend (iets denken)
- mishandelen - mishandelde - mishandeld
- mokken - mokte - gemokt (boos)
- nakomen - kwam na - nagekomen
- ophoepelen - hoepelde op - opgehoepeld
- opkomen - kwam op - opgekomen (gedachte)
- overkomen - overkwam - overkomen (gebeuren)
- overwegen - overwoog - overwogen
- peinzen - peinsde - gepeinsd
- proesten - proestte - geproest (lachen)
- prutsen - prutste - geprutst
- rondhangen - hing rond - rondgehangen
- schokken - schokte - geschokt
- staren - staarde - gestaard
- steunen - steunde - gesteund (zuchten)
- uitkijken naar - keek uit - uitgekeken
- uitmaken - maakte uit - uitgemaakt (verkering)
- verbluffen - verblufte - verbluft
- verdringen - verdrong - verdrongen
- verwaarlozen - verwaarloosde - verwaarloosd
- verwonderen - verwonderde - verwonderd
- zich aanpassen - paste aan - aangepast
- zich beklagen - beklaagde - beklaagd
- zich gedragen - gedroeg - gedragen
- zich inhouden - hield in - ingehouden
- zich verbeelden - verbeeldde - verbeeld
- zwijgen - zweeg - gezwegen
- aandachtig
- agressief
- attent
- bazig
- bedeesd
- belangstellend
- beteuterd
- chagrijnig
- dromerig
- gejaagd
- geliefd
- gevoelig
- hoofdschuddend
- hulpvaardig
- ijverig
- kieskeurig
- maf
- nieuwsgierigheid
- onfatsoenlijk
- onverschillig
- overmoedig
- overtuigd
- pienter
- pinnig
- somber
- stug
- vastbesloten
- venijnig
- verbijsterd
- verheugd
- verontwaardigd
- verstrooid
- vijandig
- vurig
- wanhopig
- aandacht schenken aan
- ademloos toekijken
- belachelijk maken
- de aandacht trekken
- de aandacht vasthouden
- doen alsof
- een gebaar maken
- een gevoel overbrengen
- een kreet slaken
- een sterk verhaal
- een streek uithalen
- ergens iets van zeggen
- ergens mee zitten
- ergens over inzitten
- ergens van opkijken
- geen erg hebben in
- genieten van
- geprikkeld zijn
- goedgemutst zijn
- grof taalgebruik
- het ergste vrezen
- het hoogste woord voeren
- het uitschreeuwen
- het zat zijn
- iets afsluiten
- iets doorvertellen
- iets niet nemen
- iets niet pikken
- in paniek zijn
- in zijn schild voeren
- je druk maken
- liefhebber zijn van
- met opzet
- met zorg
- naar voren treden
- op de vuist gaan
- op het puntje van je stoel zitten
- op iemand zijn (verliefd)
- opgelucht zijn
- stoom afblazen
- trouw zijn
- vol zijn van
- zich iets kunnen voorstellen
- zich niet van de wijs laten brengen
Geld en winkelen
- de afschrijving
- de betaling
- de bijschrijving
- de catalogus
- de contributie
- de financiën
- de invoering
- de juwelier
- de kluis
- de marktkoopman
- de overschrijving
- de portefeuille
- de roltrap
- de rommelmarkt
- de smokkelaar
- de uitkering
- de uitverkoop
- de veiling
- de verhoging
- de winkeldiefstal
- de winst
- de zakkenroller
- het antiek
- het lootje
- het product
- het statiegeld
- aanreiken - reikte aan - aangereikt
- aanschaffen - schafte aan - aangeschaft
- bedelen - bedelde - gebedeld
- bieden - bood - geboden
- inslaan - sloeg in - ingeslagen
- opheffen - hief op - opgeheven
- schenken - schonk - geschonken
- smokkelen - smokkelde - gesmokkeld
- tonen - toonde - getoond
- verspreiden - verspreidde - verspreid
- gierig
- vrijgevig
- de kost verdienen
- een nummertje trekken
Geloof
- de Bijbel
- de bisschop
- de boeddhist
- de dienst
- de duivel
- de geestelijke
- de godsdienst
- de hel
- de hemel
- de hindoe
- de imam
- de islam
- de kapel
- de kardinaal
- de kathedraal
- de Koran
- de minaret
- de monnik - non
- de moslim
- de pastoor
- de pelgrim
- de plechtigheid
- de priester - priesteres
- de rabbijn / rabbi
- de ramadan
- de religie
- de synagoge
- de tempel
- het altaar
- het boeddhisme
- het christendom
- het gebed]
- het hiernamaals
- het hindoeïsme
- het Jodendom
- het klooster
- het lot
- het offer
- het vasten
- offeren - offerde - geofferd
- vasten - vastte - gevast
- Allah
- Boeddha
- Christus
- islamitisch
- Jezus
- joods
- katholiek
- plechtig
- protestants
Informatie
- de aanleiding
- de crisis
- de detective
- de gelegenheid - gelegenheden
- de inlichting
- de kans
- de kenner
- de kwestie
- de methode
- de oproep
- de opschudding
- de poging
- de praktijk
- de uitzondering
- de voorlichting
- de voorspelling
- de waarzegger
- de wijsheid
- het communicatiemiddel
- het feit
- het gevolg
- het resultaat
- het telefoonboek
- het toeval
- aanpassen - paste aan - aangepast
- aflezen - las af - afgelezen
- afzoeken - zocht af - afgezocht
- communiceren - communiceerde - gecommuniceerd
- doorvragen - vroeg door - doorgevraagd
- dreigen te - dreigde - gedreigd
- informeren - informeerde - geïnformeerd
- ondernemen - ondernam - ondernomen
- onderscheiden - onderscheidde - onderscheiden
- oppikken - pikte op - opgepikt
- oproepen - riep op - opgeroepen
- opvatten - vatte op - opgevat
- ordenen - ordende - geordend (op volgorde)
- verduidelijken - verduidelijkte - verduidelijkt
- vereenvoudigen - vereenvoudigde - vereenvoudigd
- vergelijken - vergeleek - vergeleken
- verhelderen - verhelderde - verhelderd
- voeren - voerde - gevoerd (leiden naar)
- voorspellen - voorspelde - voorspeld
- voortzetten - zette voort - voortgezet
- vormen - vormde - gevormd
- raadselachtig
- aan de hand zijn
- ergens op uitkomen
- erin opnemen
- gebruik maken van
- niets bijhouden
- iets opmaken uit
- inlichtingen verstrekken
- inlichtingen vragen
Kunst
- de beeldende kunst
- de beeldhouwer
- de collage
- de duisternis
- de gloed
- de inspiratie
- de lichtbron
- de muurschildering
- de pastelkleur
- de plakkaatverf
- de primaire kleuren
- de schijnwerper
- de schim
- de uitvoering
- de verbeelding
- de/het silhouet
- fel licht
- het bouwwerk
- het doek (schilder)
- het duister
- het gezichtsbedrog
- het jeugdtheater
- het kaarslicht
- het knipsel
- het monument
- het motief (patroon)
- het mozaïek
- het museumbezoek
- het palet
- het perspectief (diepte)
- het profiel
- het schijnsel
- het spiegelbeeld
- het stilleven
- het zijaanzicht
- zwak licht
- boetseren - boetseerde - geboetseerd
- dichten - dichtte - gedicht (poëzie)
- gloeien - gloeide - gegloeid
- inlijsten - lijstte in - ingelijst
- nabootsen - bootste na - nagebootst
- opfleuren - fleurde op - opgefleurd
- schijnen - scheen - geschenen
- spiegelen - spiegelde - gespiegeld
- spotten - spotte - gespot (zien)
- terugkaatsen - kaatste terug - teruggekaatst
- uitbeelden - beeldde uit - uitgebeeld
- verduisteren - verduisterde - verduisterd
- verfraaien - verfraaide - verfraaid
- verlichten - verlichtte - verlicht
- abstract
- artistiek
- egaal
- glans
- levensecht
- lichtgevend
- manshoog
- mat
- ovaal
- violet
- vlekkerig
- geen hand voor ogen zien
- met de hand
Lastige woorden
- de nadruk
- blijken - bleek - gebleken
- dienen - diende - gediend (bedoeld zijn voor)
- afscheidelijk
- alsmaar
- amper
- bepaald
- bijbehorend
- blijkbaar
- buiten (zonder)
- echter
- eerder
- enigszins
- eveneens
- evengoed
- figuurlijk
- hoogst
- immers
- inmiddels
- integendeel
- kennelijk
- kortom
- letterlijk
- maximaal
- minimaal
- minstens
- nauwelijks
- ofwel
- onafscheidelijk
- quasi
- reeds
- tamelijk
- te
- tenminste
- uiteen
- vandaar
- verscheiden
- voornaam
- vrijwel
- willekeurig
- aan de hand van
- behoren tot
- de nadruk leggen op
- even ? als ?
- in het algemeen
- in tegenstelling tot
- in verband met
- liever gezegd
- maar liefst
- met behulp van
- middel om
- ten eerste ?, ten tweede ?
- ten einde lopen
- van voren af aan
- voor de rest
- zo nodig
Lichaam en gezondheid
- de aanleunwoning
- de acupunctuur
- de alcohol
- de amandel (keel)
- de apotheker
- de bal van je voet / hand
- de beenderen
- de beugel
- de bijsluiter
- de dikke darm
- de dunne darm
- de fysiotherapie
- de gedaante
- de gehandicapte
- de handicap
- de inrichting
- de koorts
- de kruk
- de leesbril
- de mazelen
- de lichaamstemperatuur
- de misvorming
- de mitella
- de moedervlek
- de mongool (Down-syndroom)
- de ontlasting
- de ontsteking
- de orthodontist
- de puist
- de romp
- de ruggengraat
- de schedel
- de schilfer
- de slokdarm
- de tissue
- de toiletspullen
- de urine
- de verhoging
- de vermoeidheid
- de vitaminepil
- de waterpokken
- de wervel
- de wimper
- de zwangerschap
- de/het figuur
- de/het tablet
- het bejaardenhuis
- het bekken
- het gekriebel
- het geneesmiddel
- het geraamte
- het recept
- het slijmvlies
- het spraakgebrek
- het verpleeghuis
- het vocht
- baden - baadde - gebaad
- brabbelen - brabbelde - gebrabbeld
- herstellen - herstelde - hersteld
- insmeren - smeerde in - ingesmeerd
- inspuiten - spoot in - ingespoten
- kwakkelen - kwakkelde - gekwakkeld
- lispelen - lispelde - gelispeld
- mankeren - mankeerde - gemankeerd
- mompelen - mompelde - gemompeld
- schokken - schokte - geschokte (beweging)
- slissen - sliste - geslist
- stotteren - stotterde - gestotterd
- uitglijden - gleed uit - uitgegleden
- verlammen - verlamde - verlamd
- verschonen - verschoonde - verschoond
- verteren - verteerde - verteerd
- verwonden - verwondde - verwond
- bezweet
- bloederig
- gehandicapt
- kwiek
- misvormd
- schraal
- zwanger
- een snotneus hebben
- in je neus pulken
- in zijn blote bast
- in zijn neus peuteren
- verlamd zijn
- zijn neus ophalen (verkoudheid)
Maken en materialen
- de architect
- de beugel
- de bout
- de bouwmaterialen
- de bouwtechniek
- de bundel
- de fabrikant
- de gebruiksaanwijzing
- de gereedschapskist
- de grendel
- de ijzerdraad
- de industrie
- de kabel
- de klusjesman
- de leiding
- de ondergrond
- de opbouw
- de rolmaat
- de schakel
- de smid - smeden
- de stoommachine
- de storing
- het beton
- het cement
- het gebruik
- het industrieterrein
- het klusje
- het koper
- het marmer
- het model
- het naaigaren
- het nylon
- het vlak
- het werktuig
- het wrak
- aanbrengen - bracht aan - aangebracht
- aansluiten - sloot aan - aangesloten
- beplakken - beplakte - beplakt
- bevestigen - bevestigde - bevestigd
- frommelen - frommelde - gefrommeld
- instorten - stortte in - ingestort
- schaven - schaafde - geschaafd
- scheppen - schiep - geschapen (maken)
- slijpen - sleep - geslepen
- slopen - sloopte - gesloopt
- smeden - smeedde - gesmeed
- splitsen - splitste - gesplitst
- spreiden - spreidde - gespreid
- toevoegen - voegde toe - toegevoegd
- vermaken - vermaakte - vermaakt
- verschuiven - verschoof - verschoven
- bolvormig
- doormidden
- gaaf (intact)
- bekleed met
- bezaaid met
- strak spannen
Media
- de actiefilm
- de animatiefilm
- de biografie
- de buis
- de documentaire
- de horror
- de jongensgroep - meidengroep
- de komedie
- de oplage
- de opname
- de rol (film)
- de sciencefiction
- de slagzin
- de tekenfilm
- de televisiegids
- de thriller
- het drama
- het genre
- het idool
- het stuk (artikel)
- het waargebeurde verhaal
- het witte doek
- het/de figuur
- het/de personage
- zappen - zapte - gezapt (tv-zenders)
- live
- bekend zijn
- de hoofdrol spelen
- een ster zijn
Meten en wegen
- collectie
- de combinatie
- de massa - massa's
- de menigte
- de reeks
- de serie
- de stoet
- het dozijn
- het drietal
- het krat
- schatten - schatte - geschat
- enig (een paar)
- halfvol
- vol
- driekwart vol
- een stuk of
- in totaal
Milieu
- de chemokar
- de gft-container
- de groene stroom
- de luchtvervuiling
- de rookwolk
- de rotzooi
- de spuitbus
- de steenkool
- de uitstoot
- de windmolen
- het chemisch afval
- het restafval
- het roet
- het uitlaatgas
- dumpen - dumpte - gedumpt
- filteren - filterde - gefilterd
- lozen - loosde- geloosd
- zuiveren - zuiverde - gezuiverd
- milieuschadelijk
- milieuvriendelijk
- afval scheiden
- de opwarming van de aarde
Muziek en geluid
- de band
- de diskjockey (dj)
- de geluidshinder
- de grammofoonplaat
- de megafoon
- de melodie - melodieën
- de popgroep
- de popster
- de radiofrequentie
- de songtekst
- de stereotoren
- de toon
- de wijs (melodie)
- het radiostation
- het signaal
- afstemmen - stemde af - afgestemd (radio)
- echoën - echode - geëchood
- joelen - joelde - gejoeld
- neuriën - neuriede - geneuried
- opvangen - ving op - opgevangen (horen)
- begeleiden met muziek
- geluid uitstoten
Natuur
- de bloembol - bol
- de bamboe
- de bloemen
- de delfstof
- de druk
- de duintop
- de evenaar
- de gewichtsloosheid
- de graspol
- de groenten
- de groententuin
- de grondsoort
- de grondstof
- de hei
- de hoogteligging
- de humus
- de insecten
- de kalk
- de kikkervisjes
- de kleigrond
- de knol
- de kringloop
- de kruiden
- de lancering
- de landbouw
- de loofboom
- de mineralen
- de naaldboom
- de planeten
- de regen
- de savanne
- de schimmel
- de steppe
- de toendra
- de tropen
- de turf
- de verschuiving
- de vliegenzwam
- de wortelkluit
- de zaadjes
- het duinlandschap
- het ei
- het fruit
- het groeiproces
- het helmgras
- het heuvellandschap
- het ISS
- het mineraal
- het naaldwoud
- het nest
- het rivierenlandschap
- het stiltegebied
- het suikerriet
- het veen
- het water
- het zandlandschap
- het zeekleilandschap
- het zeelandschap
- het zonnenstelsel
- het/de leem
- het/de teer
- bloeien - bloeide - gebloeid
- ontkiemen - ontkiemde - ontkiemd
- schimmelen - schimmelde - geschimmeld
- winnen - won - gewonnen (ontginnen)
- zaai - zaaide - gezaaid
- zaaien - zaaide - gezaaid
- bedreigde diersoort
- bergachtig
- traceren
Omgang
- de bijnaam
- de discriminatie
- de kritiek
- de ontmoeting
- de relatie
- de roepnaam
- de scheldnaam
- de troetelnaam
- het akkoord
- het vooroordeel
- het voorstel
- aankondigen - kondigde aan - aangekondigd
- afkeuren - keurde af - afgekeurd
- bedriegen - bedroog - bedrogen
- behandelen - behandelde - behandeld (bespreken)
- bekvechten - bekvechtte - gebekvecht
- bijleggen - legde bij - bijgelegd
- bijvallen - viel bij - bijgevallen
- discrimineren - discrimineerde - gediscrimineerd
- foeteren - foeterde - gefoeterd
- geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld
- gunnen - gunde - gegund
- herdenken - herdacht - herdacht
- kwetsen - kwetste - gekwetst
- meeleven - leefde mee - meegeleefd
- ondersteunen - ondersteunde - ondersteund
- opmerken - merkte op - opgemerkt
- opvatten - vatte op - opgevat
- overlaten aan - liet over - overgelaten
- tutoyeren - tutoyeerde - getutoyeerd
- uitmaken - maakte uit - uitgemaakt (beslissen)
- uitvallen - viel uit - uitgevallen (boos)
- verbinden - verbond - verbonden (relatie)
- verdragen - verdroeg - verdragen
- verlossen - verloste - verlost
- verwijten - verweet - verweten
- verzoenen - verzoende - verzoend
- wenken - wenkte - gewenkt
- wijden aan - wijdde - gewijd
- wijsmaken - maakte wijs - wijsgemaakt
- zich richten op - richtte - gericht
- zich wenden tot - wendde - gewend
- asociaal
- beleefd
- bemoedigend
- gemeenschappelijk
- respectloos
- respectvol
- afscheid nemen
- bezwaar hebben tegen
- iemand / iets verwachten
- iemand doordringend aankijken
- iemand ergens van voorzien
- iemand gewend zijn
- iemand iets verzekeren
Reizen
- de accommodatie
- de bestemming
- de dagtocht
- de excursie
- de helling
- de karavaan
- de piste
- de reisgids
- de rondleiding
- de ski - ski's
- de toer (de rondtocht)
- de tol
- de tolweg
- de trekpleister
- de VVV (Vereniging voor Vreemdelingenverkeer)
- de wandelkaart
- de wandeltocht
- de wintersport
- het hoogseizoen
- het reisboek
- het skigebied
- het toerisme
- het vakantieland
- bezichtigen - bezichtigde - bezichtigd
- overnachten - overnachtte - overnacht
- in trek zijn
- op kamp gaan
Richting
- de achterzijde
- de bovenzijde
- de onderzijde
- de positie
- de voorzijde
- het noordelijk halfrond
- het uiteinde
- het zuidelijk halfrond
- leiden naar - leidde - geleid
- achterstevoren
- bereikbaar
- binnenstebuiten
- bovenuit
- daarginds
- dichtstbijzijnd
- ginds
- horizontaal
- lokaal (plaatselijk)
- nabij
- verticaal
- in zicht zijn
- op ooghoogte
School
- de afkorting
- de bespreking
- de breedtegraad
- de breuk
- de deciliter
- de diepte
- de encyclopedie
- de globe
- de graad
- de graad Celsius (ºC)
- de grafiek
- de grammatica
- de grootte
- de hectometer
- de index
- de informatiebron
- de inhoudsopgave
- de inleiding
- de instructie
- de kaft
- de kennis
- de kern
- de klemtoon
- de kolom
- de meerkeuzevraag
- de milliliter
- de noemer
- de oppervlakte
- de opsomming
- de overzichtskaart
- de paragraaf
- de persoonsvorm
- de presentatie
- de puntkomma
- de rij
- de slotzin
- de spreekwolk
- de tabel
- de tape
- de teller
- de ton
- de topografie
- de topografische kaart
- de uitspraak (intonatie)
- de vergelijking
- de verhouding (vb. 1:2)
- de vierkante meter
- de voltooide tijd
- de voordracht
- de woordbouw
- de woordkeuze
- de/het figuur
- het accent (klemtoon)
- het accentteken
- het begrip
- het bijwoord
- het diploma
- het formulier
- het gezegde
- het haakje (leesteken)
- het leenwoord
- het lesboek
- het lesrooster
- het middenstuk (verhaal)
- het onderschrift
- het oppervlak
- het opschrift
- het proefwerk
- het project
- het schema
- het schoolbord
- het schrijfgerei
- het spreekwoord
- het taalgebruik
- het trema
- het verslag
- het voegwoord
- het voltooid deelwoord
- het werkstuk
- bestuderen - bestudeerde - bestudeerd
- demonstreren - demonstreerde - gedemonstreerd
- kopiëren - kopieerde - gekopieerd
- omcirkelen - omcirkelde - omcirkeld
- omschrijven - omschreef - omschreven
- overnemen uit / van - nam over - overgenomen
- overtuigen - overtuigde - overtuigd
- presenteren - presenteerde - gepresenteerd
- spieken - spiekte - gespiekt
- verrichten - verrichtte - verricht
- verzinnen - verzon - verzonnen
- voordoen - deed voor - voorgedaan
- voordragen - droeg voor - voorgedragen
- schuingedrukt
- vetgedrukt
- boeken verslinden
- een goedlopend verhaal
- naar mijn mening
- voor zich nemen
Tijd
- de dageraad
- de tijdsduur
- het decennium - decennia
- het tijdsbestek
- het tijdstip
- aanbreken - brak aan - aangebroken
- pauzeren - pauzeerde - gepauzeerd
- verspringen - versprong - versprongen
- achteraf
- algauw
- eindelijk
- eindeloos
- naderhand
- tijdelijk
- de tijd doorbrengen
- de tijd dringt
- het aanbreken van de dag
- het is eeuwen geleden
- in de loop van
- in een mum van tijd
- in een oogwenk
- in een wip
- op den duur
Uiterlijk
- de bakkebaard
- de gelijkenis
- de kilt
- de mascara
- de mottenbal
- de omslagdoek
- de outfit
- de sik
- de voetzool
- het accessoire
- het collier
- het halssnoer
- het hoofddeksel
- het juweel
- het medaillon
- het montuur
- het uiterlijke kenmerk
- plooien - plooide - geplooid
- pronken - pronkte - gepronkt
Uitvinden
- de apparatuur
- de astrologie
- de avatar
- de boogschutter
- de cd-speler
- de chatroom
- de chemische stof
- de e-mail
- de elektronische snelweg
- de harde schijf
- de hardware
- de horoscoop
- de kreeft
- de laptop
- de leeuw
- de maagd
- de pauzetoets
- de planeet
- de power (stroom)
- de raket
- de ram
- de schorpioen
- de sms - het sms'je - sms'en
- de software
- de steenbok
- de ster
- de sterren
- de stier
- de straling
- de trilling
- de tweeling
- de vissen
- de waterman
- de webcam
- de website
- de weegschaal
- de zoekmachine (internet)
- de/het display
- de/het weblog
- het computerspel
- het computervirus
- het experiment
- het forum
- het heelal
- het laboratorium - laboratoriums - laboratoria
- het level
- het melkwegstelsel
- het modem
- het netwerk
- het profiel
- het scherm (pc)
- het sterrenbeeld
- het wezen
- chatten - chatte - gechat
- e-mailen - e-mailde - e-gemaild
- flonkeren - flonkerde - geflonkerd (ster)
- fonkelen - fonkelde - gefonkeld (ster)
- gamen - gamede - gegamed
- internetten - internette - geïnternet
- lanceren - lanceerde - gelanceerd (raket)
- ontdekken - ontdekten - ontdekt
- opnemen - nam op -opgenomen (telefoon)
- opslaan - sloeg op - opgeslagen (bewaren)
- overgaan in - ging over - overgegaan (veranderen)
- printen - printte - geprint
- programmeren - programmeerde - geprogrammeerd
- sms'en - sms'te - ge-sms't
- snuffelen - snuffelde - gesnuffeld
- surfen - surfte - gesurft
- testen - testte - getest
- twinkelen - twinkelde - getwinkeld (ster)
- draadloos
- interactief
- offline
- online
- stand-by
- virtueel
Vermaak
- de bezienswaardigheid - bezienswaardigheden
- de bezigheid - bezigheden
- de fanfare
- de fuif
- de gegadigde
- de gezelligheid
- de grabbelton
- de mascotte
- de optocht
- de polonaise
- de receptie
- de recreatie
- de toegang
- de toegangsprijs
- de vrije tijd
- het aardigheidje
- het amusement
- het carnaval
- het evenement
- het festival
- het gezelschap (groep mensen)
- het jubileum - jubileums - jubilea
- het kostuum
- het optreden
- het schoolfeest
- het toegangsbewijs
- amuseren - amuseerde - geamuseerd
- applaudisseren - applaudisseerde - geapplaudisseerd
- chillen - childe - gechild
- stappen - stapte - gestapt (uitgaan)
- op visite gaan
Vervoer
- de achterruit
- de achteruitkijkspiegel
- de antenne
- de benzinepomp
- de brandstoftank
- de bumper
- de claxon
- de dode hoek
- de garagehouder
- de ijzel
- de jachthaven
- de jeep
- de kruising
- de lak
- de luchtballon
- de motorkap
- de omleiding
- de ophaalbrug
- de raceauto
- de reparatie
- de rotonde
- de ruitenwisser
- de spits
- de splitsing
- de staart (vliegtuig)
- de straaljager
- de truck
- de verharde weg
- de verkeersregelaar
- de voorrang
- de voorrangsweg
- de voorruit
- de wasstraat
- de wegenkaart
- de wegwerkzaamheden
- de wegwijzer
- de zijspiegel
- het asfalt
- het dashboard
- het hekwerk
- het jacht
- het spatbord
- het ventiel
- het viaduct
- het woon-werkverkeer
- inhalen - haalde in - ingehaald
- onderuitgaan - ging onderuit - onderuitgegaan
- schakelen - schakelde - geschakeld (versnelling)
- slippen - slipte - geslipt
- versperren - versperde - versperd
- opengebroken
- afslaan van de motor
- de bocht afsnijden
- eerste klas reizen
- ergens tegen aan knallen
- tweede klas reizen
Wat vinden we ervan?
de gekkigheid de narigheid de zin (nut) het nut accepteren - accepteerde - geaccepteerd afhangen van - hing af - afgehangen beoordelen - beoordeelde - beoordeeld goedkeuren - keurde goed - goedgekeurd aardig (vb. aardig groot) absurd afwijkend algemeen angstaanjagend apart avontuurlijk beeldschoon beestachtig begrijpelijk behaaglijk bekend betekenisloos betrouwbaar debiel duister eentonig ernstig fatsoenlijk favoriet fraai gastvrij geheel (vb. geheel onjuist) geschikt gezet goedaardig gunstig hoopvol hopeloos hulpeloos ijzig (koud) intens kostelijk kunstig kwaadaardig loodzwaar modern nauwkeurig nogal noodzakelijk nuttig onduidelijk ongeschikt onsmakelijk ouderwets passend precies puur roekeloos romantisch rottig rumoerig schadelijk slijmerig sneu snoezig snugger sober speciaal spontaan sprekend statig taai terecht typisch uitgelaten uitvoerig verfrommeld vlot volkomen (vb. volkomen onjuist) werkelijk wonderlijk zinloos zuiver zwijgzaam iets terecht vinden van iets op de hoogte zijn
Water
de brandspuit de delta de deltawerkende oceaan de scheepswerf de sluis de stormvloedkering de vaste stof de vloeistof de waterkering de watersnoodramp de waterstand de winterdijk de zeearm de zomerdijk het aquaducthet deltaplan het kookpunt het oppervlaktewater binden - bond - gebonden (vloeistof) condenseren - condenseerde - gecondenseerd spetteren - spetterde - gespetterd stollen - stolde - gestold vastvriezen - vroor vast - vastgevroren vriezen - vroor - gevroren bakboord stuurboord
Werken en Beroepen
de beroepsgroep de collega - collega's de dagloner de dienst de functie de leiding de loondienst de onderneming de organisatie de specialiteit de stage de stagiaire de staking de stichting de vakbond de vergadering de voorzitter - voorzitster de vrijwilliger de werktijd het dagloon het specialisme het uurloon organiseren - organiseerde - georganiseerd ploeteren - ploeterde - geploeterd staken - staakte - gestaakt stichten - stichtte - gesticht voorzitten - zat voor - voorgezeten dienst hebben van aanpakken weten
Wonen
de achterkamer de adviseur - adviseuse de arbeiderswoning de armoede de binnenplaats de bliksemafleider de buitenwijk de divan de droger de elektrische lading de flatwijk de hoofdingang de hovenier de huisbaas de huisregels de huur de huurder de hypotheek de kamerplant de kandelaar de klapstoel de kunstbloem de makelaar de nieuwbouwwijk de nok de omheining de radiator de Randstad de schotelantenne de schuifwand de servicekosten de steeg de stofwolk de stroomstoring de taxatie de uitschuifladder de vrijstaande woning de wirwar de woningbouwcorporatie de zonwering de zuil (pilaar) het afdak het appartement het gif het huurhuis et koophuis het ongedierte het prikkeldraad het rijtjeshuis het tegelpad het terrein het voetstuk het woonerf het zonnescherm binnengaan - ging binnen - binnengegaan binnenlaten - liet binnen - binnengelaten binnenstappen - stapte binnen - binnengestapt binnentreden - trad binnen - binnengetreden dichtdoen - deed dicht - dichtgedaan huren - huurde - gehuurd ingaan - ging in - ingegaan inrichten - richtte in - ingericht intrekken - trok in - ingetrokken reinigen - reinigde - gereinigd toelaten - liet toe - toegelaten (binnenlaten) verpotten - verpotte - verpot overdekt twee onder één kap vrijstaand bij iemand inlopen onderdak hebben onderdak vinden zich ergens vestigen .